Biekorf. Jaargang 24(1913)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Lanceloot Blondeel Hij leefde als de oude kunst, van weelde aan 't neigen ging, en hare dood bewust, heur laatste schemering, vol hoop op hergeboort, de nieuwe kunst liet erven opdat heur wereldroem voor eeuwig niet zou sterven. En, in dien overvloed van edel kunst verval daar prijkt uw werk Blondeel nog immer schoonst van al; ook, met die gulden blaai van vreemde scheppingsgrillen, wie zou uw rijk verval voorwaar nog rijker willen? Bij u stierf de oude school, gij miekt heur praalgraf schoon, en liet de nieuwe kunst er de uitvoer van bezorgen, met bouwval in 't verschiet, omlijst met gulden kroon; 't een is uw kunst van nu, 't andre is uw kunst van morgen. Ge zijt de meester die, met 't gulden bouwtruweel begroeft de groote kunst die stierf in uw penseel. Horand Vorige Volgende