Mengelmaren
WIJ gingen eens naar Zande, als de kerk aldaar ingestort was.
Op het dorp zagen wij nen hoogen, gepinten meiboom staan.
Het gebruik, 'nen meiboom te planten, moet uiterst zeldzaam geworden zijn in Vlaanderen. De gedachtenis van den meiboom schijnt alleenlijk in herbergnamen bewaard te zijn. Als mei kent men maar den tak, dien men in den vlasgaard steekt als hij verkocht is, dien men op een nieuw huis plant, als de kappe erop staat, dien men op den schelf stelt als de oogst ingehaald is of dien men tien 1en Mei aan de deur van sommige huizen zet.
Den meiboom, die plechtig geplant en versierd wordt op den 1en Mei en hebben wij van ons leven maar te Zande gezien.
Dat gebruik, dat hier en daar nog in zwang is, bestond vroeger algemeen, in al de landen van Europa.
De volkskundigen hebben wel vier of vijf stelsels verzierd, om de bediedenis van den meiboom uit te leggen.
Geen enkel is voldoende.
Zie daarover W. Bugiel. Die bisherigen Deutungen des Maibaumbrauches in Mitteilungen der Anthropologischen Gesellschaft in Wien. XXXXII Band, 1912. Bl. 83.
J.D.B.