Biekorf. Jaargang 24
(1913)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 120]
| |
Het Paasch- en het O.H.-Huizeken te NieupoortIN Biekorf boven (1913, bd. XXIV, bl. 44, opm. 3), onder eene aanhaling naar C. Wybo, doet L. De Wolf opmerken ‘aan hoeveel kanten en waar de melding mankt’, en wenscht ‘mocht deze zelfde meening eens rechte geholpen en beter bepaald worden.’ Hiertoe dan deze bijdrage.
In ‘Nieuport ancien et moderne’ van C. Wybo op bl. 61 lezen wij: ‘Jusqu'en 1865, on conserva une contume assez originale, qui avait en potir cause la découverte en mer d'un grand crucifix en bois. Les pêcheurs qui l'avaient trouvé au XVIe siècle le rapportèrent à Nieuport, et une petite chapelle, nommée “Ons-Heere's Huizeke”, fut construite pour l'abriter. La Semaine Sainte, pendant la période de l'Ensevelissement de N.-S., quelques bourgeois, armés de piques, montaient la garde autour de la maisonnette, simulant ainsi les soldats veillant sur le tombeau du Sauveur’. Hier, en dan ook in de aanhaling in Biekorf (uit Rev. Trnais. 1911, jg. VII, bl. 103) is C. Wybo nevens de waarheid: nl. hij verwart het gebruik van de wake op het h. Graf met den eeredienst van Onzen Heer uit O.H.-Huizeken. Over beide zaken een woord. | |
Het PaaschhuizekenVoor het eerst in 1586 spreken de Stadsrekeningen van Nieupoort over een nieuw gebruik in de O.L. Vr. kerk: het opslaan, bewaken en vereeren van het graf Onzes Heeren op Goeden-Vrijdag. Dit graf werd opgetimmerd in de kapel der Spanjaards, zijnde het koor van Onze Lieve Vrouw van den Rozenkrans. De ‘major-dome’ van de kapel met zijn soldaten was met de zorg en het waken gelast. In den beginne, voorzeker, moest dit graf uitsluitend verzinlijken de geheimenis van den dag nl. den | |
[pagina 121]
| |
dood van den Zaligmaker en het verblijf van Jezus' lichaam in het graf, bewaakt door de soldaten. Naderhand kwam dit erbij: op Witten-Donderdag werd boven het graf, het h. Sacrament uitgesteld, en er den nacht door aanbeden en bewaakt door de wakers. Ja zelfs in den laatsten tijd had de aanbidding van het Allerheiligste de vereering van het heilig Graf verdrongen: de waak namelijk eindigde met den dienst van Goeden-Vrijdag, en in den namiddag reeds begon men aan de afbraak van het heilig Graf: het plechtig gebruik voor de vereering van het heilig Graf was overgegaan naar het h. Sacrament. Onafgebroken bleef dit gebruik voortbestaan tot en met 1864. Pastor Vandenberghe schafte het af het volgende jaar, tot groote spijt van de christene bevolking; en dat eerst en vooral om de groote kosten, en dan nog, zegt men, omdat het zijn vroeger beteekenis verloren had. Dat graf komt voor in de rekeningen onder verschillende benamingen: ‘het helich sepulchre, het monument van goeden Vrijdach, het huseken van het h. graf, het Paeshuis of Paeschehuyseken’. In de laatste eeuw van zijn bestaan hield het bijna uitsluitend den laatsten naam, en nu nog is het aldus bij menschen van zekeren ouderdom alleen bekend. Eerst stond het in de Spaansche kapel, in de vonte nu, later in het hoogkoor, en eindelijk in de kapel van den Nood-Gods, het Zuid-kruis van de kerk. Uit de handschriftelijke kronijk van J.B. Rybens, dl. II, bl. 237 en vg.Ga naar voetnoot(1) geven wij hier de beschrijving van het Paeschhuis in zijn tijd: ‘Den 13 dito (April 1865) zynde Witten donderdag, alwaer in onze kerk van over oneyndige tijden een Paeschhuys was geplaetst, daer men in geene steeden van ons land, zelfs te Dunkerke, Cales, Bergen, etc. zulk eene vond; is dit jaer niet geplaetst geworden, tot groote spijt van de borgerij. Men klom in 't midden op met 6 trappen, | |
[pagina 122]
| |
en op die hoogte was het geheel plankit; en al de beyde zijden was er een gelijke trap, en een tweede plankit waer op geplaetst was eenen Autaer, en op dien Autaer hoog verheeven was het tabernakel waerin het Alderheijligste Sacrament geplaetst was, die bewaekt wierd door vier gewapende mannen met pieken, twee op de onderste stagie en twee op de bovenste, die op ieder uurslag een stoot met hunne pieken gaven en bleeven aldaer dag en nagt, met nog andere godvrugtige menschen; het buytenste was ovael, in 't midden van booven haagden er vijf zilvere lampen, en van binnen en buyten op de leuningen al bezet met waschkerssen; van buyten op gevel was het gemaekt met lijnwaed schoon geschilderd, van booven zijnde de h. Veronica met den sweetdoek, Ons Heere, en al beyde zyden waeren weenende vrouwen, in een woord het was godvrugtverwekkend en schoon; welke al veranderingen dat men ziet zoo in de kerk, als anders; wat zouden onze voorouders daeraf zeggen dat zij te voorschijn kwamen, zij die dit alles ingesteld hebben ende doen maeken’. Tot aanvulling geven wij hier nog een en ander vernomen van kerkbedienden uit die jaren: Het getimmerte was ten minste vier meter breed, aan de kanten 2 pilaren. De gevel was ovaal, grijs in steenen geschilderd. Op het eerste plankijt was het eigenlijke graf; een kruisbeeld, met een wit laken gedekt waarop drie zilveren kronen, en daarrond een klein gelent. De waak was toe vertrouwd aan de hoveniers, leden van de confrerie van 't heilig kruis; zij waren gekleed met langen mantel, en hielden pieken in de hand; zulk een piek is bewaard in 't StadsmuzeumGa naar voetnoot(1). De groote koorvensters waren met blinden voorzien om de lichtkapel des te feller te laten lichten. Dit gebruik schijnt hier ingebracht door de Spanjaards. | |
[pagina 123]
| |
Bestond het nog elders? Wij hebben het vermeld gevonden bij Weale Les Églises du Doyenné de Dixmude: voor Dixmude alléén en eerst, lijk te Nieupoort, rond de jaren 1590; wellicht had die stad ook een Spaansch garnizoen. Hoelang heeft het bestaan en onder welken vorm: misschien zal M. Hosten daarover wel een mededeeling zenden. De karige aanteekeningen uit de rekeningen van stad en kerk laten ons niet toe de ontwikkeling vast te stellen waaraf hooger sprake. Hoe en wanneer het heilig Sacrament de plaats innam van den gestorven God-Mensch; of het heilig Graf diende en tot autaar van het heilig Sacrament op Witten-Donderdag, en tot graf van Onzen-Heer, met diepe zinnebeeldige beteekenis; hoelang het heilig Graf tot zijn eerste bestemming uitsluitend bewaard bleef: al vragen die open blijven. Nu nog wordt op Witten-Donderdag en Goeden-Vrijdag- morgen het h. Kruis vereerd: vóór het autaar van het h. Sacrament ligt een kruisbeeld dat de geloovigen, na hun aanbidding, eerbiedig komen kussen. Is dit een aanwijzing dat men in het Paaschhuizeken het heilig Sacrament en het h. Kruis, zoo nauw met malkaar verbonden, vereerde? | |
Bijlage: Aanteekeningen uit de rekeningen:- Stadsrekening 1586. It. tot verchieringe van de Spangiaerden capelle jeghens goeden Vrydach de nombre van 12 capranen en 4 swedersche houten. Id. 1596. Jheronimus de Rock toesiender van den grave ons Heeren en van de capelle Onse Vrouwe es hem over de voorschiene capelle uut de capelle eñ advancemente vañ costen ghedoocht van het cieraet van O.H. grave in de goe weecke 24 l.p. Id. 1597. Sr Rocus met zyne medegheselle major domus en toesienders van de capelle Onser Vrauwe doorne chrone over eene gratuyteit tot voorderinghe vañ lichte vañ grave Ons Heeren bij heml. ghemaect in de voorl. goe weecke 20 l.p. Id. 1600. Jherone Rocq major domus van O.L. Vr. doorne croone over sijn goe debvoir int maecken van het helich sepulcre O. Heeren Jesu Xristi den voorleden Witten Donderdach 99 20 l.p. - Kerkrekening 1614. Raeckende d'aelmoesen ghejont up den goeden vrijdach 1614 by de persoenen bezocht hebbende 't voorn. heylich sepulcre: mits dat kercmeesters daermede betaelt hebben de wakers, 't was en anderssins. Item an major domo met zyne soldaeten over heml. goeden devoir | |
[pagina 124]
| |
nt maecken eñ waken vañ sepulcre ofte graff van onsen lieven heere Jesu Xristi up den goeden vrijdach 1613 10 l. Id. 1615. Alonzo Fernando, major domo vañ capelle van Onze L. Vr. doorne croone van 19 pont was voor sepulcre [op den rand:] dat men voortaen in 't uprechten van het sepulcre usere van gesparichheit, anderssins en in cas bij zoo eenighe excessieve costen zal 'tgelt in rekeninghe niet passeeren ende gherateert worden. ...mercerie voor sepulcre 18 l. hout 62 l. ghescildert de trappen en verhemelthede vañ sepulcre, 30 l. Id. 1633. ... monument in hooghen choor up goeden vrydach.... Id. 1801. ... omganck voor 't was voor 't heijligh graf op witten donderdagh.... - ‘Aanteekening van Mr P.J. De Brauwere, “regeerder”, zegt de aanteekening, van de prochiekerke van Nieupoort: 15 Dec. 1759 hebben dheeren kerckregeerders geaccordeert met Jacobus Macagge, meester schilder tot Veurne, tot maecken en schilderen een graf op Paeschhuys voor de kercke die hij Macagge heeft aangenomen met al het gonne daer aen dependeert voor honderd guldens vls.’. (= Ad. D[uclos] in Rond den Heerd 1890[-1902], bd. XXV, bl. 217). (Slot volgt). |
|