wolken, door de stralen van eene hemelsche helderheid, die op de bedrukte Moeder nedervallen, vaneenscheuren en wegdrijven.
Al de rechtere kant van het beeld staat de geestelijke overheid: een paus, een bisschop en andere geestelijken; al den linkeren kant ziet men het wereldlijk gezag. De kragen die zij dragen wijzen op den spaanschen tijd. 't Zijn edellieden mitsgaders twee gekroonde hoofden, en op den vanvoorn staat in halfknielende houding, een vorst met schoon en edel gelaat, met ontblooden hoofde, godvruchtig en smeekend de bedrukte Moeder aan te staren. Op een kussen voor zijne voeten ligt zijnen blooden degen en zijne kroon.
Deze afbeelding is ongetwijfeld door eene kunstige hand gedreven, met vele behendigheid geschikt, en zij verbeeldt hoe op het einde der vijftiende eeuw de broederschap van Onze Lieve Vrouwe van de zeven Weedommen eerst in Brugge ingesteld wierd, hoe zij van de geestelijke overheid goedgekeurd, en door het wereldlijk gezag en bijzonderlijk door dit van Philips den Schoone hooggeschat en alom verspreid wierd, dat zeggen ons ten andere deze rijmreken die onder de printe te lezen staan, en die ik hier onveranderd wedergeef:
‘Philippus Stock als graef van Vlaender, hier geboren den eersten van die naem koning van Spagnien, heeft In Sint Salvators kerck, de moeder godts, verkoren voor patroners, op dat godt, door haer voorspraeck geeft hier troost in onsen nood, en kracht om wel te leven, en naer maels 't eeuwig heijl: hy heeft dan ingestelt dit weirdig broederschap der seven weëen, dien held, daer noch meer vorsten met er tyd sijn in geschreven.’
Dat deze reken van eenen rederijker komen dat zal iedereen wel opmerken, maar waarom noemen zij Philips de Schoone, vader van Keizer Karel, ‘Philippus Stock’?
En is de naam van de Philipstokstrate, te Brugge, die volgens sommige geleerden de Slypstokstrate zoude moeten zijn, niet in verband met den insteller van de broederschap der Zeven Weedommen van Maria.
De etser F. Heylbrouck is ongetwijfeld deze die, in 1750, hielp de grondteekeninge van Marc Gheeraert maken; maar er dient over dien kunstenaar beter en nader bescheid gevonden te worden. Wie geeft er aan ‘Biekorf’ of aan den schrijver dezer, de noodige inlichtingen om hem van naderbij te doen kennen?
Wie geeft er nauwkeurige oorkonden over het ontstaan en de uitbreiding in Vlaanderen van het genootschap van de Zeven Weedommen van Maria?
C. Delaere