van ‘dragen’ uit te drukken, de Mandaris hebben ten minsten 7 verschillige woorden om de verschillige wijzen van dragen te verbeelden: op het hoofd, (dupil) op de schouders (go), in den mond (gember), in de armen (siping), op den rugge (rud), in een kleed of zonder (habe, hatar), en, als zij met verschilligen te zamen, eene balke of iets anders dragen, zullen zij u nog 2, 3 splinternieuwe woorden in het aanzichte werpen, die gij nooit en zoudet vermoed hebben: zoo hebben zij eigene woorden voor al de dingen van hunnen dagelijkschen handel en leven.
Wij kennen het woord ‘mande’ en wij spreken van peerdemande, marktmande, groote en kleene manden, maar het woord dat altijd wederkeert is ‘mande.’ De Mundaris hebben een gansch verschillig woord voor ieder slag van manden. Kantsji is eene gewone groote ronde mande; maar, vraagt achter een kleen kantsji, of een vierkant kantsji, die vrage en heeft geenen zin meer voor hen: eene zekere kleene mande is tonka, eene andere is tupi, en 't en zij gij dát woord uitspreekt, zij en kunnen niet vatten wat gij hebben wilt.
Hunne geestvermogens zijn weinig ontwikkeld: algemeene gedachten en hebben zij niet, en bijgevolg, ook geene woorden om ze uit te drukken. Zij hebben een woord voor boom, te weten daru, maar willen zij u vertellen, bij voorbeeld, dat iets onder eenen boom gebeurd is, gij en zult ze niet verstaan 't en zij gij den name van den boom kent, want 99 keeren op 100 zullen zij het woord daru van kante laten en den eigenname van den boom gebruiken, gelijk wij zouden zeggen: onder eenen eeke of pruimelare, alhoewel het er weinig op aankomt dat het zulk of zulke boom zij.
Niets in de wereld en is moeilijker als de Mundaris te verstaan, als zij van hunne bloedverwanten en maagschap spreken. In 't vlaamsch en bezigen wij maar: vader en moeder, broeder en zuster, oom en moeie, neef en nichte, en dan met 2, 3 voorvoegsels, kunnen wij alle verwantschap uitdrukken. In 't Mundari en is er eerst geen gemeen woord voor ouders; vader en moeder, zeggen zij en anders niet. De weersplete van ons broeder en kennen zij ook