Biekorf. Jaargang 10(1899)– [tijdschrift] Biekorf– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Sinaï WE zitten soms een stond op Sinaï gebogen onder goddelijke glansen, een stond daarna, zoo zien we, om 't gouden kalf in dolle drift, pygmeeën menschen dansen. We hooren soms de groote stem van God, die in de dichtkunst dondert aan onze ooren, maar in den roes van stoffelijke vreugd, gaat de echo zelf van Godes stem verloren. [pagina 155] [p. 155] Dan zouden wij, met eenen wilden ruk, het kalf van goud ten gronde moeten slingren, en 't wriemlend volk, gelijk een muggendrom, verdrijven met een knip van onze vingren. En weer dan gaan, bij God ten hoogen berg, wat Hij ons zegt in steenen taaflen drijven, en, spijts 't gevoel dat in de diepten raast, bij Hem, met 't voorhoofd in het zonlicht, blijven. Lohengrin Vorige Volgende