Blijde Geheugenisse
der eerste Heilige Communie van Jules-Karel-Maria Vandeputte, zoon van Emile en Louise Florin, die, geboren te Kortrijk, op den 14den van Mariamaand 1887, voor den eersten keer zijns levens zijnen Heere en zijnen God ontving, in Sint Eloys, te Kortrijk, op den 21sten van Sint Josephsmaand, wezende Sint Benedictusdag, 't jaar ons Heeren 1899.
KAN er iets op aarde wezen,
dat den hemel meer behaagt
als een kind, dat, uitgelezen,
Jesus in zijn herte draagt?
Ei, dat kind, dat uitgelezen,
zijt gij zelve, omdat, nadezen,
op des Heeren Vleesch en Bloed,
gij onsterflijk leven moet.
Kander iemand nader komen
in de gunsten van den Heer,
als die God in hem genomen
heeft, den allereersten keer?
Dat zijt gij, die mochtet komen,
vóór zoo velen uitgenomen,
en genaken 't Heilig Lam,
dat ons al ontzonden kwam.
Wie is schoon genoeg van herten,
wie is rein genoeg van zin,
om, ééns 's jaars, te mogen terten
Bij den lieveling uws herten
moogt gij daaglijks binnenterten
in het hert van uwen God.
G.G.
|
|