over de gebruiken, en gespelen van dat genootschap? Nu dat gij christen zijt, ge 'n zijt toch zeker niet bevreesd van mij alles te veropenbaren?’
‘Bevreesd? Ik? - Eertijds, als ik nog de slave van den duivel was, ja, dan hadde ik de schrikkelijkste straffen te vreezen; maar nu, dat ik christen ben en kind van God, waarvoor zou ik nog te duchten hebben?’
‘Gij hebt gelijk, Lucas, de duivel en heeft voortaan geene macht meer over u; met christen te worden hebt gij aan hem, aan al zijne werken en al zijn bedrog verzaakt, vertrouwt mij dus alles zonder 't minste achter te houden.’
Volgens hem zou men in de Butwa vier trappen van leden onderscheiden:
Ten eersten, de Linga's of nieuwelingen, die in de geheime vergaderingen nog geenen toegang en hebben, maar die door een meer gevorderd Butwa-lid, in de gebruiken en in de tale van 't genootschap onderricht worden. Want, gelijk onze vrijmetselaars, hebben ze hunne geheimzinnige woorden, die van een ander niet verstaan en zijn.
Ten tweeden, de Kiburi's, die wat meer gevorderd, den eed, van de geheimen te bewaren al afgeleid hebben, en die in de vergaderingen en in de Butwa-spelen al mogen tegenwoordig zijn.
Ten derden, de Kangala's, die, gelijk men bij ons zou zeggen, het doopsel reeds ontvangen hebben, en die de hooge geheimen leeren kennen.
Ten laatsten, de Singuru's of de hoofdmannen, wien het toebehoort den tooverdrank te verveerdigen, en te beslissen wie in den Butwa mag aanveerd worden, of, is hij er alreeds in, hooger mag opklimmen.
Lucas behoorde tot den trap der Kiburi's; ook en kon hij geen de minste inlichtingen verschaffen over de Kangala's noch over de Singuru's, noch over hunne tooverkunsten, maar over de Linga's en over de Kiburi's deelde hij mij 't volgende meê.
De Linga's. Om als Linga aanveerd te worden moet men: