Germanen, en lagen hunne landerijen hier en daar verstrooid, en wierden ze volgens hunne eigene geplogentheden onder hen verdeeld en beboerd, de woningen en stonden toch niet ver van malkander.
Steeg de bevolking van zulk een oord in getal, en kwam het hierdoor in aanzien, 't wierd iet of wat merkweerdig en 't verwierf bij de aardrijkskundigen van die tijden, den naam van stad.
De Germanen verachtten enkel de bemuurde steden; hunne dapperheid strekte hun tot bolwerk.
***
Onder vele germaansche steden kent Ptolemoeus ook Leukaristos.
Wat mag die naam bedieden?
Als Leuko-ristos wordt hij eenigszins duidelijk.
Leuko is een keltische stam: in de germaansche landen geraakt men dikwijls op 't spoor van oude keltische benamingen. De stam Leuko beteekent licht.
Wat is ristos?
Men vermoedt dat het de keltische gedaante is van een woord dat men ook in andere indogermaansche talen tegenkomt. Men stelt het in verband met het indisch prstham, rug, top, 't dietsch vorst, de veurst van 't huis of de kruine van 'nen berg, verder ook met het eigenduitsch, niet romaansch woord forst, woud.
Leuko-ristos wordt aldus het licht woud of de lichte berg, de kale berg alsof men zeggen zoude: lichtenberge.
***
Wat is Lichtervelde?
Vermoedelijk dezelfde gedaante die wij tegenkomen in de volgende benaming eener Berlijnsche strate: Lichterfelderstrasse.
Lichtervelde is middeldietsch en 't heeft daar geene bediedenis of 't moet een regelmatige genitivus meervoud zijn, lijk de Duitsche weêrga: Lichterfelder.
Onze dorpen heeten dikwijls altare in de oude oorkonden; neemt dat de lieden zeiden: Lichtervelde outaar, Lichtervelde kerke; het woord Lichtervelde, in den