en Broeder Van Houtte, van Torhout, beiden van 't gezelschap Jesu.
God zegene de reize en het edelmoedig werk van die eerweerde Vlamingen.
TE Sint-Denijs maken de geriefelijkheden der hofstede doorgaans een gesloten, vierkanten bouw uit.
De gebouwen zijn in gebakken steenen.
Op eenen kant staat de woonstede; de stallingen maken twee vleugels uit, twee andere kanten van het vierkant: langs elke dier twee zijden vindt men ingangpoorten.
Rechtover het huis staat de schure.
Te Pitthem houden de gebouwen aan elkander niet.
Tenden het hof staat het huis, rechtover het hekken.
Langs den eenen kant zult ge de schure; langs den anderen kant, rechtover de schure zult ge de stallingen aantreffen.
Wie beschrijft er de oorbeeldige hofsteden uit andere streken van Vlanderen? 't Is zeer merkweerdig voor de kennis van land en volk.
J. Cl.
KNOCKE is een Keltische naam; een knok is eene hoogte; hij heet in 't Ierlandsch cnoc en in 't Oudbortoensch cnoch, blijkens den Wortschatz der Keltischen Spracheinheit van Whitley Stokes.
De Kelten hebben vroeger in Duitschland ook verkeerd; ze hebben er benevens eenige Keltische benamingen van waterloopen ook hier en daar 'nen knok als gedachtenis nagelaten.
J. Cl.
IN een oud handschrift vindt men de volgende rijmreken van 't jaar 1513, aangeteekend in de Sinte Pieters kerke van Thielt:
Op Ste Benedictus dach, te clocke zesse,
Quamp hier eenen hert in de kerke gheghaen
Binnen dat men dede de eerste messe,
Ende was bachten d'hooghen autaer ghevâen;
Op dien tijt laeghen de Inghelsche voor Terwaen.
J. Cl.