Blijde gedachtenisse eener Eerste Communie
Kleenen H. Sakramentsdag, 1895. Collegie-Dixmude.
DEZEN nacht in mijne droomen
is een Engel mij gekomen:
‘Kind,’ sprak hij, in liefdetale,
in uw hert zal nederdalen.
Kinds des Hemels, wil Hem geven,
wat gij liefst hebt in uw leven;
want geen Engel is bekwame,
op dien grooten dag, te namen.’
Hemelwaards, op gouden veder,
vloog de schoonen Engel weder!
En dees morgen toen ik ging
t' Heilige Tafel, ik ontving
't eigen Vleesch en 't eigen Bloed
van mijn' God; mijn' Jesus zoet!
De aarde vóór mijn oog verdween,
d'hemel, oh! mij open scheen,
en mij docht, 'k en leefde, ik, niet!
'k hoorde een' zang, een engellied,
schoonder dan de vedelklank,
zoeter dan het harpgezang:
Heilig, driemaal heilig: God!
't Gezang was gedaan; maar een troostend woord heb ik uit den mond van mijn' Jesus gehoord:
‘Ik heb mijnen throon naar uw herte doen dragen: uw herte, mijn kind, is een hemel vandage!’
E.B.