Inghelmunster, in de hoogestrate: menigvuldige heerdsteden, met houtasschen en zwart kei-gerief, lemmers, schreepmessen; niet verre van Oostroosbeke in eenen elleboge van de Mandel, pijlspitsen en ander kei-allaam.
Iseghem, 1 m. 20. diepe: heerdsteden, houtasschen, eerden ware, keiallaam.
Kemmel, op den berg, 162 m. boven den zeespiegel; keimessen zonder ende of grond, stukken van happen, schichten, pijlspitsen en eerden ware.
Lendelede, bij 't Bergcapelleke: kleene steenen gladde kei-happe, uit de steengroeven van Spiennes.
Lichtervelde, Veel bewrocht kei-gerief.
Lophem, rechts, langs de Leybeke: bewrochte keischelfers.
Oostende, op het strange: pijlspitse, toe behoorende Mr Cumont; tusschen Oostende en Mariakerke: een keien lemmer.
Pithem, op den berghoek: veel bewrocht kei-gerief en schreepmessen.
Ryckevelde, bij 't Hof te Maels, op Sinte Kruis-Sysseele: een groot getal bewrochte kei-schelfers, pijlspitsen, van de fijnste uit.
Roonberg, 140 m. boven den zeespiegel: eene macht kei-allaam, happen, messen.
Scherpenberg, 121 m. boven den zeespiegel: kei-messen, happen, hamers.
Steenbrugge, bij Assebroucke, langs de Leybeke: heerdsteden met houtasschen, eerdenwerk, door menschenhanden bewrochte keien en keisschelfers, dienende tot messen, pijlspitsen, hamers, schreepmessen enz.
Tieghem, op Sint Aarnoudsberg: allerhande keien schreepmessen.
Tilleghem, langs de Kerkebeke: welbewrochte pijlspitsen.
Zillebeke, Overgroote zandsteenbonke, in de pastorije, daar volkszeg aankleeft; en, op 't Zwartleem, 1 m. 50 diepe, in eene kei-groeve, groote woonvloer of heerdsteê, met houtasschen.
Zwartenberg, 133 m. boven den zeespiegel: pijlspitsen en ander allaam, gelijk te Steenbrugge.