Mingelmare
Eerweerde Zuster Maria Godelieve
HET werk der zendingen in Congoland, heeft een pijnlijk verlies gedaan, door het afsterven van de Eerweerde zuster Maria-Godelieve, jongvrouw Ryckebusch, geboortig van Abeele bij Poperinghe. Zij stak over naar Africa met den eersten zendelingstocht van zusters, op den dertienden in wintermaand 't jaar 1891, en is onlangsleden te Luluaburg in den Heere ontslapen. Gelijk hare negen gezellinnen, die allen onze bewondering weerdig zijn, was zij uit zuivere liefde tot het menschdom heengegaan, en zij had de schuchterheid van haar geslacht overwonnen, om haar leven aan een lastig en ondankbaar werk toe te wijden. Ondanks de moeilijkheden die eigen zijn aan het werk dat zij vrijwillig ondernomen had, leefde zuster Godelieve gelukkig in Congoland; de berichten immers vol van eene vlaamsche vroolijkheid, die zij in de verhandelingen der geloofsboden van Scheut nu en dan liet verschijnen, zijn daar om het te getuigen. Zij was bezield met één gedacht, en 't is voor dit gedacht, dat zij zonder klagen, op het veld van eere gestorven is.
En dit verlies, dat ons tot droefheid stemt, doet ons eenen wensch uiten. 't Is dat de zusters zoo lange in Africa niet meer en zouden vertoeven. Zuster Godelieve was reeds meer dan vijf jaar in Congoland! 't Is te veel. Op weinige uitgezonderden na, en kunnen de kloekste mannen het zoolang niet uithouden onder den Evennaar, en men zoude zulkdanig verblijf opleggen, aan die zoetaardige jonge dochters, die voor geenen last achteruit en wijken, en gereed zijn tot alle zelfsverloocheningen! Dat en kan niet zijn. Het werk ter beschaving van Congoland en mag van hunne onmeetbare edelmoedigheid zulk geen offer aannemen.
Wij vragen dat men voor de zusters zoude doen, 't gene men doet voor de krijgslieden, voor de werkscheppers, de geneesheeren, de handelaars en de werklieden, 't is te zeggen, dat zij, na drie jaar verblijf in Congoland, naar hun vaderland zouden wederkeeren.
(Vertaald uit Le Mouvement Géographique - 1897, blz. 79).