Vrouwelijke ambtenaren.
Zooals men weet, heeft de vrouwenemancipatie in Amerika reeds zulke vorderingen gemaakt, dat men er niet alleen vrouwelijke doctoren en advocaten, maar zelfs vrouwelijke predikanten aantreft. In de ambtenaarswereld vooral hebben de vrouwen zich in den laatsten tijd eene aanzienlijke plaats veroverd, zoodat men daar van ondervinding kan spreken wat hare verdiensten, geschiktheid en bruikbaarheid betreft. Een hooggeplaatst regeeringspersoon nu schrijft omtrent de vrouwelijke beambten het volgende in de Scientific American:
‘Een klein dozijn vrouwelijke ambtenaren veroorzaakt ons meer drukte dan een geheel honderdtal mannelijke. Onder de eersten heerscht de kleingeestigste ijverzucht over bevorderingen, over de arbeidsverdeeling, ja zelfs over de zitplaatsen, die zij in het bureau moeten innemen en duizend ingebeelde bevoorrechtingen. In al deze kinderachtige kibbelarijen om niets wordt de hoofdambtenaar van het departement betrokken. De dames vervolgen mij niet alleen in mijn bureau, maar tot zelfs in mijn huis; ja er zijn gevallen voorgekomen, dat zij beproefden mij uit mijn bed te laten halen om haar grieven aan te hooren. Er gaat haast geen dag voorbij, dat er niet een paar voor mijn deur staan, en op straat kan ik mij nauwelijks laten zien, zonder door dames staande gehouden te worden. Het ergste is: tegen een man kan men nog eens uitvallen, als hij indringend wordt, maar tegen eene vrouw niet, wijl zij u altijd hare hulpeloosheid als dekschild voorhouden. Voor enkele der aangestelde vrouwen koester ik wel sympathie, daar zij eerlijk, vlijtig en accuraat zijn en ook schranderheid bij haar werk aan den dag leggen; maar over het algemeen zijn toch de vrouwelijke ambtenaren onverdraaglijk.’
't Is zeker niet galant tegenover de dames; doch blijf maar eens galant, als zij het u zoo lastig maken!