Uit ons humoristisch schetsboek.
Dame: ‘Zie toch eens hoe chic uw collega er altijd uitziet, terwijl gij altijd in zoo'n armzalig pak loopt; en hij heeft toch nog minder tractement dan gij. Hoe legt hij dat aan?’
Heer: ‘O heel eenvoudig: ik betaal mijn kleermaker en hij niet.’
Een heer (tot een ambtenaar aan een der ministeries):
‘Leest ge in het geheel geen dagblad, mijnheer?’
Ambtenaar: ‘Ja, wel een stuk of vier: vijf alle dag’
De heer:‘En ik zie er u nooit een lezen.’
Ambtenaar: ‘Och, dat doen we op 't bureau.’
Jonge dame: ‘Nu hebt gij ons verschillende soorten
van zinneloozen laten zien; maar toon ons nu eens die ongelukkigen, die uit liefde zot geworden zijn.’
Krankzinnigen-dokter: ‘Die categorie is sinds jaren verdwenen; uit liefde wordt tegenwoordig niemand meer zinneloos.’
A: ‘Nu mijnheer, ge rijdt zeker voor den eersten keer?’
B: ‘Och, neen, vriend, voor den laatsten keer.’