Het electrisch licht en de kortzichtigheid.
Het is opmerkelijk hoezeer het aantal jongelieden, die brillen dragen, toeneemt; bijna de geheele studeerende jongelingschap onzer dagen is met bijzienheid behept en het wordt wezenlijk tijd dat de oorzaken dier schrikbarend toenemende kwaal worden opgespoord, ten einde ze zoo mogelijk te kunnen wegnemen. Professor pickering te Londen heeft dit vraagstuk in den laatsten tijd tot een onderwerp van ernstige studie gemaakt en is door lange en talrijke waarnemingen tot de conclusie gekomen, dat de schuld der veelvuldige kortzichtigheid te zoeken is in de warmte, welke onze hedendaagsche verlichtingstoestellen ontwikkelen.
De vlammen onzer lampen en de glazen cilinders, die ze omgeven, stralen eene aanzienlijke hoeveelheid warmte uit, die door het witte papier weerkaatst wordt. Daarenboven wordt ook de hygrametrische toestand der omringende lucht veranderd, met het gevolg dat het voorhoofd, de slapen en de oogen als het ware uitgedroogd worden.
Dit gevoelen schijnt bevestigd te worden door het feit, dat hoofdpijn en vermoeidheid der oogen tijdelijk door bevochtiging met koud water verzacht worden; en passant zij hier nog bij gevoegd dat onlangs in een engelsch blad een persoon, die het bij eigen ondervinding wist, als middel tegen oogenpijn het inwrij ven der oogleden met zuivere glycerine aanried.
Daar alzoo het licht onzer petrool- en gaslampen door de aanmerkelijke hitte, die het ontwikkelt, zulke schadelijke gevolgen na zich sleept, ligt het voor de hand dat ook met het oog op de toenemende bijziendheid het electrisch licht volstrekt de voorkeur verdient. De meerdere intensiteit nog daargelaten, heeft toch de electrische verlichtiug het voordeel dat zij de omringende lucht weinig of in het geheel niet verwarmt. In de teekenzalen van het Kensington-Museum te Londen moet men daaromtrent reeds gunstige ervaringen hebben opgedaan.