Kristus voor Pilatus.
De groote gravure van Munckacsy beslaat de twee midden bladzijden van onze Illustratie. Wij vinden deze samenstelling voorzeker prachtig, doch de figuur van den Heiland voldoet ons niet. Zij mist het verhevene, het goddelijke dat wij in haar erkennen Heel te recht zegde ten dezen opzichte een nederlandsch tijdschrift:
‘Die schilderij toch, in den afgeloopen zomer te Amsterdam geëxposeerd, heeft zooals men weet veel van zich doen spreken; in bijna alle bladen werden er ernstige beschouwingen aan gewijd, duizenden Nederlanders en vreemdelingen, ter gelegenheid der Wereldtentoonstelling naar Amsterdam gestroomd, gingen ze bezichtigen en bewonderen; er werden verschillende op- en aanmerkingen geuit, doch er was maar ééne stem over de aangrijpende schoonheid der geheele compositie, over de meesterlijke groepeering der figuren, het levend realisme, waarmee de hartstochten waren weergegeven, de geleerde nauwkeurigheid der typen en vooral het verrassende lichteffect, waardoor Munkacay's schilderij aan de beroemdste meesterwerken van Rembrandt deed denken De groote grief, die bijna algemeen tegen het werk van den Horgaarschen meester geuit werd, betrof zijne Christusfiguur, die zooals ieder bij den eersten oogslag zien zal, aanmerkelijk afwijkt van de aangenomen Christus type, waaraan de overlevering ons gewoon gemaakt heeft. Men erkende dat Munkacsy inderdaad eene edele imposante figuur had geschapen, maar vond dat het gelaat van den Christus, ondanks al de wijsheid en den zielenadel, die van het hooge voorhoofd straalden, niet den hoogeren, boven natuurlijken stempel droeg van den Zoon Gods Munkacsy's Christus is een wijsgeer, een edel en groot man, een onschuldig lijder, een slachtoffer van domheid en blinden haat, een martelaar der waarheid zelfs, maar het is niet de Zoon Gods, zooals het geloof van den Christen zich dien voorstelt, met het aureool der godheid om de slapen, die zelfs te midden zijner diepste vernedering nog onweerstaanbaar uitblinkt. De schilder heeft zich hier laten medesleepen door een streven, dat niet wortelt in een levend geloof, hij is voor zijne Christus-figuur bij het moderne realisme ter school gegaan, terwijl alleen de christelijke overlevering ons hier eene waardige type aan de hand kon doen. Vandaar dat hij ons slechts het schouwspel geleverd heeft van eene zedelijke meerderheid, door de domme schare uitgejouwd, maar ons in den strengen zin van het woord geen Christus voor Pilatus heeft geschilderd.’
Dit punt ter zij gelaten, is het tafreel van Munkacsy een der prachtigste schilderstukken die wij in jaren te zien kregen, en onze lezers zullen ons dank zeggen, dat wij hun die niet minder prachtige gravuur te zien gaven.