Verbazingwekkend.
Een professor in een gezelschap:
‘Inderdaad, vergeleken met vroegere eeuwen zijn de astronomische ontdekkingen van onze dagen grootsch te noemen. Met welk een verbazende nauwkeurigheid berekenen wij b.v den afstand waarop de sterren van onze aarde staan. Neptunus 600 millioen mijlen, Venus 14½ millioen....’
Een belangstellende toehoorder, die met bewondering den hooggeleerde aanstaart:
‘Ja, dat men weet hoe ver de sterren van de aarde staan, dat is niets. Maar dat men weet hoe zij heeten, dat is verbazend!’