[Nummer 25]
Onze gravures.
De Chineesche ministers.
De oneenigheid die tusschen China en de fransche republiek, betreffende Tonkin, is uitgebersten, roept, natuurlijk, de aandacht in op de chineesche diplomaten. De markies Tseng, welke niet alleen China vertegenwoordigt in Engeland, maar ook als bijzonder gevolmachtigd gezant in Frankrijk optreedt, heeft Parijs verlaten, liet daar slechts een gezantschaps-secretaris achter en is nu naar Engeland terug gekeerd. De markies is een zeer beschaafd man en een kundig diplomaat. Hij is sedert 1879 in Europa en heeft er zich een groot getal vrienden verworven. De titel van markies bestaat thans ook in China, even als die van hertog, graaf en baron. Men moet echter opmerken dat deze titels niet altijd erfelijk zijn, doch zij worden wel eens van een onderscheiden man op diens zoons overgebracht. Die overdracht is echter het gevolg van eene bijzondere gunst. Het tweede portret is dat van Li-Hung-Chang, de tegenwoordige hoofdbestuurder van het chineesche rijk, onderkoning van Chih-Li. De keizer van China Kwang-Su, was, toen hij in 1875 den troon beklom, een kind. Beurtelings was de weduwe des keizers, Tsien Feng en prins Kung, regent en regentes, en thans is die last opgedragen aan Li-Hung-Chang, een hoogst onderscheiden staatsman en militair bevelhebber, die in 1860 met kolonel Gordon den oproer van Tai-ping dempte.