De ezelstraf in de middeleeuwen.
Het middeleeuwsch wetboek bevat een aantal straffen, die in onze dagen ten eenemale zijn verloren gegaan, en die wij enkel als curiositeiten, als uitdrukking van de zeden des tijds toen zij in voege waren, beschouwen. Niet alleen ieder land, maar iedere stad, heeft dergelijke historische herinneringen, die zich in den nacht der tijden verliezen en zich zeer lang, enkel op de traditie, hebben recht gehouden.
In onze kempische dorpen bestond ‘het ploegspannen,’eene straf, welke toegepast werd op degenen, welke zich veroorloofden hunne vrouw te mishandelen. Dr. Snieders, in een zijner eerste werken, heeft die volksstraf zeer geestig en dichterlijk beschreven, en zóó diep was dit barbaarsch gebruik bij 't volk ingeworteld, dat dertig jaar geleden de bewoners van zeker gehucht in Noordbrabant, nog dreigden die straf op een baldadig echtgenoot toe te passen. Zonder de waarschouwing van een verlicht burgemeester, had men buiten allen twijfel de bedreiging uitgevoerd.
In Duitschland bestond de ezelstraf en wij zien ze hier toegepast, niet op een brutalen man, maar op eene helleveeg, die haren echtgenoot meer dan een pijnlijk uur heeft doen ondergaan. De ezelstraf bestond hierin dat de Xantippe op eenen ezel geplaatst en door het toegestroomde volk, huilend, tierend, lachend en spottend door de straten geleid werd.
Er werd aan die straf een zeker officieel karakter gegeven, want de ambtman las het vonnis af, en hellebardiers hielden het juichende volk in bedwang. De stroom is echter zoo groot op het geestige tafereel, dat hij dreigt al wat tegenstand biedt, te breken. Eens den dam gebroken, zal men de booze vrouw omringen en haar de meest duivelsche spotternijen toewerpen - en zij, zij zal, op den ezel gezeten, dit alles moeten onderstaan.
Overal, in huizen, open deuren en vensters, op hoeken en puien wacht men de Xantippe af; de vrouwen lachen en kwetteren het hardste, en willen niet gelooven, dat op haar, wie weet hoe spoedig! het hodie mihi, eras tibi kan toegepast worden. Wie weet inderdaad of dit of dat vroolijk gezichtje, dat nu het tooneel lachend gaêslaat, binnen eenigen tijd ook niet op den ezel rijdt!