hoornkleur; het oog oranjekleurig, den blik wreed; de kam is zeer klein en zwartachtig, maar wordt gewoonlijk, even als kin- en oorlellen, afgesneden; romp zwaar, kegelvormig, goed gebouwd, breed naar voren en smal naar achter en, als bij den Maleiër-haan, naar achter hellend; schouders uitstekende; vleugels lang; rug breed; het gevedert dicht en tegen het lichaam gedrukt; hals lang, maar krachtig; halsveeren lang, dun en tegen den hals gedrukt; pooten zwaar; loopbeen lang, sterk, gespierd en met vreesselijke sporen gewapend; de kleur der pooten is donkergrijs; de teenen zijn lang en goed gevormd; de staart goed van veeren voorzien en bijna horizontaal gedragen.
De hen heeft ronder vormen dan die van den haan, maar zij heeft even als de haan, een zwaar lichaam, dat op dikke, lange beenen rust; kam zeer weinig ontwikkeld, keellappen klein; de kleur van kam, keellappen en kin zwartachtig.
De meest voorkomende kleurslagen zijn: bruin, blauw, leigrijs, zwart, wit en gesperwerd. De zwarte met goudkleurig behang en de leigrijze zijn vooral de kleuren, waarnaar men bij dat ras bijzonder vraagt. De leigrijze variëteit is zeer gezocht als de dieren van beiderlei geslacht over het geheele lichaam gelijkvormig gekleurd zijn; maar de hanen hebben dikwijls goudkleur in de hals- en vleugelveeren, de schouders kastanjebruin of grijsachtig zwart en den staart donkergrijs.
De zwarte met goud behang zijn de sterkste en moedigste. Als nuthoen verdient dit ras even weinig aanbeveling als de meeste vechthoenders; wel zijn de hennen tamelijke legsters, maar de vechtlust en het woest karakter dezer hoenders maakt ze voor het hoenderhof teenemaal ongeschikt.
Somtijds wordt het belgische vechthoen - zeker ten gevolge den naam van kraaikop met het Breda-hoen of den hollandschen kraaikop of kraaibek (toorensche kraaier) verwisseld. Beide zijn echter verschillende slagen. Eene variëteit van het belgische vechthoen schijnt het normandische hoen te zijn - dat Maihtland ten onrechte als identisch met de Houdans beschouwt. Het lichaam van het normandische hoen is lang gestrekt, de kop fijner en met een spitsen kam, of soms met een klein kuifje voorzien. Deze hoenders. worden om hunne vruchtbaarheid geroemd.