[Nummer 11]
Onze gravures.
Terugkeer van den prijskamp.
Wij staan hier voor een recht waalsch tafreel, in eene kleine stad, en waarin de kunstenaar voortreffelijk den komischen kant van de heuchelijke gebeurtenis heeft weten weer te geven. Alles is hier waar, volkomen waar. Van het gapende volk af tot het achtbare schepen-collegie, dat de laureaten, teruggekeerd met den bloemtuil, van de verstkomenden, in eene lange redevoering verwellekomt.
terugkeer van den prijskamp, naar jules demeulen.
De klarinettist-direkteur, die de redevoering naarluistert en waarvan hij, we verwedden tien tegen een, geen woord verstaat, is een type van den burger-soldaat, en al de pluimbossen die achter hem komen, zijn van dezelfde gehalte. Zij vormen eene groep karikaturen, die Cham niet zou hebben verstooten.
Het drietal, burgemeeester en schepenen, zijn met waarheid getypeerd en we zouden zeker vroolijke oogenblikken beleven, als wij mochten hooren, wat die burgemeester wawelt van roem en grootheid, van eereglans verspreid over het stadje, van de voorvaders die van geluk trillen in hun graf, om de glorie door hunne zonen behaald!
Het is ook geene kleinigheid eenen prijs, den bloemtuil, in het concours national te behalen, ofschoon zekere kritiekers, die geen denkbeel hebben van wat kunst en roem is, beweeren dat men beter zou gedaan hebben den klarinettistdirekteur eene roode kool in de hand te geven. Die toch had nog door de hongerige laureaten Kunnen opg smuld worden, terwijl deze nu nog zouden kunnen gedwongen worden hunne roode pluimbossen in de marmit te steken, om ten minste den feestelijken dag ook feestelijk te kunnen gedenken.
Doch ‘kunst baart nijd’ zegt de oude spreuk en dit troost dan ook - de ‘artisten’ die door al de kinderen, de herbergpilaren en dienstmeiden bewonderd worden - en voorwaar! ze zijn wel bewonderenswaardig en wij danken den kunstenaar dat hij ze door zijn talent vereeuwigd heeft!