Oude herinneringen en indrukken van Amsterdam bij hare Tentoonstelling.
(Vervolg.)
II.
Het reizen was in die dagen eene buitengewone zaak. Voor eene reis van Amsterdam naar Antwerpen gebruikte men twee dagen met een rijtuig en een nacht in de Utrechtsche trekschtuit. Het zomersaisoen werd, door deftige lamiliën, doorgebracht op eene buitenplaats aan den Amsterdamschen weg, of aan de oevers van den Amstel gelegen. De gegoede winkeliers hadden hun theetuintje even buiten de stad. Die tuintjes lagen langs smalle paden; elk tuintje had een koepelhuis in hout gebouwd, om er den zondag door te brengen.
Die nu niet in bezit waren van theetuin of buitenplaats, gingen des zondags naar de van ouds beroemde herberg de Beerenbeit, even buiten de stad, aan den Amstel gelegen, of wel naar de Kalfjeslaan, waar de beroemde hardraverijen gehouden werden, waarvoor tot prijs een zilveren zweep werd uitgeloofd.
Amsterdam had ook hare vermakelijkheden: de hollandsche komedïe bloeide in dien tijd en Holland was vermaard om zijne treurspelen, toen de beroemde Snoeck en mevrouw Sisenis leefden. Toen speelde men in Amsterdam het deftige treurspel Gijshreebt van Amstel van Vondel, dat nog steeds als herinnering aan die tijden, jaarlijks op nieuwjaarsavond, opgevoerd wordt, gevolgd door het kluchtspel Chloris en Roosje.
Er bestond ook reeds een fransch theater, waar insgelijks deftige opera's, zoo als Tancred en de Calif de Bagdad werden opgevoerd. In Amsterdam is veel liefhebberij voor muziek, en vooral voor klassieke muziek. In het gebouw Fetix Meritis werden uitmuntende concerten gegeven, waarbij vele voorname heeren als liefhebbers, in het orchest meespeelden.
Later zong de vermaarde tenor Vrucht met geestdrift het Wien Neêrlandsch hloed, waarmede hij zelfs in Rusland lauweren heeft ingeoogst.
Amsterdam had vroeger kermisfeesten gedurende vier weken. Er was één week, bestemd voor deftige familiën, èèn voor de burgers, èèn voor de boeren en buitenlieden, en èèn voor de meiden en knechts.
Dan was het overal zichtbaar dat het kermis was. De oude Botermarkt thans Rembrandtsplein, was gevuld met barakken en tenten, waaronder het van ouds bekende Janklaasspel eene groote rol speelde. Verder zag men er de menagerie van Van Aaken; het honden- en apenspel, diorama's en panorama's (doch niet geschilderd door een Verlat), en meer andere aardigheden.
Het paardenspel van Blondin was bij een der poorten van de stad, op een groot plein, gebouwd. Op het Westermarktplein waren de kramen van voorname winkeliers uit de stad en het buitenland geplaatst, en weer een ander plein was gevuld met de wafel- en poffertjeskramen.
Op alle deze plaatsen was er gedurende de kermis een aanhoudend gedrang van het volk. Honderden draaiorgels werden rondgedragen en overal liet zich het schel geluid van kinderen met kermisfluitjes, trommels en ratels hooren.
Volgens eene oude overlevering, zou eene poging tot het in brandsteken van de voormalige Beurs te Amsterdam, door kinderen ontdekt zijn geweest, en als belooning daarvoor, worden de kinderen, sedert onheuglijke tijden, gedurende de kermis, een dag op de Beurs met trommels toegelaten; het is een oorverwoestend concert.
Een volksfeest In Amsterdam, waarvan de oorsprong duister is, is de zoogenaamde Hertjesdag in de maand augustus.
Op dien dag werkt het volk niet, en men gaat wandelen buiten de stad op den weg naar Haarlem. Duizenden menschen uit het volk verlaten de stad om de buitenlucht te genieten en wandelen op dien Haarlemschen weg, zonder verder doel. Het is altijd heilzaam voor zeer vele bewoners van Amsterdam, die in vochtige onderaardsche kelders verblijven, waar zij nooit het daglicht zien; keiders, waarin menschen wonen, die nooit het schoone natuurtafereel van het opkomen en ondergaan der zon hebben gezien; die men kan wijsmaken dat de aardappelen aan de boomen groeien, omdat zij voortdurend tusschen de huizen en op straten zich bewegen.
Amsterdam heeft ook vele oude gebruiken, waarvan sommigen nog van de katholieke tijden hunnen oorsprong hebben. Het is dan ook eene van die steden, welke bij de reformatie het langst katholiek is gebleven.
Zoo heeft men het St.-Nikolaasfeest, dat in Amsterdam bijzonder gevierd wordtGa naar voetnoot(1). Het is eigentlijk een kinderfeest, maar ook bejaarde menschen nemen er deel aan, zelfs de protestanten, die, als er wat te smullen valt, vergeten dat iets van paapsche afkomst is. Welnu, 's avonds voor St.-Nikolaasdag was de Kalverstraat gevuld met meuschen, en bij de fransche banketbakkers van dien tijd, zoo als bij Terras en Briguet, zag men honderden equipages van de voorname patriciërs der stad elkander opvolgen, om die winkels te bezoeken tot het koopen van St.-Nikolaasgeschenken voor de kinderen. Bij deze gelegenheid deden dames en heeren zich te goed met het beroemde lelterbanket, waarbij dan gewoonlijk een glaasje punsch gebruikt werd.
Het was in Amsterdam alleen in gebruik, op Palmzondag de kinderen een Palmpaschen te koopen, waarmede men dan door de straten ging ter verkoop. De Palmpaschen was een tak met palm, brood, vijgen en klatergoud versierd.
In Amsterdam alléén werd er brood gebakken met een boon, op Driekoningendag, en liep men met trekbrieven en gedrukte kronen rond voor het Driekoningenfeest. Op St.-Martijnsavond ging de straatjongen huis aan huis zingen.
Bij de huwelijken van voorname familiën was het de gewoonte bij familie en vrienden de zoogenaamde hypocras rond te zenden. De hypocras werd door de apothekers bereid en bestaat uit witten wijn, met welriekende kruiden doortrokken. De flesschen waren met goud papier en zijden linten toegemaakt.
Op de bezoeken van kraamvrouwen, werden er kleine suikerkorrels aangeboden die men muisjes noemt. Was het kind een jongetje, dan waren de muisjes gekarteld, was het daarentegen een meisje, dan waren zij glad. Bij de boeren, in de omgeving van Amsterdam biedt men ook bij het huwelijk een soort hypocras aan, doch men noemt dit bruidstranen en het bestaat uit brandewijn met rozijnen.
De zaturdagavond werd algemeen gevierd met warm brood, dat men ballen noemt; het zijn zes kleine ronde broodjes aaneen gebakken; zij worden in een wit mandje met heldere serviet gedekt, binnen gebracht. Sommige van deze gewoonten zijn nog heden in gebruik, als ook het ophangen van eene kroon van dennenloof, bij den vischverkooper als de nieuwe haring is aangekomen, en het rondzenden bij de goede kalanten, door den boterboer, van nieuwe grasboter in de gedaante van lammetjes, met een paar krenten voor de oogen en palmtakjes voor ooren en staart, versierd. Het waren dus geen kunststukken van beeldhouwwerk.
zegt het oude spreekwoord.
Wie kent niet dat hollandsch banket? en dan die heerlijke grasboter, Holland's roem is ook niet te versmaden.
Het bekende mirakel van Amsterdam is nog niet door het protestantismus, bij de katholieken uit het geheugen verdwenen; het wordt jaarlijks nog plechtig gevierd in de katholieke kerk op het Oude Begijnhof. Men heeft mij gezegd dat er nog godvruchtige menschen zijn, die instilte den ommegang van vroeger volgen.
Men heeft ook nog in Amsterdam den Heiligen Weg, een volkrijke straat, die van de Kalverstraat naar het Cingel loopt. Het huis, waar het mirakel in Amsterdam plaats had, is in de Kalverstraat gelegen en de kist, waarin de H. Hostie gedurende eenigen tijd bewaard werd, is in handen van de protestanten gekomen en wordt bewaard in het jongensweezenhuis.
Ik begrijp niet, waarom de protestanten deze reliquie niet aan de Katholieken willen teruggeven; zij heeft immers voor hen geene de minste waarde?
Amsterdam had in het begin onzer eeuw achttien katholieke kerken, die uiterlijk niet het aanzien van kerken hadden; het waren meestal. pakhuizen tot dat einde ingericht. Sommige waren zoo klein dat er geen plaats voor den preekstoel was, die ofwel zeer hoog tegen den muur was aangebracht; ofwel uit den grond te voorschijn kwam, wanneer er gepreekt werd.
Alhoewel de protestanten, met hunne menigvuldige secten, niet paapsgezind waren, leefde men toch in vrede, en werd de burgerlijke beleefdheid stipt in acht genomen. Somtijds hadden katholieken vriendschappelijken omgang met de protestanten, en spraken nooit over geloofsbeginselen. Men had niet in Amsterdam of elders den openlijken haat en nijd van de belgische liberalen van onzen tijd; neen, het christendom werd geëerbiedigd.
Katholieken en protestanten geloofden aan God en den Goddelijken Verlosser. Geheel anders was het met de joodsche bevolking; men leefde wel in vrede met hen; doch nooit had een christen omgang met den jood.
Nu zal ik nog, als dessert tot slot mijner herinneringen van Amsterdam, eene lijst der lekkernij geven van de oude Amstelstad, om te vervolgen met mijne indrukken van het moderne Amsterdam bij gelegenheid harer tentoonstelling:
Peperkoeken in soorten, taai-taai, theebanket, suikerjannetjes, zoete krakelingen, zoute krakelingen, korsjes, duimpjes, heiligmaker, kappittelstokjes, janhagel, boterbiesjes, kolombijntjes, spritsen, marsepijn, knapkoek, 'St. Niklaas goed, St. Niklaas letters, ulevellen, moskovisch gebak, bitterkoekjes, zoute mopjes, oblietjes, pruimentaartjes, patientie, dominé'sklontjes, muisjes en knipperdolletjesGa naar voetnoot(1) een soort van kleine beschuitjes, die men bij chocolade gebruikt en die het huwelijk beslissen door het boven of onder drijven van de boven-, of onderkorst in de chocolade.
(Slot volgt).
A.M. Oomen.