[Nummer 7]
Onze gravures.
In de chineesche afdeeling te Amsterdam.
Al wie de Amsterdamsche tentoonstelling bezoekt, zal daar eenen schat van volkenkennis kunnen opdoen en dit is zeker een der eigenaardigheden van die tentoonstelling, welke menin hare vroegere zusters te Londen, te Parijs of te Weenen niet vond.
Tentoonstellingen gelijken allen op elkander, zeggen vele menschen; of ik er eene of nog meer zie, dat is al gelijk! Oppervlakkig genomen is in die woorden eenige waarheid; doch bij het minste nadenken ziet men wel dat zij totaal valsch zijn, en zij, die ze van het tegendeel nemen, getuigen dat zij niet op de ware hoogte des tijds zijn.
in de chineesche afdeeling te amsterdam.
Ja, uiterlijk, gelijken alle tentoonstellingen op elkander; doch brengt de ontwikkeling van den menschelijken geest daarin geene veranderingen te weeg, die aan het opmerkzaam oog niet zouden mogen ontgaan? Niet alleen heeft elke tentoonstelling hare variantes; maar is het niet wetenswaardig te zien tot op welken trap van volmaaktheid de nijverheden in de verschillende landen gekomen zijn; is er in die expositiën niet veel te leeren voor de nijverheden, die op slot van rekening, niet anders trachten dan zich op de groote wereldmarkt te verdringen?
‘Ik ben geen nijveraar!’ hooren wij zeggen. Wel, zeer wel; doch houdt gij er dan niet van uwe algemeene kennissen te ontwikkelen? Verlangt gij niet te weten wat er rondom u, in de wereld gebeurt? Hebt ge geen lust om de volkeren meer en meer te leeren kennen door hunne voortbrengsels, en met deze hunne zeden en gewoonten te kunnen doorgronden.
Amsterdam heeft onder dit opzicht een gansch ander karakter dan de voorgaande tentoonstellingen, en de koloniale inzendingen zijn voorzeker alléén reeds een bezoek in die wereldmarkt waardig. China blijft onder andere trouw onze tentoonstellingen bezoeken en heeft te Amsterdam een dieper blik in zijne samenleving laten werpen; de hollandsche koloniën van Oost- en West-Indiën waren voor het buitenland nagenoeg onbekend, en al die nieuwigheden zouden, de nijverheid daargelaten, geen bezoek waardig zijn?
Hoe het zij, wij keuren het denkbeeld eener nieuwe wereldmarkt in 1885, en dit in de groote koopstad Antwerpen, hoogstens goed. Met het oog op Londen, Parijs, Weenen en Amsterdam zal Antwerpen op zijne beurt, nieuwe elementen bevatten, die in de genoemde tentoonstellingen vreemd waren. Scheepvaart en handel zullen hier laten zien wat wij nog niet gezien hebben, en in dit geval wijzen wij op die nieuwe wereld,