Inleiding op het werk
Niet uit Poehazië maar uit Babylon!
De universele dichter Umberto Ugly
door Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes
Umberto Ugly bestaat al sinds mensenheugenis. Sinds de eerste dichter een steen oppakte en het eerste actiegedicht schreef door het object trouvé (de steen) ritmisch heen en weer te bewegen op het hoofd van zijn tegenstander, die tevens zijn publiek was.
Wat Umberto Ugly wilde, was: zeggen waar het op staat. Geen flauwekul. En zeker geen dichterlijke flauwekul. Dat iets bijvoorbeeld goed gezegd is of raak geobserveerd, of bevreemdend of geserreerd uitgedrukt. Niks daarvan, weg daarmee. Feiten, daar gaat het om. Emotioneel of anderszins. De rest kan hem gestolen worden. Er valt niks uit te drukken! Behalve pukkels en stront. Daar is op zich niks mis mee, maar het heeft in de ugly poëzie als zodanig gewoon weinig te zoeken.
En zo waart meneer Ugly rond in vele dichters van naam en faam maar ook ongenaamd en infaam over de hele wereld, en door de hele helse geschiedenis. Hij was erbij toen Homerus zijn lijst van schepen maakte, want lijsten en droge dorre kale opsommingen zonder bijvoeglijke naamwoorden: heel ugly! Hij was erbij toen Basho de kikker zag in de bek van de reiger. Hij was erbij toen de koan werd geboren. Hij is er altijd bij als er wordt gezongen, van Brederode tot Roos Beef. Als het maar woorden heeft. Geen daden maar woorden! Hij was erbij toen Dante afdaalde naar de hemel en daar de volkstaal ontdekte voor het gepeupelte. Hij was erbij toen Pessoa de poëzie vaarwel zei en zei dat je niks kon zeggen op straffe van zeggingskracht. Hij was erbij toen Rimbaud zijn kaasepos schreef en Giacometti de volheid leegde door de leegte te vullen. Hij was erbij toen Martinus Nijhoff verslag deed van zijn uitstapje naar Zaltbommel. Hij was erbij toen Charms zichzelf definieerde, toen Prigov de mensen definieerde. En hij was erbij toen Billy Childish zijn vriendin leerde lezen met een gedicht als een steen op haar hoofd. En toen Boris Ryzhi sneeuwballen gooide in de Schrootwijk in Sverdlovsk.
Wat is ugly? Ja, wat is het niet? Nog een keer: wat wil
Illustratie: Erik Bindervoet & Robbert-Jan Henkes
Ugly? Meneer Ugly's gedichten zijn gedichten waar wat mee is. Ze hoeven er helemaal niet eens uit te zien als gedichten. Soms zien ze er een beetje gehandicapt uit, nou ook weer niet direct als de mongolen van de dichtkunst, maar als proza bijvoorbeeld, alsof het geen echte gedichten zijn. En als ze er wel als gedichten uitzien, dan klinken ze weer niet als gedichten maar bijvoorbeeld als een mededeling van huishoudelijke of boekhoudkundige aard, of als gelul van de straat. Soms is het net praten. Overtollige rest-