Maar niet zonder uitgever en een Comité van Aanbeveling, waarin naast Van Gogh ook Tsead Bruinja, Henk van Zuiden en Hanz Mirck te vinden zijn.
‘Anton Scheepstra van uitgeverij Passage had ik gebeld om na te gaan of hij het idee zag zitten. Die vond het sympathiek klinken, maar ik moest aannemelijk maken dat ik er voldoende bijdragers voor zou kunnen werven. Bart Droog hielp me enorm door een heleboel e-mailadressen af te staan. En zo'n comité leek me wel een goed idee omdat mijn naam nou niet echt bekend is. Ik kon wel zo maar een boel mensen een e-mailtje gaan sturen, maar tja, who the hell is Nanne Nauta, dus het werkt beter als je ook wat namen kunt noemen die men kent.’
Je wandelde langs een rij kastanjes, zag hoe erg het met ze gesteld was, wilde iets doen. Velen zouden gedacht hebben: ja, wat naar en zonde, maar vervolgens toch gewoon doorwandelen. Waar komt je betrokkenheid met de kastanjes vandaan?
‘Ik ben afgestudeerd romanist, maar voor die tijd heb ik een paar jaar biologie gedaan. Die belangstelling voor de natuur zit er dus gewoon in en dan let je iets meer op dat soort dingen. Ik woon in een wat ouder stadsdeel, daar staan veel kastanjes, maar ik ken er geen een die niet aangetast is, door mineermot of bloedingziekte, of allebei.’
Hoe zit het precies met die twee en met het onderzoek ernaar? ‘Dat onderzoek vordert langzaam. Vlak voor de zomervakantie is vastgesteld wat de aard precies is. In grove lijnen: het klimaat is opgewarmd, daardoor komt die mineermot nu wat noordelijker voor, die tast de kastanjes aan. Je kunt zien dat ze minder groen hebben, minder blad, en daardoor lijken ze vatbaarder te worden voor andere dingen. Waaronder de bacterie die de dodelijke bloedingziekte veroorzaakt. Maar hoe die bacterie zich verspreidt, daar hebben ze nog geen idee van. Daarop richt het onderzoek zich nu, en op mogelijke bestrijdingsmethoden.’
Een jaar of vier geleden zag ik in Brno al veel kastanjes in slechte staat, dat kan dus blijkbaar kloppen, als die mineermot zuidelijker nog actiever is?
‘Ja, zelf was ik dit jaar in Frankrijk, en daar zijn ze ook allemaal aangetast. Daarvoor was me nog niet eens opgevallen dat ze daar ook paardenkastanjes hadden. Intussen hoor ik er uit alle windhoeken over, ook uit Duitsland, Engeland en België krijgen we berichten.’
Je besloot dus vorig jaar in actie te komen voor die bomen. Het is dan wellicht niet de meest voor de hand liggende gedachte: we rukken een batterij dichters aan, die gaan de bomen redden!
‘Als je probeert te bedenken wat je er zelf aan kan doen, dan zoek je dat natuurlijk in wat je al bezighoudt, en in wat je zelf kan doen. Ik ben geen boomonderzoeker, heb geen ongelimiteerde hoeveel geld om onderzoek te sponsoren, dus stel ik een poëziebundel samen. Een deel van de opbrengst daarvan komt ten goede aan de Bomenstichting, die het onderzoek medefinanciert. Natuurlijk is die opbrengst beperkt, maar het zou de aandacht kunnen richten op het probleem en dus verdere mogelijkheden tot fundraising voor het onderzoek kunnen opleveren.’
Om te beginnen zijn er nu in elk geval al heel veel dichters op de hoogte van het probleem: meer dan honderd droegen een gedicht bij aan de bundel.
‘Om precies te zijn 120, met in totaal 122 gedichten. Alle bijdragers zijn nog in leven en kozen zelf uit hun werk of schreven iets nieuws. Chrétien Breukers heeft twee gedichten geschreven: eentje vóór en eentje tégen de paardenkastanje. En Bart Droog zit er dubbel in, omdat hij een gedicht van zichzelf, maar ook eentje van Liesbeth van Dalsum bijdraagt.’
Van Dalsum, het vrouwelijke alter ego van Droog!
‘Ja, het is volgens mij zelfs voor het eerst dat er van haar iets in druk verschijnt. Zo zijn er trouwens wel meer leuke dingen gebeurt die je van tevoren niet bedenkt. De vriend van Catharina Blaauwendraad bijvoorbeeld, kunstenaar Thonis van der Weel, begon aan een kastanjekunstwerk terwijl Catharina aan haar gedicht bezig was. Daar is hij een paar weken mee bezig geweest en nu siert zijn kunstboom, gemaakt van dat spul waarmee je modelspoorbanen bouwt, de voorkant van de bundel. Dat mensen zoiets spontaan doen, is erg grappig. Ook dat mensen die ik persoonlijk nog helemaal niet kende, zoals Patty Scholten of Hannie Rouweler, heel enthousiast meewerkten en anderen opporden om eraan bij te dragen.’
Bij zo'n grote hoeveelheid gedichten hoop je wel op enige variatie, ben je daarover tevreden?
‘De meeste zijn natuurlijk wel vóór de kastanje, hoewel er ook een stuk of vier anti-kastanjegedichten in staan. En verder heb ik een paar mensen wel gevraagd om de titel te veranderen, omdat je anders erg veel kastanjes in de titel kreeg. Maar inhoudelijk en wat stijl betreft, is het heel gevarieerd. De meeste dichters hebben toch ook heel duidelijk hun eigen toon: het gedicht van Daniël Dee in deze bundel is een echte Dee, de Van Gogh een echte Van Gogh, enzovoort.’
Heb je al een volgend, vergelijkbaar project in je achterhoofd?
‘Nee, dat nog niet, eerst moet dit goed afgerond zijn. Helemaal omdat ik ook gewoon een baan heb, moet ik niet te veel tegelijk willen doen. En ik wil ook tijd genoeg houden voor mijn eigen gedichten. (Nauta's debuutbundel Dit is de regel, verschijnt in oktober in de Windroosreeks van uitgeverij Holland, TM.) Je moet ook maar net tegen een geschikt onderwerp aan lopen. De kastanje zit diep in ons cultuurgoed, iedereen kent hem wel van het schoolplein, van het stadsbeeld. Neem bijvoorbeeld de iep: een paar jaar waarde de iepenziekte door het land. Een interessant gegeven op zich, maar ik denk dat 99 procent van de mensen, of het nu wel of geen dichters zijn, niet eens weet hoe een iep eruit ziet. Probeer dan maar eens zo'n mooie bundeling voor elkaar te krijgen!’
Kastanjegedichten, dichters op de bres voor de paardenkastanje (Passage, 2006) werd op 24 september gepresenteerd in Utrecht. Bezoek voor meer informatie over het boek, de mineermot, de bloedingziekte en de Bomenstichting Nauta's kastanjeweblog: http://kastanje.web-log.nl.