| jaren bij algemeenen maatregel van bestuur zal kunnen worden verboden of slechts voorwaardelijk toegelaten (§ 11); |
c. | tot een verbod om jongelieden beneden achttien jaren des nachts of des Zondags te laten arbeiden, met dien verstande dat het verrichten van sommige soorten van arbeid des nachts door jongens onder te stellen voorwaarden door een aan te wijzen gezag zal kunnen worden toegelaten (§ 13, I en II); |
d. | tot een verbod om vrouwen des nachts of des Zondags in fabrieken of werkplaatsen te laten arbeiden (§ 14); |
e. | tot een voorschrift, dat de arbeid van jongelieden beneden achttien jaren en vrouwen in fabrieken of werkplaatsen dagelijks in het geheel door minstens twee uren rust moet worden afgewisseld (§ 13, III, en § 14); |
f. | tot een verbod om vrouwen gedurende vier weken na hare bevalling in fabrieken of werkplaatsen te laten arbeiden (§ 14). |
Tevens wenscht de Commissie zoo spoedig doenlijk, ter verkrijging van statistische gegevens en ter voorbereiding van verder onderzoek, eene opneming van fabrieken en werkplaatsen in het geheele land door daartoe bepaaldelijk aan te wijzen deskundige ambtenaren gelast te zien, met bepaling van een niet te langen termijn, waarbinnen die opneming moet zijn afgeloopen (§ 7).
Verder raadt zij voortzetting van het onderzoek aan, met inachtneming van de wenken, dienaangaande in § 6 van dit Verslag gegeven.
Tot deze verschillende maatregelen zoude de Commissie onverwijld wenschen te zien overgaan.
Voor eene verdere geleidelijke verbetering, aanvulling en uitbreiding der wetgeving zullen de uitkomsten van het voort te zetten onderzoek moeten worden afgewacht.
Doch onafhankelijk van dat onderzoek kunnen wettelijke bepalingen in het belang van de veiligheid en gezondheid der werklieden bij den arbeid en tot instelling van fabrieksinspecteurs nu reeds worden aanbevolen (§ 8).
Eene zoodanige wettelijke regeling zou kunnen inhouden: vooreerst eenige algemeene voorschriften; ten tweede eene aanwijzing der ambtenaren die, behalve met het voorlichten der Regeering omtrent bestaande toestanden en omtrent de toepassing en eventueele verbetering der wetgeving op dit gebied, zullen zijn te belasten met het houden van toezicht op werklokalen en werktuigen ter verzekering van de veiligheid en gezondheid der werklieden, alsmede op de naleving der wetten betreffende den industrieelen arbeid in het algemeen; in de derde plaats bepalingen omtrent hunne bevoegdheid en omtrent het beroep van hunne beslissingen, aan belanghebbenden toe te kennen.
Zonder buitengewoon ingewikkeld te zijn, schijnt de bedoelde regeling toch minder eenvoudig dan de vaststelling der sub a tot f vermelde bepalingen, zoodat afzonderlijke behandeling van beide onderwerpen ter wille eener spoedige afdoening raadzaam moet geacht worden.
Eindelijk meent de Commissie het onderwerp der voorzieningen in het belang van den werkman en zijn gezin bij ongevallen, ziekten, ouderdom of overlijden ernstig ter overweging te moeten aanbevelen (§ 15).
Ten slotte heeft de Commissie de eer aan de Kamer voor te stellen dat dit haar Verslag en de verbalen der gehouden verhooren, benevens de bijlagen, volgens de hierbij overgelegde lijst, zullen worden gedrukt en rondgedeeld, voorzoover dit niet bereids geschied is, en dat de overige bijlagen ter griffie der Kamer zullen worden nedergelegd ter inzage voor de leden; voorts, dat de inhoud van dit Verslag zal worden medegedeeld aan de Ministers van Justitie, van Waterstaat, Handel en Nijverheid en van Binnenlandsche Zaken.
Vastgesteld den 27sten Juli 1887.
Beelaerts van Blokland. |
Bahlmann. |
Ruys van Beerenbroek. |
Goeman Borgesius. |
Heldt. |
Smit. |
Van Alphen. |
Verniers van der Loeef. |
Van der Sleyden. |