De arbeidsenquête van 1887. Deel 3: De vlasindustrie. Tilburg. Eindverslag
(1981)–Anoniem Arbeidsenquête van 1887, De– Auteursrechtelijk beschermd§ 12. Herhalings- en teekenonderwijs.- Hetgeen wellicht meer dan iets anders aan het welzijn der in fabrieken en werkplaatsen arbeidende bevolking in den weg staat, is het gemis eener behoorlijke opleiding der jongelieden na het verlaten der school. Er ligt ontegenzeglijk waarheid in deze misschien iets te scherp geformuleerde opmerkingen van een der gehoorde getuigen: ‘Wat de werkliedenquaestie betreft, moet men de arbeiders verdeelen in twee deelen: degenen die een vak kennen en degenen die er geen kennen. De eersten, de menschen dus die hun vak verstaan, hebben geen grond tot klagen, en u zult er ook geen vinden die het doet. Wie echter wel klagen, zijn zij die geen vak kennen. Bij mijne werkmeesters, bij mijne ingenieurs komen dagelijks menschen om werk Wanneer men die menschen vraagt wat zij kennen, dan zeggen zij: alles. En wanneer iemand zegt, dat hij alles kent, dan zeg ik: hij kent niets! Over deze lieden zou, mijns inziens, de enquête moeten loopen; want de flinke werklieden in ons land klagen niet’Ga naar voetnoot(1). Intusschen is het een feit, dat vele aankomende ambachtslieden met hun twaalfde jaar van alle onderwijs afscheid nemenGa naar voetnoot(2). Toch vereischt die arbeid dringend eene meer bepaalde opleiding, dan de lagere school geven kan of dan aan leerjongens in de werkplaats, waar zij veelal bij voorkeur tot het doen van boodschappen enz. gebezigd worden, pleegt ten deel te vallenGa naar voetnoot(3). Het zoogenaamde leerlingstelsel, dat elders hierin voorziet en eertijds ook hier te lande bestond, is thans niet meer inheemsch en wordt slechts sporadisch toegepastGa naar voetnoot(4). De aanstaande ambachtsman heeft, om vooruit te komen, vooral behoefte aan onderwijs in het teekenen. Wie goed heeft leeren teekenen, zoo wordt door sommige gehoorde deskundigen verklaard, zal met vlijt en oppassendheid bijna altijd genoeg kunnen verdienen, om zich zelf en zijn gezin behoorlijk te onderhoudenGa naar voetnoot(5). Dat dit door de belanghebbenden wordt ingezien, blijkt o.a. uit de oprichting eener teekenschool te Amsterdam op initiatief van ambachtsliedenGa naar voetnoot(6). Zelfs in de fabrieksnijverheid doet de vraag naar werklieden, die het teekenen verstaan, zich gelden; getuige bijvoorbeeld eene soort van teekenschool, door de hoofden eener groote fabriek te Maastricht ten dienste dier onderneming opgerichtGa naar voetnoot(7). Omtrent de meest gewenschte inrichting van het onderwijs, aan toekomstige ambachtslieden te verstrekken, is voorzeker het laatste woord nog niet gesproken. Het kan echter niet op den weg der Commissie liggen, daarover in beschouwingen te treden, na te gaan in hoever de burgeravondscholen aan hare bestemming beantwoorden en wat er aan mag ontbrekenGa naar voetnoot(8), of te onderzoeken welke voor- en nadeelen aan de door particulier initiatief opgerichte ambachtscholen eigen mogen zijnGa naar voetnoot(9). Slechts zij opgemerkt dat het bovenal raadzaam moet geacht worden, het vak- | |
[pagina 83]
| |
onderwijs voor aanstaande ambachtslieden tot het strikt noodige te beperken, ook opdat het zonder overwegend bezwaar door een zoo groot mogelijk aantal leerlingen, die reeds industrieelen arbeid verrichten, kunne worden ge notenGa naar voetnoot(1). Veelvuldig zijn toch de klachten, dat aan jeugdige werklieden door hunne patroons verlof geweigerd wordt tot het bezoeken der avond- of teekenschool, die op een vroeger uur aanvangt dan dat waarop de arbeid pleegt te eindigen, of wel dat zij, van het werk komende, te zeer vermoeid zijn om het onderwijs met vrucht bij te wonenGa naar voetnoot(2). Daaraan sluit zich het bezwaar aan dat naai- en breischolen voor fabrieksarbeidsters, met menschlievende bedoelingen opgericht, door vele meisjes niet kunnen bezocht worden omdat haar arbeid te lang duurtGa naar voetnoot(3). Hiertegenover kan gelukkig worden gewezen op vele gevallen, waarin de werkgevers zich ter wille van de ontwikkeling hunner jeugdige werklieden gaarne eenige moeite geven of eenige opofferingen getroosten. Herhaaldelijk wordt gewag gemaakt van vrijgevigheid der patroons in het verleenen van verlof tot vervroegd vertrek, ten einde de avond- of teekenschool te kunnen bezoekenGa naar voetnoot(4). Er zijn werkgevers, die in de opleiding hunner aankomende werklieden op verdienstelijke wijze voorzien, door jongens in het teekenen, meisjes in het naaien en breien te doen onderwijzenGa naar voetnoot(5). Doch niet alleen voor de ambachtslieden, ook voor de fabrieksarbeiders wordt in dit opzicht gezorgd. Hier, door geen kinderen aan te nemen, dan die het bewijs leveren dat zij met vrucht lager onderwijs hebben genoten; een maatregel, die o.a. bij de Koninklijke Nederlandsche papierfabriek te Maastricht wordt toegepastGa naar voetnoot(6). Ginds, door dien maatregel te verbinden met het doen geven van herhalingsonderwijs, dat zich aan dat der lagere school aansluit en tusschen de werkuren of des avonds door de jeugdige arbeiders moet worden bijgewoond. Dergelijke fabriekscholen vindt men o.a. bij de scheepswerven aan den Kinderdijk en bij de onderscheidene fabrieken te Enschede, Hengelo en andere in Twenthe gelegen plaatsen. Omtrent de bij uitstek nuttige werking met name der Twenthsche fabriekscholen verneemt men slechts ééne stem. Allen, die met hare inrichting bekend zijn, verklaren dat daarin een uitermate doeltreffend middel gelegen is om de zoo dikwijls onderling tegenstrijdige belangen der jongelieden, der gezinnen en der nijverheid te vereenigen. De jongelieden worden behoorlijk onderwezen en vinden in de afwisseling van arbeid en onderwijs een natuurlijken waarborg tegen overspanning; de ouders behoeven de bijdragen hunner kinderen en de uitgaven van het gezin niet te ontberen; en de werkgevers hebben hun bedrijf ingericht in verband met deze instelling, die hun op den duur het verkrijgen van wel ontwikkelde arbeiders verzekert. De meerderheid der Commissie zoude het dan ook, in overeenstemming met de van verschillende zijden tot haar gekomen wenschen, raadzaam achten de invoering van fabriekscholen, daar waar zij nog niet bestaan, zooveel doenlijk in de nand te werken. Van overheidswege zijn algemeen bindende voorschriften op dat stuk echter niet uit te vaardigen, zoolang niet voor de verschillende vakken en in de onderscheidene streken des lands een voldoend onderzoek zal zijn ingesteld naar hetgeen de belangen der nijverheid ten deze zouden toelaten. De minderheid der Commissie is van oordeel, dat het herhalings- en teekenonderwijs niet genoeg een onderwerp van onderzoek door de Commissie hebben uitgemaakt, om tot eenig advies of eenigen wenk van hare zijde te kunnen leiden. Ter zijde latende hetgeen overigens in deze paragraaf voorkomt, bepaald zij zich tot eene enkele opmerking. Uit de enquête is gebleken, dat de werkuren van jongelieden vrij algemeen dezelfde zijn als die van volwassen werklieden, en dat de eerstgenoemden na het einde van den arbeid tevermoeid plegen te zijn, om nog de noodige vatbaarheid tot het genieten van onderwijs te bezitten. Aan de meeste uit Tilburg ge- | |
[pagina 84]
| |
hoorde getuigen is gevraagd, of het mogelijk zou zijn aan de jeugdige werklieden eenigen vrijen tijd voor herhalings- of teekenonderwijs te verschaffen. Met eene enkele uitzondering luidde het antwoord dat dit onuitvoerbaar ware, daar de arbeid der volwassenen, die der jongens en de werking der machines als een organisch geheel in elkander sluiten, zoodat het vertrek der jongens telkens eene geheele stoornis in de fabriek zou veroorzaken. Alleen door het aannemen van een dubbel stel jongelieden of door aanschaffing van een grooter aantal machines, waarvoor echter in eene bestaande inrichting zeer moeilijk plaats te vinden ware, zou men zich de gelegenheid kunnen openen om de jongens vroeger weg te zendenGa naar voetnoot(1). |
|