Verhoor van den heer A.D. Smits.
11149. De Voorzitter: Wilt gij zoo goed zijn uw naam, voornamen, betrekking, ouderdom en woonplaats op te geven?
A. Antonius Donatus Smits, pastoor te Tilburg, oud 55 jaar.
11150. V. Gij zijt al geruimen tijd in Tilburg?
A. Ruim 11 jaren.
11151. V. Gij zult u wel den noodigen tijd gegeven hebben om bekend te worden met menschen en toestanden?
A. Voor een deel ten minste, want, zooals u misschien bekend is, is Tilburg zeer uitgestrekt, vandaar dat wij niet alle toestanden kunnen kennen; maar uit mijne buurt weet ik er wel het een en ander van.
11152. V. Er zijn immers vijf parochieën in Tilburg?
A. Ja.
11153. V. Maar uwe kennis zal wel wat verder gaan dan uw eigen parochie, niet waar?
A. Ja, wij zijn heel wel met elkander; de mijne grenst aan eene zeer groote parochie, waar de toestanden al ongeveer dezelfde zijn, zoodat ik gerust mag zeggen de toestanden daar wel wat te kennen.
11154. V. In vroegere tijden was monseigneur Swijzen werkzaam in Tilburg?
A. Ja, die was er pastoor.
11156. V. En waarschijnlijk heeft die goede herinneringen achtergelaten?
A. Goede, op allerlei gebied, op godsdienstig zoowel als op maatschappelijk, mag ik zeggen.
11156. V. Hij heeft veel gedaan voor trouw schoolbezoek?
A. Ja en voor het onderwijs in 'talgemeen.
11157. V. En zijn die traditiën onder zijn opvolgers bewaard?
A. Getrouw, ik durf zeggen, dat wij zoo mogelijk nog meer hebben gedaan dan door hem werd voorgesteld.
11158. V. Die pogingen van u en uwe ambtgenooten om schoolverzuim tegen te gaan schijnen al heel veel succes in Tilburg gehad te hebben?
A. Ik heb een school in mijne parochie, met 475 jongens; al de jongens die in de termen vallen om de school te bezoeken, komen er, er is geen een die de school verzuimt. Een jongen blijft wel eens gaarne de school uit, maar zij maken er geen regel van en zoo is het overal elders; daar ben ik zeker van Daar wordt van onzentwege voor gewaakt. Als de kinderen wat grooter worden, dan zorgen de fabrikanten er voor, maar dan geldt dit natuurlijk andere scholen, zooals Zondagsscholen, die zij later bezoeken.
11159. V. En nu de meisjes, gij spraakt tot nu toe alleen van de jongens.
A. De meisjes gaan ook trouw ter school, gij zult dezer dagen wel gehoord hebben, dat ...
11160. V. Doe maar alsof wij nog hoegenaamd niet gehoord hadden.
A. Bij ons bestaat de regel dat de kinderen, die bij ons op school komen, daar blijven tot hunne aanneming, de H. communie. Die H. communie mogen zij niet doen, of zij moeten op 1 Januari van het jaar, waarin zij die willen afleggen hun elfde jaar hebben gepasseerd, zoodat zij twaalf jaar of bijna twaalf zijn, wanneer zij de H. communie doen. als de kinderen niet geregeld naar school gaan, dan wordt de communie voor een jaar uitgesteld
Wij oefenen eenigen drang op hen, en dat is noodig, vooral in eene zoo uitgestrekte gemeente. Dat gaat zeer goed, niet alleen met de jongens, maar ook met de meisjes.
11161. V. Op de meisjes komen wij straks terug, maar in Tilburg hebt gij uitstekend succes op uwe pogingen en wordt de school uitstekend goed bezocht; maar vertel ons nu eens, wat de andere getuigen ons niet hebben weten op te helderen, waarom heeft hetzelfde niet plaats in de plattelandsgemeenten?
A. Ook ik moet daarop het antwoord schuldig blijven; men zal daar op het