Oisterwijk komen, buiten rekening laat, dan bedroeg in de laatste jaren het gemiddelde getal 200 leerlingen uit Tilburg.
10744. V. Komen die trouw op?
A. Vrij trouw, maar men moet er de hand aan houden.
10745.V. Met wat inspanning en go e de woorden, met wat toewijding uwerzijds en van uw onderwijzend personeel, krijgt gij het gedaan dat de jongens trouw komen?
A. Ja. Er komen geregeld elken avond gemiddeld 150 leerlingen, terwijl 8 à 9 moedwillig verzuimen. Om dit laatste zooveel mogelijk te keeren, wordt door den betrokken leeraar op een gedrukt formulier vermeld dat de leerling afwezig was, met verzoek den directeur omtrent de reden van die afwezigheid in kennis te stellen. Dat formulier moet den volgenden schooltijd gesteld worden in mijne handen of in die van den betrokken leeraar, en uit de invulling van het formulier blijkt dan of er werkelijke redenen voor de afwezigheid waren. Is er willekeur, dan volgt eene vermaning, en bij herhaling wordt gestraft; dan mag het onderwijs een of twee avonden niet worden bijgewoond, maar dit is den leerlingen niet aangenaam, zoodat wij de straf zoo min mogelijk toepassen.
10746. V. Hoe laat begint de avondschool?
A. Er zijn twee schooltijden: van 6-7 en 7-9 uren. Dit is aldus geregeld omdat onze lokalen voor het teekenonderwijs te klein zijn. Het lokaal voor het hand-, lijn- en machine-teekenen is te klein. Nu komen de eerstbeginnenden iederen avond, behalve des Zaterdag, van 6-7, en de meergevorderden van 7-9. Des Zaterdags wordt sedert de laatste drie jaren van 7 - 9 uren aan hen, die het verlangen, onderwijs gegeven in de gymnastiek. Hiervan maken ongeveer 30 à 40 gebruik.
10749. V. Wat nu het teekenonderwijs aan de avondschool betreft, wordt deze niet bezocht door kinderen, die op fabrieken werken?
A. Neen, die heb ik niet. Ik herinner mij eens een jongen ingeschreven te hebben, wiens vader wever was en die ook aan het weefgetouw stond. Maar het zal zich tot één bepalen, het is zeer zeldzaam. Het zijn bijna uitsluitend timmerlieden, schilders, metselaars, koperslagers, ambachtslieden in 't algemeen; anderen heb ik niet.
10750. V. Hebt gij wel eens onderzocht wat de reden daarvan kan zijn, wat de bezwaren zijn. die beletten dat de jongens van de fabrieken uwe avondschool bezoeken?
A. Vroeger heb ik wel eens met fabrikanten daarover gesproken, in den laatsten tijd minder. Ik geloof dat het bezwaar dit is, dat de fabrieken gewoonlijk op die uren nog werken, wanneer bij mij avondschool is.
10751. V. Daarvoor is zeker het zetten van het onderwijs voor eerstbeginnenden op uwe avondschool op het vroege uur weinig geschikt? Als die eerstbeginnenden 's avonds wat later konden geholpen worden, zou dat het bezoek van de fabriekskinderen wellicht eenigszins in de hand werken?
A. Ik geloof het niet.
10752. V. Gij gelooft zeker, dat het kind, dat een langen dag achter den rug heeft, afgewerkt van de fabriek komt en dankbaar is, dat het kan rusten en naar bed gaan, en ongeschikt is om dan nog onderwijs te genieten?
A. Met diegenen, die om 9 uur eerst van de fabrieken komen, is dat zeker het geval.
10753. V. Dus het gaan op de fabrieken is het beletsel?
A. Ik durf zeggen, dat ik van de fabrieken geen enkelen leerling krijg.
10754. V. Het verschil in stand is, dunkt mij, zoo groot niet tusschen de kinderen van ambachtslieden, die trouw en met liefhebberij de school bezoeken, en de kinderen van fabrieksarbeiders?
A. Neen ik doe echter opmerken, dat de kinderen van de werklieden van de centraal werkplaats van de staatsspoor daarop eene uitzondering maken. Van dezen heb ik wel leerlingen. De centraal werkplaats zorgt tegelijk voor teeken-onderwijs en wel voor het machine-teekenen.
Vroeger had ik die jongens bijna allen, dat liep tusschen de 40 en 45. Er bestond toen ook een vereeniging aan de werkplaats van fabrieks- en handwerksnijverheid, die het schoolgeld althans van de ijverigsten bekostigde. Ik legde dan ieder jaar een staat over om-