Bovendien is er rust van 4 uur tot half 5.
10613. V. Dus dan blijven er 13 à 14 uren werktijd over?
A. Ja, in den zomer.
10614. V. Laten wij nu den winter eens nagaan.
Hoe laat komen de werklieden des winters op?
A. Om 8 uur; ook wordt er wel eens een uur vroeger met licht gewerkt, en dan van 1 tot 9 of half tien.
10615. V. Maar daar gaat in den achtermiddag nog een half uur af.
A. Ja.
10616. V. Dus dat wordt dan weer een werktijd van een uur of 13?
A. Ja, wij hebben in den zomer van 13-14 uren werktijd en 's winters van 12-13. Daar zijn nu kinderen van 12-13 jaar die een uur minder werken, omdat zij hun werk toch af kunnen; bij de jongens van 16-18 hangt het er van af welk soort van werk zij doen.
10617. V. Wanneer u zegt, dat die jongens een uur minder werken, dan wil dit niet zeggen dat zij vroeger uitscheiden en heengaan? Zij blijven immers even lang op de fabriek?
A. Neen, zij gaan eerder weg.
10618. V. Dus u weet dan uwe zaken gaande te houden, terwijl het jeugdige personeel al naar huis is?
A. Ja, de machine loopt onder voor de wolwerkers en boven voor de spinners. Is nu beneden zooveel gedaan dat de spinners boven het werk kunnen bijhouden, dan draaien zij het licht uit en gaan heen, dat is ten voordeele van den fabrikant. De spinners werken per streng en de jongens gaan gelijk met hen op, maar worden betaald per uur dat de fabriek draait. Zij werken dikwijls 2 tot 3 uur minder als er veel wol in bewerking is.
10619. V. Dus als algemeene regel wordt gerekend, voor de jongens, in den winter een werktijd van 11-12 uur en in den zomer van 13-14 uur?
A. De doorsnede is, 11-12 en 13-14 uur.
Wanneer men bij voorbeeld 40 werklieden heeft, dan gaan er gemiddeld een tiental vroeger heen; dat komt door de kleine jongens die vroeger gedaan hebben.
10620. V. Er blijft dus voor die jongens al zeer weinig gelegenheid over om des avonds naar eene school te gaan en iets te leeren, vooreerst omdat zij er geen tijd voor hebben en in de tweede plaats omdat de jongens te veel afgewerkt zijn om op de schoolbanken te gaan zitten?
A. De jongens zijn blijde wanneer zij des avonds thuis zijn.
10621. V. Dus die jongens leeren niets meer dan wat zij tot hun 12de jaar op school geleerd hebben?
A. Er zijn nog Zondagsscholen.
10622. V. Maar buiten die Zondagsscholen kunnen zij niets leeren?
A. De jongens waar wat in zit oefenen zich nog wat of nemen les.
10623. V. Wat verdienen die aankomende jongens van 13, 14, 15 jaren bij u in de week?
A. De jongens van 12-16 jaren verdienen van f 2,50 tot f 3, en die van 16-18 jaren van f 3,50 tot f 5,50.
10624. V. Dat is dus het gemiddelde werkloon voor die jongens?
A. Ja.
10625. V. En de volwassen man van f 7,50, tot f 10?
A. Die verdienen f 7,50, f 8 tot f 10 toe.
10626. V. De buitenwerkers verdienen wellicht wat meer?
A. In den regel verdienen zij minder dan de fabrieksarbeiders. Zij hebben niet zoo geregeld elken dag werk, en al is dit het geval, verdienen zij toch minder, omdat zij niet zoo doorwerken. Wanneer een wever op de fabriek f 10 en met thuis weven f 8 kan verdienen, zal hij toch dit laatste verkiezen, omdat hij dan meer vrijheid heeft. Willen zij een dag in hun tuintje werken, dan doen zij het, maar op de fabriek moeten zij op uur en tijd zijn.
10628. V. De arbeiderswoningen in Tilburg zijn over het algemeen nog al netjes niet waar?
A. O ja, geheel anders dan in andere fabriekssteden. Velen hebben een klein tuintje.
10629. V. En hebben vele arbeiders ook een eigen woninkje?
A. Ja. Ik ben nog zeer tegen het doorwerken 's middags, dat in Tilburg veel geschiedt. Wanneer de fabrikant