Verhoor van den heer Willem Plaisier,
te Heerjansdam.
9788. De Voorzitter: Mag ik uw naam, voornaam, beroep ouderdom en woonplaats weten?
A. Willem Plaisier, oud 43 jaren, vlasboer te Heerjansdam.
9789. V. Zijt gij van kindsbeen af in het vak geweest?
A. Och, men begint met eerst mee te loopen en zoo komt men langzamerhand in het vak, totdat men zijn eigen zaak krijgt, en dan is men er geheel in.
9790. V. Was uw vader ook in het vak?
A. Mijn vader is vroeg gestorven; dien heb ik niet gekend. Wij hebben toen voor onze moeder de zaak gedreven, met behulp van een gewonen onderbaas.
9791. V. Dus uw vader had de zaak al. En zit gij nog altijd op dezelfde stee?
A. Neen, mijn geboorteplaats is Ridderkerk. Eerst met mijn trouwen ben ik naar Heerjansdam getrokken.
9792. V. Gij werkt voor u zelf?
A. Ja.
9793. V. Hoeveel menschen hebt gij in uw dienst?
A. 30 of 40.
9794. V. Gezinnen of menschen?
A. Menschen.
9795. V. Houdt gij er ook woningen op na?
A. Zeven.
9796. V. En die verhuurt gij?
A. Ja.
9797. V. Dat brengt mede, niet waar, dat gij dan het gezin tegelijk huurt?
A. Ja. Voor een jaar verbindt dat volk zich aan mij en ik mij aan het volk.
9798. V. Zij verbinden zich, om, als gij hen noodig hebt, bij u te komen werken?
A. Ja.
9799 V. Gij verbindt u, om hen bij voorkeur te nemen?
A Ja
9800. V. Maar gij behoeft toch geen werk voor hen te maken als het er niet is?
A. Neen, maar men tracht toch werk voor hen te hebben.
9801. V. Dat is dus eene zaak van goede trouw?
A. Ja.
9802. V. Hebt gij in zulke zaken wel eens capties gehad?
A. Ja.
9803. V. Dat zij niet wilden komen?
A. Ja. Misschien een jaar of 12 geleden, toen er veel concurrentie was, heb ik wel eens volk verloren, tot mijn schade; en toen de spoorweg gelegd werd door lJsselmonde, waarbij veel geld voor hen. te verdienen was, heb ik er ook een stuk of vier, vijf ontijdig verloren. Ik had ze gaarne willen houden; maar de grootere verdiensten verlokten hen.
9804. V. En ge begreept dat ge dat eenvoudig hadt aan te zien?
A. Ja, er was niets aan te doen.
9805. V. Maar toen Mei gekomen was, hebt ge hen natuurlijk uit de woning gezet?
A. Ja.
9806. V. Die kwamen niet te goeder trouw de zaak na?
A. Neen.
9807. V. De kinderen moet gij ook gebruiken?
A. Ja; het spreekt vanzelf, dat die er in betrokken zijn.
9808. V. Pacht gij ook wel buiten af? Bijv. in de Meer?
A. In Groningen en Zeeland.
9809. V. Zendt gij er de lieden dan heen?
A. Ja.
9810 V. Gaan dan vrouw en kinderen mee?
A. In den wiedtijd, Mei en Juni, gaat de vrouw niet mee of het moet zijn dat het gezin er vanzelf toe leidt dat zij den man volgt.
9811. V. Stuurt gij ze ook weg om te zaaien?
A. Neen, het zaaien gebeurt door een man die er verstand van heeft. Dit is niet ieders werk.
9812. V. En hoe is het bij het plukken?
A. Dan gaan vrijwel allen mee.
9813. V. Gaan vrouw en kinderen, dan allen mee of blijven die thuis?
A. Als het gezin gedoogt dat de vrouw meewerkt, dan gaat ze mee Maar wanneer er jonge kinderen zijn of andere omstandigheden vorderen dat de vrouw thuis blijft, dan gaat ze niet mee. Het gebeurt vaak dat de man alleen gaat of vergezeld van aankomende jongens