dan zijn zij in de open lucht, en groeien zij harder dan als zij op de school zitten. Maar het is beter dat zij zoo laat mogelijk met het winterwerk beginnen.
9749. V. Dus is het winterwerk nadeelig voor hen?
A. Niet omdat het kinderen van 12 jaar zijn, maar het winterwerk is nadeelig; hoe jonger zij daarin komen, hoe minder passelijk.
9750. V. Dus komen wij tot dit goede resultaat dat gij, die er anders belang bij zoudt hebben om het anders te zeggen, voor uw zaak en bedrijf u er best in zoudt kunnen vinden als gij de kinderen eerst met het 14de jaar zoudt kunnen nemen, en dat gij. die weet wat het vak vereischt, ook meent dat het winterwerk voor kinderen kwaad is?
A. Ja.
9751. V. Is het zomerwerk goed voor de kinderen?
A Ja, dat is niet zwaar. Nu eens zijn zij dan eenige uren in het open veld, en dan weder binnen bezig. Dat werk is bepaald gezond.
9752. V. Ook bij regen en wind?
A. Als het regent komen zij biLnen, want dan kunnen zij buiten niets uitvoeren. Alleen als het vlas uit de slooten moet gehaald worden, moeten zij doorwerken; dat vlas moet eruit; maar dat duurt niet lang. Voor den wind komen zij niet binnen.
9753. V. Hoe oud zijn de kinderen die daarvoor in het open veld gebruikt worden.
A. Ik neem ze, zoover ik weet, nooit onder de 12 jaar.
9754. V. Doen anderen dat wel?
A. Als zij het doen, heel weinig, want zij hebben ze liever niet.
9755. V. Maar zij moeten toch mede?
A. Ja, zij zijn in de huur begrepen.
9756. V. En wat doet men met de jonge kinderen, die niet mede kunnen?
A. Die gaan naar school.
9757. V. Men moet toch beginnen ze uit te besteden?
A O! gij bedoelt de wieders?
9758. V. Juist de wieders, als zij naar de Haarlemmermeer gaan?
A. Dan blijven de moeders thuis met de kinderen die niet werken kunnen.
9759. V. Is dat gebruik, dat de moeders thuis blij ven?
A. Een gebruik is het niet, dat hangt al af van de grootte van een gezin. Zijn er 1 of 2 kinderen, dan worden die wel eens uitbesteed en gaat de moeder mede. maar zoodra er 3 zijn, dan gaat dat niet meer, en denken zij er niet aan, dan gaat alleen de vader met de grootere jongens en meisjes
9760. V. Dan komt er dus een heel aantal vaders en aankomende meisjes bij elkaar, niet waar?
A. Ja.
9761 V. En dan?
A. Ja, daar zullen we het nu hebben
9762. V. Nu, en dat is niet goed, niet waar?
A. Nou, goed is 't niet. Maar men moet niet vergeten, dat de hoofden der gezinnen er ook bij zijn, en die zijn ook niet gek en geven hun oogen den kost. Zij slapen wel in één vierkant maar of daar nu onzedelijke dingen gebeuren, daarvoor durf ik niet instaan, doch druk zal 't niet wezen, als het al gebeurt.
9763. V. Daar zullen wij nu maar over zwijgen.
Nu moet gij mij dit nog eens zeggen: de kinderen van 12 tot 16 jaar zijn al aan het verdienen?
A. Ja.
9764. V. Werkt dat allemaal goed of zit er ook een kwade kant aan?
A. Daar zie ik geen kwaden kant aan, dat jongens en meisjes van 14-16 daar al iets verdienen.
9765. V. Gij hebt niet opgemerkt, dat de goede verhouding van de kinderen tot den vader er niet beter op werd, als de kinderen al hunne eigene verdiensten hadden? als de vader voor een gedeelte begon te teren op het werk van de kinderen, bleef dan de vader de vader en de kinderen de kinderen?
A. Daar mankeert wel eens wat aan, maar dan zijn zij 20 jaar of ouder; zoodra zij merken, dat zij meer geld waard zijn dan de kost, worden zij wel eens wat lastig.
9766. V. Dus, zoodra zij het besef krijgen, dat de vader wat op hen overhoudt, wordt de verhouding minder?
A. Dat gebeurt wel, ik heb er de ouders wel over hooren klagen.
9767. V. Ziet gij wel, dat er een kwade kant aan is?
A. Ja, dan is er een kwade kant aan,