A. Alleen 's morgens.
4583. V. Dus ook Zondags moeten zij om 4 uur 's ochtends opstaan, maar dan hebben zij later den dag vrij?
A. Ja.
4584. V. Zeg mij nu eens, gij gaat veel met die kinderen om, en hebt straks verteld dat er een slechte geest onder schuilt; ik wil daar niets tegen zeggen, maar als wij die zaak nu eens bekijken met het oog op het leven en de belangen van die jongens, acht gij dat nu een dragelijken toestand voor zulke kinderen, ja of neen?
Als gij zelf, ik durf het haast niet zeggen, kinderen hadt, hoe zou u dat smaken?
A. Ik kan u niet tegenspreken....
4585. V. Ik heb voor mijzelven nog niets gezegd, ik vraag alleen uwe opinie.
A. Het is voor de jongens niet alles, zij zijn nog in hun groei, het is hard, maar de ouders dwingen hen. Ik zeg dikwijls: de jongen is te zwak, maar dan zeggen de moeders: wat moet ik beginnen? Ik kan ze toch niet betalen, zonder dat zij iets doen?
4586. V. Dus u worden wel eens jongens aangeboden, waarvan gij zelf begrijpt, dat de ventjes te zwak zijn? en door wie dat werk niet moest gedaan worden?
A. Ja zeker.
4587. V. Maar de ouders drijven het dan door om de jongens de twee kwartjes te doen verdienen die gij geeft?
A. Ja, want er is verschrikkelijk veel armoede.
4588. V. Misschien ook ten gevolge van het drinken?
A. Neen, want de meeste jongens zijn kinderen van weduwvrouwen.
4589. V. Weduwen, die met troepen kinderen zitten?
A. Ja, soms met 5, 6 kinderen.
4590. V. Hoe houdt gij orde onder die jongens?
A. Het gebeurt wel dat ik ze wegjaag, als ze niet goed oppassen, maar het is moeilijk om ze weg te houden, want dan komen de ouders vragen om ze te houden. Om boeten geven de jongens niets.
Zoodra er een vader is, is het nog veel erger, die lichten nog veel meer de hand met de kinderen, dan de moeder, die alleen is.
4591. V. Gij hebt zooeven gezegd dat gij zoo een en ander hadt genoteerd, deel ons dat thans eens mede.
A. Ik heb 26 jongens en 9 vaste knechts; zij komen op denzelfden tijd, maar hebben op den dag tusschenuren. Zij werken met elkaar 12 uren. De knechts verdienen 10-15 gulden. Ik heb 5 jongens van 18-20 jaren om te doen wat de kleine jongens niet kunnen doen. Die verdienen f 6,50, maar de tijd blijft hetzelfde. Zij gaan op dezelfde uren naar huis, maar het komen en gaan blijft hetzelfde. De 9 knechts blijven den geheelen dag.
Dan heb ik nog loopers, die de couranten moeten bezorgen, die moeten er om 6 uur al zijn om de couranten te bezorgen.
4592. V. Worden daar geen jongens voor gebruikt?
A. Neen, alleen groote menschen. Die loopen 's morgens een uur en 's avonds een uur en krijgen daarvoor f 3,75, en daar komt kermis en Nieuwjaar bij. Ik heb wel 300 briefjes liggen om plaatsing.
4593. V. Zijt gij zeker dat de loopers die gij neemt voor het rondbrengen, het werk niet overbrengen op hun kinderen?
A. Neen.
4594. V. Zijt gij zeker dat zij hun werk niet op de kinderen overbrengen?
A. De kinderen laten zij helpen.
4595. V. En straks zeidet gij neen?
A. Om spoedig de couranten te doen bezorgen laten zij wel eens een kind, medegaan.
4596. V. Dus gij gelooft dat er door die courantenombrengers misbruik van kinderarbeid gemaakt wordt?
A. Ja.
4597. V. Zijn het hun eigen kinderen?
A. Ja.
4598. V. Kinderen beneden de 12 jaren?
A. Neen, het zijn allen kinderen van 14, 15 jaren, want zij moeten goed den weg weten.
4599. V. Hebt gij nog iets meer genoteerd?
A. Neen, Mijnheer de Voorzitter, anders niets.
4600. V. Gij keurt het werken door die kleine jongens dus, evenals ik, af?
A. Ja, maar, zooals ik reeds zeide, de armoede dringt er hen toe.