Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam (1981)

Informatie terzijde

Titelpagina van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam
Afbeelding van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: AmsterdamToon afbeelding van titelpagina van De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.31 MB)

XML (1.47 MB)

tekstbestand






Editeur

Jacques Giele



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/geschiedenis/tijdsbeeld(en)
non-fictie/politiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De arbeidsenquête van 1887. Deel 1: Amsterdam

(1981)–Anoniem Arbeidsenquête van 1887, De–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Verhoor van E. Jacobsen.

3676. V. De Voorzitter: Mag ik uw naam en voornaam, uw ouderdom, uw beroep en uwe woonplaats weten?

A. Eduard Jacobsen, oud 27 jaar, werkzaam aan het Dagblad van Nederland, bij de heeren Ellerman en Harms. te Amsterdam.

3677. V. Hoelang zijt gij daar werkzaam?

A. Ongeveer 2 jaar.

3678. V. Waar waart gij vroeger?

A. Te Hoogeveen, Meppel en Dedemsvaart.

3679. V. Hoelang in die streek?

A. Van mijn 15de jaar af.

[pagina 283]
[p. 283]

3680. V. Hoelang hebt gij lager onderwijs genoten?

A. Tot mijn 44de jaar.

3681. V. Waar?

A. Te Hoogeveen.

3683. V. Zoudt gij het in het algemeen al dan niet wenschelijk achten, dat de jongens niet vóór hun 14de jaar bij het vak kwamen met het oog op het onderwijs?

A. Dat ware zeer te wenschen en oneindig beter.

3684. V. Zegt gij dit uit eigen ervaring?

A. Ja.

3685 V. Gij ondervindt dus, dat er dikwijls jongens komen, die ternauwernood lezen en schrijven kunnen?

A. Ja, ternauwernood.

3686. V. Gij zijt meer bepaaldelijk zetter bij De Amsterdammer?

A. Ja.

3687. V. Is het daar zwaar of ongeregeld werken?

A. Redelijk.

3688. V. Hoe laat komt gij?

A. Van 9 uren 's morgens tot 7 uren 's avonds, met een schafttijd van één kwartier, van 4-4¼ uur.

3689. V. Hebt gij dus van 9-4 uren geen oogenblik rust?

A. Neen.

3690. V. Dus gij eet maar onder de hand een stuk brood, dat gij hebt medegebracht?

A. Ja.

3691. V. Gaat gij altijd om 7 uren weg?

A. Ja; eene enkele maal, als het zeer druk is, wordt het wat later.

3692. V. Was het vroeger anders?

A. Vroeger werkten wij 12 uur: van 's morgens 8 tot 's avonds acht uren. Dan begon de nachtploeg tot 6 uren 's morgens. Als wij nachtdienst hadden gehad, kwamen wij overdag nog 4, 6 uur werken. Menigeen heeft het daarbij te kwaad gekregen.

3693. V. Hoe ging het met het omwisselen van dag- en nachtdienst?

A. Wie des Zondags uit de nachtploeg kwam, had 's Maandags morgens dienst, en zoo ging het afwisselend.

3694. V. Werken er veel jongens bij u?

A. Op de zetterij niet; er zijn twee loopjongens en twee aan de kast.

3695. V. Werken die ook van negen tot 7 uur?

A. Ja.

3696. V. En werkten die vroeger ook op de andere manier mede?

A. Ja.

3697. V. Waarom is die verandering gekomen?

A. De nachteditie is opgeheven en; toen hield het vanzelf op.

3700. V. Hebben de jongens ook slechtseen kwartieruurs schafttijd?

A. Ja. Voor de loopjongens is het erg vermoeiend om den geheelen dag op de zetterij te zijn. De werkplaats bestaat uit twee gebouwen, een voor de redactie en een voor de zetterij. De loopjongens moeten den geheelen dag kopij en proeven van de redactie naar de zetterij en omgekeerd brengen. Zij moeten vier trappen op naar de redactie en dan weder buitenom naar de zetterij. Dat gaat den geheelen dag door, en het zijn jongens van ongeveer 12 en 13 jaren.

3701. V. Zij werken dus van 's ochtends 9 tot 's avonds 6 uur met een kwartiertje rust?

A. Ja.

3702. V. Moeten die jongens den geheelen dag op hun brood teren?

A. Ja.

3703. V. Brengt de vader of moeder voor die kinderen - want dat zijn het eigenlijk nog - nooit eens iets?

A. Neen, zij brengen hun zakje met brood mede en voor de rest geen nieuws.

3704. V. Krijgen zij niets te drinken?

A. Als zij het zelf niet medebrengen, niets anders dan uit de waterleiding.

3705. V. In elk geval wordt er bij De Amsterdammer, waar gij werkt, noch van u, noch van de jongens nachtwerk gevorderd, terwijl men u 's avonds niet overdreven laat doet werken?

A. Ja.

3706. V. Hoe zijn de lokalen?

A. Zeer slecht.

3707. V. Gebeuren er wel eens ongelukken?

A. In dien korten tijd dat ik er ben, hebben twee jongens een ongeluk gekregen. Een heeft twee vingers van de linkerhand afgeklemd.

3708. V. Heeft de patroon voor dien jongen iets gedaan?

A. Dat is mij niet bekend. Ik weet alleen, dat de jongen nog op den winkel is en dus zijn loon gehouden heeft.

[pagina 284]
[p. 284]

3709. V. Geef eens eene beschrijving van de lokalen met het oog op ongelukken door de machines en licht en lucht.

A. Bij mij op de zetterij zijn geen machines, maar het lokaal is niet best. Het is 9½ meter lang, 4½ breed en 2½ hoog. Het wordt verwarmd door een pijp die er doorheen loopt en steeds rookt, waarvan de kachel beneden gestookt wordt. 's Morgens bibbert men van de kou; 's avonds, wanneer de gaspitten opgestoken worden, moet er een raam open, omdat men het anders niet kan houden van de hitte. Hoe dat van den zomer moet gaan, weet ik niet.

3711. V. En zijn de jongens daar ook den heelen dag?

A. Ja.

3712. V. Gaan zij in dat vrije kwartiertje niet naar buiten?

A. Neen, dan eten zij evenals wij een boterham.

3713. V. Die jongens komen dus zoo'n lokaal niet uit?

A. Neen, behalve de loopjongens.

3714. V. Op de plaats waar de machines staan, is het daar gevaarlijk op de drukkerij?

A. Ja, daar is het altijd gevaarlijk.

3715. V. Is het daar buitengewoon gevaarlijk?

A. Ja, want daar er met gaslicht gewerkt wordt, zijn er groote schaduwen.

3716. V. Ik bedoel of er gevaar is dat men met armen, of beenen tusschen de machines komt?

A. Ja, bij de hijschtoestellen. De plaat waar de vormen op gezet worden is zoo teer, dat er gedurende den korten tijd dat ik er ben, reeds twee gaten in den zolder gekomen zijn.

3717. V. Hebt gij nog het een en ander mede te deelen dat gij begrijpt dat nuttig is om aan ons mede te deelen?

A. Beneden is de vouwerij daar zijn veel jongens, die aan geen toezicht zijn onderworpen. Van die jongens komt niets terecht; de taal die men daar hoort is verschrikkelijk.

3719. V. Hoeveel jongens werken daar?

A. Dat is ongelijk; zeker 15 à 20.

3720. V. En zijn dat jongens van 12, 14 en 16 jaar?

A. Van allerlei leeftijd, tot 16 jaar toe.

3721. V. Dus zijn er ook van 12 en 13 jaar? Dat zijn dan zeker de jongens die op de vouwerij werken en des morgens zoo vroeg komen?

A. Neen, die komen om 9 uur.

3722. V. En zij blijven tot?

A. 's Avonds 7 uur, half 8.

3723. V. Maar zonder opzicht?

A. Ten minste het mag weinig of geen naam hebben; de expediteur is er wel bij, maar die maakt zijn expeditie klaar.

3724. V. Dat vouwen gaat machinaal, niet waar?

A. Neen, met de hand.

3725. V. En zitten de jongens dat daar onder elkander te doen?

A. Ja, als er gevouwen wordt, is er toezicht; dan zijn er eenige heeren bij, die met de expeditie belast zijn, maar anders niet.

3726. V. Maar wat voeren zij uit als er niet gevouwen wordt?

A. Niets, spelen en kattekwaad uithalen, straatloopen enz.

3727. V. Als zij lang werken, deugt het niet en als zij spelen ook niet; het wordt moeilijk.

A. Ja, dat is wel waar.

3728. De heer Smit: De drukkerij en het gebouw der redactie zijn van elkander gescheiden. Hoe groot is de afstand?

A. De gebouwen grenzen aan elkander.

3729. V. Dus de jongen moet in de drukkerij naar beneden, en buitenom naar de redactie.

A. Ja.

3730. V. Misschien komt het u voor dat dit te voorkomen was door het maken van een luchtdruktoestel om de proef door te zenden?

A. Ja, het zou kunnen verholpen worden door een deur in den scheidingsmuur te maken en zoo eene verbinding te verkrijgen.

3731. De Voorzitter: Hebt gij nog iets mede te deelen?

A. Neen, Mijnheer de Voorzitter.

3732. V. Dan is. uw verhoor afgeloopen.

E. Jacobsen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

auteurs

  • Jacques Giele

  • over H.C. Verniers van der Loeff

  • over G.J.Th. Beelaerts van Blokland

  • over Jacob Dirk Veegens


plaatsen

  • over Amsterdam