Eene Middelnederlandsche vertaling van het Antidotarium Nicolaï
(1917)–Anoniem Antidotarium Nicolaï– Auteursrecht onbekendMs. 15624-15641. Kon. Bibl. te Brussel
[pagina 78]
| |
Ga naar margenoot+54. FilanttroposFilanttropos bediet tsmenscen vrient ontfermich. HetGa naar margenoot+es hen goet die met pinen pissen. entie den steen hebben ende verstopte lendenen. ende iegen pine vander nieren ende in die blase. Ende iegen hartheit van der leveren. vander melten. vanden lanken. van den ziden. Ende wil ment doen laxeren. so doeter toe dyagridium. onder .Ѕ.ʒ. Dat .7.ste deel es .1. ℔. ¶ Nemt folie. squinanti. cyperi asari. enfolieGa naar voetnoot1). thimi. persijn van alexander. dille. gremil. lapis lincis. elx .2.ʒ. ende .Ѕ. canele. calamiteGa naar voetnoot2) aromatici polipodii. philupendule. melanopiperis. lovescesaet. persijn. netelsaet. citri. liteGa naar voetnoot3) spermatisGa naar voetnoot3). bacce hedre. elx .1.ʒ. galigaen zedewareGa naar margenoot+Ga naar margenoot+ valeriane. betonie. meu. speragi. cardamomi. apie. rute. venkelsaet. cynapis. orobi albi ende rubi. elx .Ѕ.ʒ. nagle. gingebere. cassia lignee. coste. pertrec. celtices. mirabolani. wierooc. leucopiperis. carpobasami. carvi. comijn. bakelare. silleris. elcs. onder .Ѕ.℈. olei nardini. olei pulegini. olie van vliedere. olei muselini. elcs .15. granen. zeem dats gnouch si. Men saelt geven des avonts met warmen wine. | |
[pagina 79]
| |
48.FlloantroposGa naar voetnoot8) amicus hominis interpretatur. proprie valetGa naar margenoot+stranguiriosis nefreticis. calculos in renibus habentibus et in vesica mirabiliter frangit: et fractos expellit. valet etiam ad duritiem splenis et epatis. dolori iliorum subvenit datum cum .℈.1.Ѕ. diagridii .xii. pars libra .1. Recipe folii squinanti ciperi asari euforbii thimi (fol. 18 r.) petrosellini mace- | |
[pagina 80]
| |
55. Filonium maiusFilonium maius betert die hoeste met wine ende metGa naar margenoot+musaGa naar voetnoot1) genomen. Het es goet iegen apostemen in de longene. genomen met sope van polyone. Ende hets goet genomen met gesodenen wine iegen walgen ende iegen die bloet spuwen. ende doet wel verteren in de mage. Ende es goet iegen weedoen vander leveren ende vander melten. Ende iegen die geelsucht. jegen lancevel. jegen die lendenen swere. Ende iegen die cause vander blasen met mulsa genomen. dat .3. deel es .1. ℔. ¶ Nemt lencopiperisGa naar voetnoot2). beilde. elx .5.ʒ. opii .2.ʒ. ende .1.Ѕ. cassie fistule. apie. elcs .1.ʒ. persijn. dauci. venkelsaet elx .1.ʒ. ende .5. granen. soffraen....Ga naar voetnoot3) ende .1.℈. naerdi pertrec. zedeware. elcs .15. granen. sulke doenre toe canele onder .Ѕ.ʒ. euforbii. coste. elx .1.ʒ. zeem dats gnouch si. Men saelt geven in de grote van .1. bonen daers te doene es. | |
56. GariofilatisGariofilatis in den mont gehouden es gesonden liedenGa naar margenoot+goet. Ende bedwinct walgen gesoden met borne ende gedronken. Ende doet wel digereren ende rupsenen. ende opent de melte. dat .8.ste deel es .1. ℔. ¶ NemtGa naar margenoot+canele. gariofili, ricolissie gingebere. (fol. 14 v.b.) rosen elx .2.ʒ. ende .15. granen. mastic. ligni aloes. galigaen. notenmuscaten. violarum. naerdi. zedeware. elx .1.ʒ. ende .8. granen ribarbe. macis. soffraen. alipte. coste. cyperi. cardamomi. eboris. anijs. serpentine. lovesce elcs onder .Ѕ.℈. ende .4. granen. zeem | |
[pagina 81]
| |
doniciGa naar margenoot+ anetiGa naar voetnoot1) miliisolis lapidis lyncis ān̄ .℈.ii. et .Ѕ. cinamomiGa naar margenoot+calamiGa naar voetnoot2) aromatici polipodii fisalidi melanopiperis seminis levistici et petrosellini et urtice seminis citri litospermatis bardaneGa naar voetnoot3) baccarum edere ān̄ .℈.ii. galange nardi zedoarie betonice fu meu sparagi cardamomi apii maratri eruce sinapis orobi albi et rubei ān̄ .ʒ.Ѕ. gariofilorum zinziberis. casie lignee piretri costi spice celtice mirobalanorum corticis olibani leucopiperis carpobalsami carvi cimini baccarum lauri sileris. ān̄ .ʒ.1.Ga naar voetnoot4) vel .℈.1.Ga naar voetnoot4) olei nardini pulegii sambucini muscellini ān̄ .gr.xx.Ga naar voetnoot5) mel quod sufficit datur cum vino calidoGa naar voetnoot6). | |
49.FIlonium maiusGa naar voetnoot7) id est novus amicusGa naar voetnoot8). tusses cum vinoGa naar margenoot+datum et mulsa emendat. periplemoniam cum ydromelle: sanguinis sputum cum succo poligonieGa naar voetnoot9): indigestionem stomaci et vomitum cum pusca vel ydromelle: dolori epatis et spleneticis ac vertiginosis cum ossimelle subvenit. soliacisGa naar voetnoot10) cum apozimate pigani. pleureticis yliacis nefreticis et causis vesice cum mulsa. colicis peculiariter curat velGa naar voetnoot11) medetur .iii. pars libra .i. Recipe leucopiperis iusquiami ān̄ .ʒ.v. opii .ʒ;.ii.Ѕ. casie fistulaeGa naar voetnoot12) .ʒ;.i. et .Ѕ.Ga naar voetnoot13)Ga naar voetnoot14) seminis apii .ʒ;.i. petrosellini maratri dauci cretici ān̄ .℈.ii. et gr.v. crociGa naar voetnoot15) .ʒ.Ѕ.Ga naar voetnoot16) nardi piretriGa naar voetnoot14) zedoarie. ān̄ .gr.xv. alii addunt cinamomi .ʒ.i. et .Ѕ.Ga naar voetnoot15) euforbii costi ān̄ .ʒ.i. mel quod sufficit. datur in modum fabe egyptiaceGa naar voetnoot17) | |
50.GAriofilatumGa naar voetnoot7) dicitur a gariofilis qui ibi intrant. gariofiliGa naar margenoot+ore retentiGa naar voetnoot18) singultum stringunt. cocti et (fol. 18 v.) bullitiGa naar voetnoot19) in aqua et bibiti vomitumGa naar voetnoot14) stomaciGa naar margenoot+et subversionem mirabiliterGa naar voetnoot15) reprimunt. valet proprieGa naar voetnoot20) accide eructantibus: et digestionem optimeGa naar voetnoot20) celebrat. | |
[pagina 82]
| |
Ga naar margenoot+dats gnouch si. Men saelt geven savonts na etene met wine also grot alse .1. haselnot met roden stomacumGa naar voetnoot1) of met couden borne. | |
57. YgyaYgya es properleke goet iegen reume van den tantvlesce.Ga naar margenoot+ende iegen swerheit ende swere van den tanden. Ende betert donkerheit van ogen. Dat .8. ste deel es .1. ℔. ¶ Nemt beilde. opii. elx .2.ʒ. coste .1.ʒ. ende .15. granen. mirre. oppopanac. scordei. origani. elcs .1.ʒ. ende .10. granen. storax. calamite. galbanum. agaricus. gentiane. sticados. marobie. cardamomi. elcs .1.ʒ. ende .Ѕ.℈. balsami. soffraen. squinanti. thimi. maratri. armoniac. terbentine. cassia lignea. mandragore. uringiGa naar voetnoot2) radices. wilde saelie. rosen. euforbii. melanopiperis. dauci. venkelsaet. oppobalsami. elcs .1.ʒ. zeem dats gnouch si. Men saelt geven savonts met wine also groet alse ene haselnot. | |
[pagina 83]
| |
pororum opilationem et spiritualium meatusGa naar voetnoot1) aperit .viii. parsGa naar margenoot+est libra .i.Ga naar voetnoot2) Recipe cinamomi gariofilorum zinziberis liquiricie rosarum ān̄ .ʒ.ii. et gr.xv.Ga naar voetnoot3) ligni aloes galange cardiGa naar voetnoot4) miristiciGa naar voetnoot5) nardi zedoarie violarum ān̄ .ʒ.i. et gr.vii. et .Ѕ.Ga naar voetnoot6) reubarbari macisGa naar voetnoot7) croci alipte costi ciperi cardamomi basilici anisiGa naar voetnoot7) levistici eboris limature ān̄ .℈.i. et .Ѕ. et gr.iii. et .Ѕ.Ga naar voetnoot8) mellis quod sufficitGa naar voetnoot9). datur post prandium in sero cum vino vel rodostomate post cenam in modum avellaneGa naar voetnoot10). | |
51.HYgia grecaGa naar voetnoot11).Ga naar voetnoot12) hygia id est salvatrix. greca dicitur quia a grecis fuit inventaGa naar voetnoot13). valet proprie ad reuma gingivarum et dolorem dentium fricata super eosGa naar voetnoot12) ore sepe abluto cum aceto calido: et sordidas nebulas ab oculis aufert .vi. pars est libra .i.Ga naar voetnoot13) Recipe iusquiamiGa naar voetnoot14) seminisGa naar voetnoot14) .ʒ.ii. et .℈.ii.Ga naar voetnoot15) opii .ʒ.ii. et .℈.i.Ga naar voetnoot16) costi .ʒ.i. et gr.xv.Ga naar voetnoot17) storacisGa naar voetnoot18) calamiteGa naar voetnoot18) galbaniGa naar voetnoot18) agariciGa naar voetnoot18) mirre opoponacis scordeon origani ān̄ .ʒ.i. et gr.x.Ga naar voetnoot19) gentiane pigamiGa naar voetnoot7) sticadosGa naar voetnoot7) prassii cardamomi ān̄ .℈.ii. et .Ѕ.Ga naar voetnoot20) balsami nardi. croci squinanti thimiamatisGa naar voetnoot7) armoniaciGa naar voetnoot21) terbentine casie ligneeGa naar voetnoot22) mandragore yringi radicisGa naar voetnoot23) rose eupatoriiGa naar voetnoot7) euforbii melanopiperis levistici dauci feniculi trifolii seminis ān̄ .℈.ii.Ga naar voetnoot24) mel quod sufficit. datur cum vino calido in modum avellane. | |
[pagina 84]
| |
Ga naar margenoot+58. YdrocopionYdrocopion es goet properleke iegen den .4.den dachGa naar margenoot+corts. ende iegen dageliken corts. die bi nachte comt. Men saelt geven ene wile vor den acces also groet als .1. haselnot met lauwen watere. Dat .15.ste deel es .1. ℔. ¶ Nemt cynamomi .3.ʒ. ende .1.℈. ende .16. granen. soffraen .3.ʒ. wierooc. naerdi. mirre. opii. mandragore. ameos. macropiperis. anijs. beilde. lijnsaetGa naar voetnoot1). silleris. elx .2.ʒ. ende .8. granen. zeem dats gnouch si. Men saelt geven met wermen watere. | |
59. IustinumIustinum es goet die den steen hebben ende iegen lancevel.Ga naar margenoot+entie met pinen sine orine maect. Dat .8.ste deel es .2. ℔. ¶ Nemt canele. coste. naerdi. folie. cassia lignee. aristologia longa ende rotunda. ysope. pulegii. elemmpnii. bivoet. quintefolie. leucopiperis. orobi. persijn. lovesce. nasscade. netelsaet. gremil. citri. bevenelle. genivere. speragi. sileris. apisoet. dille. pigani. venkelsaet. bacce lauri. elcs onder .Ѕ.ʒ. zeem dats genouch si. Men saelt geven met wine derin gesoden es gremilsaet ende venkel. smorgens ende savonts. | |
[pagina 85]
| |
52.YdrotopiconGa naar voetnoot1) plane subsistit quotidiane. Ga naar margenoot+ YdrocopionGa naar voetnoot2) olympiacum. ydrocopion id est potus (fol. 19 r.) contra rigorem. olympiacum ab auctore Ga naar margenoot+dictum. confert proprie quotidianariis: et quartanariis et noteGa naar voetnoot3) tertiane. sudores etiam in diebus criticis provocat: ante horam accessionis ad modum avellane cum tepida data .vi. libra .i. Recipe cinamomi .ʒ.iii. et .℈.i. et gr.xvi. croci .ʒ.ii. et .℈.ii. nardi mirre olibani opii mandragore macropiperis anisi ameos seliniGa naar voetnoot4) sileris iusquiami ān̄ .ʒ.i. et .℈.ii. et gr.viii. mel quod sufficit. datur ad modum avellane ante horam accessionis cum calida. | |
53.Iustinum multum mingentem reddit vultum.Ga naar voetnoot5) Ga naar margenoot+ IUstinumGa naar voetnoot6) dicitur quia a Iustino imperatore primo fuit inventum. precipueGa naar voetnoot7) datur calculosis:Ga naar voetnoot8) et patientibus dolorem ilii. valet stranguirie et dissurie: et his qui mingunt mucos .vi. pars librae .ii.Ga naar voetnoot9) Recipe cinnamomi foliiGa naar voetnoot16) costi nardi casieGa naar voetnoot10) aristologie longe et rotunde elempniiGa naar voetnoot11) ysopi pulegiiGa naar voetnoot12) artemisie pentafilon leucopiperis orobiGa naar voetnoot16) petroselini levistici oxilatriGa naar voetnoot16) seminis urtice seminis granorum solisGa naar voetnoot13) saxifragie iuniperi sparagiGa naar voetnoot16) seminis silerisGa naar voetnoot13) apiiGa naar voetnoot14) aneti piganiGa naar voetnoot16) seminis citriGa naar voetnoot15) seminis feniculi anisi baccarum lauri ān̄ .ʒ.i.Ѕ. mel quod sufficit. detur cum vino in quo coctum fuerit milium solis velGa naar voetnoot16) saxifragaGa naar voetnoot16). | |
[pagina 86]
| |
Ga naar margenoot+60. KartaticumGa naar voetnoot1) imperialeKartaticumGa naar voetnoot1) imperiale bediedt lacseren. Alle lacsativa mach men wel heten. kartaticum. Het ijdelt Ga naar margenoot+humoren van coleren die verbernt sijn. Ende derna die humoren van fleumen. Ende oec so eist bequame adren. ende leitse sonder quetssinge die vet sijn ende verstopt. Hets zere goet iegen dlancevel boven ende beneden. ende dwinct den wint vander magen. ende in die darmen. die helft es .1. ℔. ¶ Nemt dyagridii. suker. elx .4.ʒ. ende .Ѕ. canele. naerdi. polipodii. saxifrage. elx .1.ʒ. esule. onder .Ѕ.ʒ. gariofili. spice. celtice. gingebere. melanopiperis. macropiperis. cardamomi. amomi. elx onder .Ѕ.ʒ. mirabolani. hermodactili. zeem dats gnouch si. Men saelt geven nuchtens. ende navens met warmen wine. of wermen watere also groet als .1. haselnot temale. | |
61. LitontriponLitontripon brect den steen in de blase. ende in de lendenen. Ende hets goet jegen die pine vanden Ga naar margenoot+lanken. ¶ Nemt naerdi. gingebere. sillobalsami. acori. canele. pencedaniGa naar voetnoot2). meu. melanopiperis. macropiperis. lencopiperisGa naar voetnoot3). saxifrage. saet van serpentinen. saet van netelen. citri. elcs .2.ʒ. ende .Ѕ. ende .15. granen. folie. nagle. soffraen. squinanti. cassie. lignee. bedelli. mastic. yrei. amomi. lovessce. grana solis. persijn. sileris. cardamomi. anijs. euforbii. lapis lincis. olei. naerdini. muscelini. elx .1.℈. meu .3. cornen. zeem dats gnouch si. Men gevet met wermen wine savonts. | |
[pagina 87]
| |
54.Sume kutarticum namque coleram purgabit utranqueGa naar voetnoot1). Ga naar margenoot+ KAtarticum imperialeGa naar voetnoot2) id est laxativum pro imperatoribus factum et pro aliis delicatis hominibus. ducit enim sine lesione. hecGa naar voetnoot3) precipue confert pinquibus hominibus qui semper sunt constipati. valet multum iliosis. iuvat eos qui ex ventositate stomaci et intestinorum laborant. medietas (fol. 19 v.) libra .1.Ga naar voetnoot4) Recipe diagridii Ga naar margenoot+zucchari ān̄ .ʒ.iiii.Ѕ.Ga naar voetnoot5) cinamomi nardi saxifragie polipodii ān̄ .ʒ.ii.Ga naar voetnoot6) mirobalanorum citri hermodactili polipodiiGa naar voetnoot7) ān̄ .ʒ.ii.Ga naar voetnoot8)Ga naar voetnoot9) gariofilorum zinziberis celticeGa naar voetnoot10) melanopiperis macropiperis cardamomi amomi amomi ān̄ .ʒ.1.Ѕ.Ga naar voetnoot21) mel quod sufficit. sumatur cum vino calidoGa naar voetnoot13) vel aqua calidaGa naar voetnoot13) mane vel sero. | |
55.Hec lapidem renum pertundit et inde repellitGa naar voetnoot1) Ga naar margenoot+ LItontripon pertundens lapidem interpretatur. hoc proprie lapidem frangit et expellit si in renibus vel vesica fuerint. hac medicina utentes. nec dolorem ilii nec lapidis vitium incurrunt. stranguiriam et dissuriam sine mora solvit .viii. pars est librae .ii.Ga naar voetnoot11) Recipe nardi zinziberis xilobalsaniGa naar voetnoot12) acori cinamomi peuzedaniGa naar voetnoot13) meu melanopiperis leucopiperis macropiperis saxifragie ān̄ .ʒ.ii.Ѕ. opobalsamiGa naar voetnoot13) gariofilorum costi reupontici liquiricie ciperi draganti alexandriGa naar voetnoot14) camedreosGa naar voetnoot15) seminis apiiGa naar voetnoot16) sparagiGa naar voetnoot13) basiliconis urticeGa naar voetnoot17) seminis citriGa naar voetnoot13)Ga naar voetnoot18) ān̄ .ʒ.i. et gr.xv.Ga naar voetnoot19) foliiGa naar voetnoot13) croci squinanti casie lignee bdelii masticisGa naar voetnoot20) seminis granorum solis petroseliniGa naar voetnoot1) seminisGa naar voetnoot2) sinoniGa naar voetnoot3) cardamomi aneti seminis euforbii Ga naar margenoot+lapis lincis olei nardini muscelini ān̄ .℈.i. minusGa naar voetnoot4) gr.iiii.Ga naar voetnoot5) melGa naar voetnoot6) quod sufficit. detur in sero cum vino calido. |
|