Eene Middelnederlandsche vertaling van het Antidotarium Nicolaï
(1917)–Anoniem Antidotarium Nicolaï– Auteursrecht onbekendMs. 15624-15641. Kon. Bibl. te Brussel
[pagina 24]
| |
Ga naar margenoot+12. DyamargaritonDyamargariton es also geheten na .2. manieren van perlen met gaten ende sonder gaten. Ende es goet iegen hartheit ende crancheit van herten. of dat der Ga naar margenoot+herten deren mach. entie ziec sijn in de mage. ende iegen hygen. ende iegen verstoptheit vander magen. ende tysike. ende die haer macht verliesen. ende conforteert die her macht verloren hebben van ziecheiden. Men saelt geven in heeten tiden met rosewatere. In couden tiden met wine nuchteren. ende te middage .10.ste deel es .1. ℔. ¶ Nemt groffels nagele. canele. spice. galigaen. lignum aloës. ricolissie. trosisken. diarmuscateGa naar voetnoot1). storax calamite. alipte. zedewale. elcs. .5.ʒ. perlen met gaten ende sonder gaten. gingebere. dbeen dat int herte leget van den hert. elleborus. scellen van ysere. blance. bysance. elx .Ѕ.ʒ. musci ambri. waterkersse. canfer. serpentine. elx .2.ʒ. ende .6. granen. zeem dats genouch si. | |
13. DyantosDyantos es .1. latuwarie iegen hertvanc. ende verblijt die Ga naar margenoot+herte. ende conforteert den gesonden. Meu saelt geven nuchteren. ende te middage met couden dingen opdat men corts heeft. Ende sonder corts met wine. .8.ste deel es .2. ℔. ¶ Nemt roris marini of rostrisGa naar voetnoot2) allene. hets al .1. crudekijn ende heet rosemarineGa naar voetnoot2) ende wast omtrent ypere ambachten.......Ga naar voetnoot3) ende elder oec. daer af nemt .1.ʒ. sop van rosen endeGa naar voetnoot2) van violetten. ricolissië elx...Ga naar voetnoot3) .ʒ. groffels nagle. notenmuscaten. waterkersse. gingebere. zedeware. canele. macis. lignum aloes. anisGa naar voetnoot2) dille elcs .4.℥. zeem dats gnouch si. | |
[pagina 25]
| |
14.DIamargaritonGa naar voetnoot1) dicitur a duobus margaritarum generibusGa naar voetnoot3)Ga naar margenoot+ perforatarum et non perforatarum: que ibi intrantGa naar voetnoot4). valet cardiacisGa naar voetnoot5) tristibusGa naar voetnoot5) ad omnem cordis debilitatemGa naar voetnoot6) et stomaciGa naar voetnoot7) .x. pars confecta est libr.i. Recipe gariofilorum cinamomi spice galange ligni aloes liquiricieGa naar voetnoot8) trociscorum diarodon diaviGa naar voetnoot9) ān̄ .ʒ.i. et .Ѕ. nucis muscate macisGa naar voetnoot10) alipteGa naar voetnoot11) zedoarie reubarbariGa naar voetnoot10) storacis calamite ān̄ .ʒ.I. margaritarum perforatarum et non perforatarum zinziberis ossis de corde cervi eborisGa naar voetnoot12) blacte bizancie ān̄ .ʒ.Ѕ. musci ambre cardamomi levistici basiliconis seminis ān̄ .℈.i. minus grana .ii.Ga naar voetnoot13) camphore grana .vi.Ga naar voetnoot14) mel rosatum quod sufficit. datur in estate cum rodostomateGa naar voetnoot10) vel frigida. in hyeme cum vinoGa naar voetnoot15) mane et meridie. valet ut superius dlximus maxime ptisicis etiam consumptis. | |
17.DIantos.Ga naar voetnoot3)Ga naar voetnoot16) dicitur quia fit de floribus dendrolibani violarumGa naar margenoot+ et rosarum ān̄Ga naar voetnoot8).Ga naar voetnoot4) valet tristibus macilentis cardiacis. multum letificat. et convalescentes ex egritudinibus miro modo confortatGa naar voetnoot3) .vi.Ga naar voetnoot17) confecta est libr.ii. et .Ѕ.Ga naar voetnoot4) Recipe florum roris marini .℥.i.Ga naar voetnoot18) rosarum violarum liquiricie ān̄ .ʒ.vi. gariofilorum spice nucis muscate galange cinamomi zinziberisGa naar voetnoot10) zedoarieGa naar voetnoot19) macis ligni aloes cardamomi anisi aneti ān̄ .℈.iiii.Ga naar voetnoot20) mel quod sufficit. datur maneGa naar voetnoot10) et meridieGa naar voetnoot10) febricitantibus cum frigida: non febricitantibus cum vino. | |
[pagina 26]
| |
Ga naar margenoot+ 14. DyasaturicenDyasaturicen es goet iegen die passie diemen in griexGa naar margenoot+ heet saturiasis: dats in dietsche den vede te doen stane: want hi doet wel goyen. ende es goet iegen quade lendenen. ende meerret luxurie die bi andren saken verloren es. dat .8.ste deel es onder .Ѕ. ℔. ¶ NemtGa naar margenoot+ die cullen van saturione (fol. 10 v.b.) pasternakeGa naar voetnoot1). notenmuscatenGa naar voetnoot2). pijnappel gestoten elcs .12.ʒ. anijs. gingebere. wit peper. saet van den essche .5.ʒ. den steert van den vische die heet stinctis. semen bulbi. elx .2.ʒ. ende .1.Ѕ. muskeliaet .7. granen. ¶ Dus seldijt vergadren. zeem seldi scumen. ende breken die cullen van saturione ende secacul. ende mingent metten zeeme. ende ziedent luttel. ende altoes roeret. ende derna doeter toe pineie wel gepulvert. ende dan doet luttel zieden. ende derna so doet af ende mincter in die poedere. ende int ende doeter in muscus met rosewatere. ende dan bestadet Men saelt geven alse men slapen gaet met zoeten wine enen lepel vol. | |
15. DyaprumusDyaprumus heeft sinen name na prumen van damas die men der vint. Ende es goet in bekerenden ongemaken die van bloede comen Ende iegen .1. corts die men heet cinocus. int wassen van den evele of in die staende tijt. Die confexie es .2. ℔. ¶ Nemt prumen van damas .100. die ziedt outwee dan persse metter hant uut. ende dan gietet in enen dorgaten lepel ende ziet daer dore. Dan nemt de prumen uten lepele ende suvertse van den scorssen dan wrivet tfleesch tusscen u handen metten vorseiden sope. dan doeter toe tsop van violenGa naar voetnoot3) .1.Ѕ.℥. dan doet weder zieden op tfier in diere gelike van cyrope dicke. dan doeter toe suker .2. ℔. Dan ziedet dat dicke si. dan doeter in gamarindiGa naar voetnoot4) .1.℥. march van cassia fistula .1.℥. ende altoes roeret. Ende alst dicke es so doet af ende doeter in dese specien ¶ Nemt sandali wit ende root. spodii. rebarbe elx .3.ʒ. rosen. violenGa naar voetnoot3). saet van porceleinen. tsop van | |
[pagina 27]
| |
18.DIasatirionGa naar voetnoot25)Ga naar voetnoot1) dicitur a satirionum radicibus. satiriasisGa naar margenoot+ enim grece erectio virge latine diciturGa naar voetnoot2). proprie datur illis qui debilitatem patiuntur renum: et libidinemGa naar voetnoot3) mirabiliter provocat ex aliqua occasione predicta sine mora restauratGa naar voetnoot1) .viii. confecta est libr.i. et .Ѕ.Ga naar voetnoot2) Recipe satirionum testiculorum viridiumGa naar voetnoot4) baucieGa naar voetnoot5) nucis indice pistacearumGa naar voetnoot6) secacul pinearum (fol. 7 v.) enucleatarum ān̄ .ʒ.xii. gariofilorumGa naar voetnoot7) zinziberisGa naar margenoot+ anisi eruceGa naar voetnoot8) seminis lingue avis ān̄ .ʒ.v. cinamomiGa naar voetnoot9) caudarum stincorumGa naar voetnoot10) viridiumGa naar voetnoot11) seminis bulbiGa naar voetnoot12) ān̄ .ʒ.ii. et .Ѕ. musci. grana .vii. ConficiturGa naar voetnoot13) sic in tantum mellis dispumati quod sufflcit: ponantur testiculi satirionum et baucie et secacul unaquaque per se in supradicto melle ponantur prius bene contrita: et cum spatula bene commisceantur: et bulliant deinde aliquantulum. deinde addantur pinee et pistaceeGa naar voetnoot14)Ga naar voetnoot1) bene trite: et cum aliquantulum bullieritGa naar voetnoot2) ab igne deponatur: et pulvis predictarum specierum commiscendo adiungatur. ad ultimum vero muscumGa naar voetnoot15) distemperatum cum aqua rosarumGa naar voetnoot16) apponatur:Ga naar voetnoot1) et sic usui reservetur.Ga naar voetnoot2) detur in sero cum vino dulciGa naar voetnoot17) vel conditoGa naar voetnoot18) coclearium unum. | |
19.DIaprunisGa naar voetnoot19)Ga naar voetnoot20) vel diamascenonGa naar voetnoot21) dicitur a prunis: queGa naar margenoot+ ibi intrant. datur acutis et peracutis patientibus: et maxime causionGa naar voetnoot22) et sinoce in principio. et in augmento et statu egritudinis. confectisGa naar voetnoot23) eius est .℔.ii. et .Ѕ. Recipe prunorum damascenorum viridiumGa naar voetnoot24) numero .c. que poni debent in stagnato: et tantum aque quod bene | |
[pagina 28]
| |
Ga naar margenoot+ ricolissien. berberis. scariole. dragant elx .1.ʒ. tsaet van curuliGa naar voetnoot1) melonis. cucurbite. cucumerisGa naar voetnoot2) gesuvert elx .1.ʒ. Dit mag men geven allen wilen vanden dage also groet alse .1. kerstaengie met couden watere. Ende wilmen int ende der ziecheit purgieren. Men geve hem dingen die lacseren. | |
[pagina 29]
| |
coperiantur et bulliant quousque dissolvi videantur.Ga naar voetnoot1) tunc ab igneGa naar margenoot+ deponantur. et cum aliquautulum infrigidata fuerint ab aqua extrahantur. et in cribro super catinum posito pruna ponanturGa naar voetnoot2). et manibus tamGa naar voetnoot3) fricentur: ut nihil preter ossa et cortices in cribo remaneant. et fiat syrupusGa naar voetnoot4). in aqua illa in qua decocta fuerint pruna ponatur .ʒ.i.Ga naar voetnoot5) violarum et iterum bullire permittatur. (fol. 8 r.)Ga naar voetnoot6) et abstractis violis ponantur ibiGa naar voetnoot7) librae .ii. zuchariGa naar voetnoot8)Ga naar margenoot+ et libra .i. de pulpis prunorum. et coquantur ad spissitudinem. Incipiente inspissari adde .℥.i.Ga naar voetnoot9) tamarindorum et cassie fistule medelle .℥.i.Ga naar voetnoot9) díssoluteGa naar voetnoot10) et collate cum supradicta decoctione prunorum. memento tamen quod in aqua prunorum bulliat .℥.Ѕ.Ga naar voetnoot11) violarum ut dictum est. et cum ad perfectionem decoctionis pervenerit semper agregando cum spatulaGa naar voetnoot12): postea superspargatur pulvis istarum specierum. Recipe sandalorum alborum et rubrorum spodii et reubarbari cinnamomiGa naar voetnoot13) ān̄ .ʒ.iii rosarum violarum seminis portulace scarioleGa naar voetnoot14) seminis berberisGa naar voetnoot15) succi liquiricie draganti. ān̄ .ʒ.ii. seminum citroli melonis et curcurbiti mundatorumGa naar voetnoot16) ān̄ .ʒ.i. datur omni hora dieiGa naar voetnoot17) cum frigida sine diagridioGa naar voetnoot16) ad modum castanee. Si laxativum facere voluerisGa naar voetnoot18) ponantur in unaquaque libra .ʒ.viii.Ga naar voetnoot19) diagridii quando ab igne deponitur. datur in declinatione febrium laxativum ad purgationem in matutinali hora ad modum castanee cum aqua calida. | |
[pagina 30]
| |
Ga naar margenoot+ Ga naar margenoot+ 16. DyamoronDyamoron es goet iegen alle ziecheit van den monde Ga naar margenoot+ende int roest. ende in die kele enten huuf ende droget die versceitGa naar voetnoot1) ¶ Nemt tsop van moerbesien. ende .1.℔. zeems ende .1.Ѕ.℔......Ga naar voetnoot2) .3.℥. Dan doet tsop ende dat zeem zieden met enen sachten viere. Teken dat gnouch si. Nemt .1. marbersteen ende latet der op druppen. dan Ga naar margenoot+heldet den steen over .1. zide. blijft die druppe stille lig- (fol. 11 r. a) gende so eist gnouch. dan bestadet. ende alsmer met werken wille. so salmer met besmeeren dat roest. Ende gargariseren iegen den huuf. | |
17. DyacameronDyacameron es also vele geseit alse den mensce teGa naar margenoot+ leidene van dode te live het es goet iegen die hoeste. ende iegen hygen. ende iegen die kele. ende dat cleeft in die mage. ende iegen cranke lendenen. ende helpt ter luxurien. ende heeft die selve macht dat dyaarrodonGa naar voetnoot3) iulii doet. dat ,10.ste deel es .2. ℔. ¶ Nemt antofali. gingebere .5.ʒ. ende .1.℈. ende .16. granen. carnis dactillorum .4,ʒ. galigaen. spijc. coste. zedewaer. piretri. root corael. dragant. renponticiGa naar voetnoot4). salmente. anacardi. ossium dactillorum. carpobalsami. anijs. de vrucht van genivere. ameos. macropiperis. lencopiperisGa naar voetnoot5). elcs .2.ʒ. ende .6. granen. vijlsel van goude ende van zilvere. dbeen dat leget int herte vanden hert. elcs .1.ʒ. ende .1.Ѕ.℈. ende .7. granen. amber .1.℈. zeem dats gnouch si. hier af sal men nutten .3.ʒ. nuchtens ende savonts. | |
[pagina 31]
| |
16.DIamoronGa naar voetnoot1)Ga naar voetnoot2) a moris celsi dictum a moris rubi batinumGa naar voetnoot3).Ga naar margenoot+ valet ad omnem causamGa naar voetnoot4) palati et gutturis. cadentem uvam sublevat. et humorosam desiccat.Ga naar voetnoot5) medietatisGa naar voetnoot6) est libra .i. Recipe mororum celsi libram .Ѕ. mororum bati libram .i.Ga naar voetnoot7) mellis libram .Ѕ. sape .℥.iii. Confice sic succum mororum cum melle et sapa in vase eneo stagnato ad prunas suaviter decoque. cum autem scire volueris si coctum sit pone ex eo guttam super marmore donec gutta marmori inviscata appareat et adhereat.Ga naar voetnoot8) tunc cola. et in vase stagnato usui conserva. et cum opus fuerit gargarizetur. | |
15.DIacameronGa naar voetnoot9)Ga naar voetnoot10) id est ducens hominem de morte adGa naar margenoot+vitamGa naar voetnoot11). quod facit asmaticisGa naar voetnoot12) arteriacisGa naar voetnoot13) tussientibus tipsicisGa naar voetnoot14) et omnem imbecillitatem stomachiGa naar voetnoot29) emendat. debiles lumbosGa naar voetnoot15) confortat. luxuriam provocat:Ga naar voetnoot16) et omnemGa naar voetnoot17) quod in diarodon iulii laudatur adimplet .x. pars confecta est librae .ii. Recipe antofoli zinziberisGa naar voetnoot13) ān̄ .ʒ.v. et .℈.i. et grana .xvi.Ga naar voetnoot18)Ga naar voetnoot2) cinamomi gariofilorumGa naar voetnoot19) ān̄ .ʒ.iiii. et .℈.i. et grana .xiii.Ga naar voetnoot3)Ga naar voetnoot20) galangeGa naar voetnoot21)Ga naar voetnoot2) spice zedoare costi piretri coralli rubei dragantiGa naar voetnoot3) reupontici saliunceGa naar voetnoot22) anacardi ossium dactilorum carpobalsamiGa naar voetnoot23) anisi ami fructus id est iuniperiGa naar voetnoot24) ān̄ .ʒ.i. et .℈.ii. et grana .viii.Ga naar voetnoot25)Ga naar voetnoot26)Ga naar voetnoot27)Ga naar voetnoot2) leucopiperis melanopiperisGa naar voetnoot28) macropiperis ān̄ .ʒ.i. et .℈.ii. et grana .viii.Ga naar voetnoot3) limature auri puri et argenti meri ossis de corde cervi ān̄ .℈.ii. et .Ѕ.Ga naar voetnoot30) musciGa naar voetnoot31) | |
[pagina 32]
| |
Ga naar margenoot+18. DyalaccaDyalacca es goet ¶ met wine iegen verstoptheit vander Ga naar margenoot+levveren of apostemen in de levere of in de mage. entie swere in die melte. ende iegen die volginge van den watere ¶ Nemt lace .2.ʒ. ende .1.Ѕ.Ga naar voetnoot1) spijc: coste. carpobalsami. sillobalsami. cassia lignea, asari. caneleGa naar voetnoot2). soffraen. plane cruutGa naar voetnoot3) rebarbe mastic. aristologia longe ende rotunda. elx .1.ʒ.Ga naar voetnoot4) gentiane. mirreGa naar voetnoot5). venkelsaet apisaet. anijs. polyoen. groffelsnagle comijn. wilde savieGa naar voetnoot6). alseneGa naar voetnoot7). notenmuscaten. cardamoniumGa naar voetnoot8). cubeben. elx .1.ʒ. ende .5. granenGa naar voetnoot9). Diemen poedren mach die salmen poedren. Dan nemt zeem dats gnouch si. Men saels geven .1.ʒ. met wineGa naar voetnoot10). | |
19. DyarebarbarumDyarebarbarum es goet iegen pine vander leverenGa naar margenoot+ende iegen verstoptheit. ende iegen widt in de darmen. ende onverteerlicheit ¶ Nemt spijc. coste. soffraen elcs .2.ʒ. rebarbe .1.ʒ. ende .5. granen. cassia lignee. mirre. asari. plane cruut. beide die aristologien. rosewater. elx .2.ʒ. dese seldi pulveren. Dan nemt zeem dats gnouch si Ende men saels geven .1.ʒ. of onder .Ѕ.ʒ. met dranke daer anijs in gesoden es. | |
[pagina 33]
| |
rasure eboris ān̄ .℈.i. et grana .vii.Ga naar voetnoot1) ambre .℈.i.Ga naar voetnoot2) mel quod sufficit.Ga naar margenoot+datur de eo .ʒ.iii.Ga naar voetnoot3) maneGa naar voetnoot4) vel vespere cum vinoGa naar voetnoot4). | |
35.DIalaccaGa naar voetnoot5)Ga naar voetnoot6) valet ad frigiditatem stomaci. enfraxin tumoremGa naar margenoot+ et duritiem epatis et splenis emendat: et omnia que ydropicis minantur. proficit nefreticis: et calculosis subvenit: et menstruis imperat. Recipe liquiritieGa naar voetnoot7) .ʒ.vii. spice .ʒ.iiii. costi melanopiperis ān̄ .ʒ.ii.Ѕ. lacce croci zinziberis galbani dauci siselei petroselini ān̄ .ʒ.ii. calami aromatici casie lignee masticis bdellii carpobalsami (fol. 13 r.) ān̄ .ʒ.ii. cinamomiGa naar margenoot+ gariofilorum amigdolarum amararum rute ān̄ .ʒ.1.Ѕ. aloes epatici mirre ysopi fu meu camepiteos balsami thuris masculi siselei ān̄ .ʒ.i. reubarbari squinanti polii ān̄ .ʒ.ii. gentiane aristologie rotunde ān̄ .ʒ.Ѕ. mel quod sufficit. detur ad modum avellane cum apozimate radicis apii feniculi yris eupatorii apii levistici ān̄ .ʒ. .Ѕ. | |
36.DIacurcumaGa naar voetnoot6) valet ad epatis passionem et ad frigiditatemGa naar margenoot+ stomaci et ad vitium splenis. Recipe curcuma cinnamomi spice asari casie ān̄ .℥.i. costi squinanti mirre ān̄ .℥.1.Ѕ. mel quod sufficit. datur cum oxizacara. | |
[pagina 34]
| |
Ga naar margenoot+20. DyamasticDyamastic es goet iegen melancolye. ende iegen Ga naar margenoot+fleume. ende maect clare varuwe. ende es goet iegen de pine vander leveren. ende scarpet tsien. ende Ga naar margenoot+betert (fol. 11 r.b.) die complexie van al den lichame ¶ Nemt spijc. groffels nagle. canele. cardamomi sillobalsami. gingebere. peper wit ende swart. ende lanc peper. asari. galigaen. cassia lignee. calamiaromatici. notenmuscaten. cyperi. nirtilliGa naar voetnoot1) macis. elcs .1.℈. mastic .5.℈. zeem dats gnouch si. | |
21. DyazinziberosGa naar voetnoot2)DyazinziberosGa naar voetnoot2) es zere goet iegen heescheit vander Ga naar margenoot+stortten. ende iegen droocheit vander hoesten. ende iegen pantysen. ende iegen dorst die vander magen comt. ende iegen pine in de ziden. ¶ Nemt gingebere macis. flosGa naar voetnoot3). notenmuscaten. groffels nagle. tsop vander ricolissien. dragant. peniden. cauwerdensaet. elx .4.ʒ. ende .Ѕ. zeem dats gnouch si. Men saels geven also groet alse .1. haselnot nuchteren ende houdent in den mont. | |
22. DyaanisiumDyaanisium es goet iegen alle vercoutheit. ende iegenGa naar margenoot+wint ¶ Nemt. anijs. canele. gingebere. comijn. elcs .3.ʒ. macis. groffels nagle. mastic. swert peper. elcs. .4.......Ga naar voetnoot4) spicen. cardamoniiGa naar voetnoot5). sillobalsami. aloe. galieGa naar voetnoot6). galigaen elx .2.ʒ. ende .Ѕ. Ende zeem dats gnouch si. | |
23. Dyagalanga.Dyagalanga. Nemt in die capittele van aurea. iegen Ga naar margenoot+die pine van der herten ¶ Nemt spijc. gingebere. galigaen. canele. zedewaer. rosen. ricolissie. storax. violetten. groffels nagle. bacce. bisancie. elcs .Ѕ.℥. elleborus .Ѕ.ʒ. ende .1.ʒ. amber. rebarbe. muskeliaet elcs .2.ʒ. ligni aloes. ende .3. manieren van sandalen. elx .1.Ѕ.ʒ. zeem dats gnouch si ¶ Men saelt geven in die groette van .1. haselnot. smorgens ende te middage. | |
[pagina 35]
| |
38.DIagalangaGa naar voetnoot1) que valet ad nimiam stomaci debilitatem Ga naar margenoot+et eius ventositatem. digestionem procurat. stomacum confortat. renes frigidos calefacit et omne superfluum flegma a stomaco dissolvit et expellit. oppilationem splenis et epatis aperit. sensum acuit. hominem ilarem reddit. canos ante tempus retardat; et omnibus frigidam naturam habentibus convenit. RecipeGa naar voetnoot2) galange zinziberis gariofilorum spice cardamomi cinamomi carpobalsami nucis muscateGa naar voetnoot2) ān̄ .℥.Ѕ. costi ligni aloes maceris masticis dragaganti succi liquiricie ān̄ .ʒ.i. musci .℈.i. zuchari .℈.xii. | |
[pagina 36]
| |
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+24. DyacapparisDyacapparis es goet iegen alle deren van herten. ende Ga naar margenoot+vander melten. ende iegen haer hartheit oude of nuwe. het doel wel orine maken. met wine genomen ende met aysine geminct. Ende in die oren gedaen doet sterven die worme vanden oren. Ende in den mont gehouden sachti den tantswere. Ende rute gesoden ende daermei genomen doet menstrua hebben. of in vulva gedaen. ¶ Nemt capparis. corticis .1.℥. squillen. assa fetida. asari. piretri. thiniGa naar voetnoot1). apie. melantii. wortel van agrimonien. sanctorie. peper. portulate. elx .3.ʒ. rebarbe. speragi. elcs .3.ʒ, lanc peper onder ,Ѕ.ʒ. apisaet. carvi. elcs onder .Ѕ.ʒ. saet van bornagien entie bloemen elcs .3.ʒ. | |
Ga naar margenoot+25. Dyatrion piperion magnum galyeniDyatrion piperion magnum galyeni es zere goet Ga naar margenoot+iegen hoeste. of iegen die reume. jegen cortten adem. jegen artetyke. Ende iegen alle saken vander borst ende vander longenen. ende verteert in de mage fleumen. Ende doet verteeren coutheit. ende betert in de mage die swere. Ende es goet iegen levere ende melte. ende iegen water. jegen de geelsucht. jegen geswil an de zide. iegen pine an de niere. Ende gereit menstrua. ende sacht dageliken corts ende quarteine. ¶ Nemt nardi. stacii. amonii. melanopiperis. venkelsaet. elx .2.℥. gingebere. ysope. persijnsaet. leucopiperis. anijs. elcs .5.ʒ. soffraen. cassia fistula. ydiocri. epithiniGa naar voetnoot2). elve. dats enula campana so werment vint. betonie. pigani. canele. ameos. sicelei. lovessce. elcs .2.℥. ende .Ѕ. ende .2.ʒ. zeem dats gnouch si. Men saels geven temale also groet alse ene haselnot. | |
[pagina 37]
| |
DIatrionpipereonGa naar voetnoot1)DIatrionpipereonGa naar voetnoot1), optimum rheumaticis, arteriacis asthmaticis, tussientibus. facit ad causas pectoris et pulmonis; phlegma stomachi digerit, digestionem procurat, frigiditates, et dolores in ea factos amputat; hepaticis et spleneticis, hypochondria tumentibus, renibus et vesicae causis utilissimum est, menstruis imperat, quartanarios et quotidianarios typos emendat. Recipe nardi, amomi, melanopiperis, marathri an .ʒ.iiij. zingiberis, hyssopi, petroselini, leucopiperis ān̄ .ʒ.iij. croci, cassiae, trochisc. hedychroi, epithymi, enulae, betonicae, pigani, sinonis, ameos, seseleos, levistici ān̄ .ʒ.i. mellis quod sufficit. deter in modum avellanae. | |
DIamanaGa naar voetnoot1)DIamanaGa naar voetnoot1) utilis ad mollificandum sanguinem, ad choleram reprimendam et etiam melancholiam. valet etiam ad hepar calefactum et corpus sua virtute purgat. recipiatur de eo unciam .Ѕ. in aurora cum calida; et ad multa alia corporis incommoda valet. Recipe mannae, zucchari violati, cassiae fistulae ana uncias iiij. tamarindi, | |
[pagina 38]
| |
Ga naar margenoot+26. Dyatrion piperion minusDyatrion piperion minus es goet iegen alle saken Ga naar margenoot+vander magen. eist sweringe of wint van couden saken die sachtet zere. die fleumen. die apostemen. Ende droget humoren. ende hulpt iegen verstoptheit vander blasen. ende jegen menstrua. ende sacht den .4. den dach corts daer coude na hitte comt. ¶ Nemt groffels nagle. folie. gingebere. amomum. persijn. dauci. elcs 2.ʒ. spijc. coste. asari. elve. ysope. cyperi. anijs. apie. sicelei. ameos elcs .2.ʒ. lencopiperisGa naar voetnoot1). melancopiperisGa naar voetnoot2). macropiperis. onder .Ѕ.ʒ. zeem dats gnouch si. | |
27. Dyaciminum27. Dyaciminum heet men dus omdat mer meest comijns Ga naar margenoot+toe doet dan van andren specien ¶ Galyenus seit dat goet es iegen alle swere vanden lichame. ende vander magen dat van couden comtGa naar voetnoot3). ende verteert die spise. Ende ontstopt levere ende melte. ende verhit al den lichameGa naar voetnoot4). ende verteert dien wint in die darmen ende in de mage. Ende hulpt der borst van couder fleumen. Ende es goet iegen quarteine. Ende doet wel verteren die spise. Best dat ment nuttet na etene met wine ¶ Nemt caviGa naar voetnoot5) ende comijn .5.ʒ. ende .Ѕ. in wine ende in aysine gedaen .1. nacht. daerna suldijt drogen met geroost met viere. soffraen. galigaen. spijc. amoniiGa naar voetnoot6). ameos. vnkelsaetGa naar voetnoot7) geroost. asari. lancpeper gingebere. canele. macis cardamoniumGa naar voetnoot8). silio cassia. apie. rute. folie. carpobalsamum elx. onder .Ѕ.ʒ. zeem dats gnouch si. | |
[pagina 39]
| |
zucchari rosati ana unciam .i. haec omnia resolvantur aqua decoctionis capillorum veneris, scolopendriae, hepaticae ana uncias iij. seminum frigidorum mundatorum, violarum ana unciam .i. prunorum numero xx. colaturae addantur zuchari libras .iij. et coquatur ad spissitudinem sicut fit in tryphera saracenica; et tunc addantur istae species: Recipe seminum frigidorum mundatorum, violarum, nenupharis, scariolae, loctucae, portulacae ana unciam .i. rheubarbari, foliorum senae, anisi ana unciam .i. et drachmam .i. sumatur ut dictum est superius. | |
24.DIaciminum dicitur quia plus ibi est de cimino quam de Ga naar margenoot+aliqua specieGa naar voetnoot1). valet precipue ad pectoris et stomaciGa naar voetnoot2) frigiditatem et capitisGa naar voetnoot2)Ga naar voetnoot10). ventositatem intestinorum solvit. quartanariis febrientibus mirabiliter procuratGa naar voetnoot3) .xii. pars libra .i. Recipe cumini pridie in aceto infusi et exsiccati .ʒ.viii.℈.1.Ga naar voetnoot4) cinamomi gariofilorum. ān̄ .ʒ.ii.Ѕ.Ga naar voetnoot5) zinziberis melanopiperis ān̄ .ʒ.ii. grana .v.Ga naar voetnoot6) galange timbreGa naar voetnoot7) calamenti, ān̄ .ʒ.i.℈.ii.Ga naar voetnoot8) ameos levisticiGa naar voetnoot9). ān̄ .ʒ.i. grana xviii.Ga naar voetnoot8) macropiperis .ʒ.i.Ga naar voetnoot10)Ga naar voetnoot11) nardi carviGa naar voetnoot12) masticisGa naar voetnoot13) ān̄ .℈.ii.Ѕ.Ga naar voetnoot11) mel quod sufficiat.Ga naar voetnoot14) dosis .ʒ.iii. datur post comestionem cum vino. | |
[pagina 40]
| |
Ga naar margenoot+28. DyaysopumDyaysopum es goetGa naar voetnoot1) iegen alle coude humoren van Ga naar margenoot+den hoefde. ende doet den huuf (fol. 11 v.b.) drogen.Ga naar margenoot+ende suvert die kele. ende verdrijft die hoeste. Ende sacht die coude borst entie coude mage. ende quaelecheit vander magen. ende doet zere verteeren. ende es hen goet die etter spuwen. ende iegen apostemen in die longene ¶ Nemt ysope: yris. thimi. melanopiperis. elcs .4.ʒ. ende .12. granen. gliconis. timbre. comijn. elcs .2.ʒ. ende .1.Ѕ. rosen. dragant. venkel. elcs .2.ʒ. ende .15. granen. anijs. carvi, gingebere. lovessce. elcs .1.Ѕ.ʒ. ende .7. granen. zeem dats gnouch si. Men saelt geven nuchtens ende navens met lauwen wine. | |
29. DyasenieDyasenie heeft sinen name omdat mer senie toe doet Ga naar margenoot+meer dan enech van den andren specien. Het es properleke goet iegen melancolye. ende iegen hert evel. entie gerne droeve sijn. ende iegen alle onverteerlicheit der leveren. ¶ Nemt galigaen. notenmuscaten. nagle. folie. macis. cardamoniiGa naar voetnoot2). ligni aloes. lanc peper. gingebere. canele. zedewale. spijc. elcs even vele. senie suldi dobbel nemen. ende haselnoten dobbel. die noten suldi poedren ende roestent ende mingent met zeeme. ende daerna dandre specien. Ende wilmen purgieren melancolye so doeter meer toe boraetsen ende calamiGa naar voetnoot3) of senie ende latet staen weyken. ende dan nemt den borne daer af. | |
[pagina 41]
| |
37.DIaysopumGa naar voetnoot1). Recipe ysopi yreos thimi melanopiperis Ga naar margenoot+ān̄ .ʒ.xxx. gliconii tymbre pigani cimini ān̄ .ʒ.xx. carnis dactilorum caricarum passarum enucleatarum maratri ān̄ .ʒ.x. zinziberis anisi carvi levistici ān̄ .ʒ.v. mel quod sutficit. sumatur mane et sero cum tepida. | |
33.Maniacum multum fugat hoc diasene tumultumGa naar voetnoot2). DIasene dicitur quia plus de sene ponitur ibi quam de Ga naar margenoot+alia specieGa naar voetnoot3). valet proprie multicisGa naar voetnoot4) maniacis cardiacisGa naar voetnoot5) et tristibusGa naar voetnoot6). tota confectio venit libra .i. Recipe sene .℥.iii.Ga naar voetnoot7) avellanarum assatarum numero .l.Ga naar voetnoot7) serici combusti .ʒ.ii.Ga naar voetnoot8) lapis armenici .ʒ.1. lapis lazuli .ʒ.iii.Ga naar voetnoot9). zuchari .℥.vi.Ga naar voetnoot10) cinamomi .℥.i.Ga naar voetnoot11) gariofilorumGa naar voetnoot12) galangeGa naar voetnoot12) piperisGa naar voetnoot21) spice ozimiGa naar voetnoot12) zinziberis foliaGa naar voetnoot13) gariofoliGa naar voetnoot12)Ga naar voetnoot14) cardamomiGa naar voetnoot12) crociGa naar voetnoot12) zedoarie floris roris mariniGa naar voetnoot12)Ga naar voetnoot15) macropiperis. ān̄ .ʒ.ii.Ga naar voetnoot11)Ga naar voetnoot16) mellisGa naar voetnoot17) quod sufficit. detur cum aqua in qua infusum est seneGa naar voetnoot18) per noctem sub divoGa naar voetnoot19). Conficitur sic cum melle: avellane bene pulverisate etGa naar voetnoot20) dispumato melle ad ignem decoquantur. deinde pulvis specierum admisceatur. quod valet quartanariis et magis spleneticis. | |
[pagina 42]
| |
Ga naar margenoot+ Ga naar margenoot+30. DyaprassiumDyaprassium heet na marobie omdat mer indoetGa naar voetnoot1) Ga naar margenoot+dan ander specien. het es goet iegen alle vercoutheit vander borst. jegen die reume. entie vercoutheit van den herssenen die ten monde comt. ende iegen den huuf. dat .8. ste deel es .3. ℔. ¶ Nemt groene marobie .5.ʒ. ende .Ѕ. dragant. pijnappel. amandren. daden. figen. cisoeletarumGa naar voetnoot2). elx .3.ʒ. ende .Ѕ. canele. nagle. notenmuscaten. macis. ligni aloes. spijc. galigaen. gingebere. zedewer. renponticiGa naar voetnoot3). ricolissie. anacardi. dats theodoricum anacardium so wer ment vint. stomicalisGa naar voetnoot4): mirre. mastic. galbanum. terbentine. aristologia. dats holewortte. die wortele van caparis. gentiane. melonopiperisGa naar voetnoot5). venkel. apie. anijs. mercedonie. bevenelle elx .2.ʒ. hermodactilis. origanum. pencedanumGa naar voetnoot6). squinanti. venkelsaet. elcs onder .Ѕ.ʒ. dyptamnis. balustie. colene. pertrec. coste. cardamoniumGa naar voetnoot7). lencopiperisGa naar voetnoot8). carvi. lovesce. satureie: serpentine. pionie. macropiperis. amomi. orobi. elx .1.ʒ. ende .2. granen. sillobalsami. cassia fistula. corael. scavelinge van yvore. of van ysere. carpobalsami. dauci. creticiGa naar voetnoot9). elx .1.ʒ. musci. amber Ga naar margenoot+dbeen vander herten vanden (fol. 12 r.a.) hert. elx .14. granen. zeem dats gnouch si. Men saelt geven met wermen wine der ysope in gesoden es. | |
[pagina 43]
| |
ALia diasenaeGa naar voetnoot1)ALia diasenaeGa naar voetnoot1) descriptio. R. senae, unc. iii. cinnamomi, gariofilorum, folii, cardamomi, galangae, macis, ligni aloes, piperis longi, zingiberis, zedoariae, spicae, nucis muscate ān̄ drach .iii. boraginem et calamentum addeGa naar voetnoot2) et caetera quae melancholiam purgant, avellanarum assatarum. l. setae combustae, drach .ii. lapidis armeni, unc .i. lapidis lazuli, drach .iii. zuchari, unc .v. mellis dispumati quod sufficit. | |
20.DIaprassiumGa naar voetnoot3)Ga naar voetnoot4) dicitur a prassio viridi quod ibi plus intrat Ga naar margenoot+quam de aliis speciebusGa naar voetnoot5). valet ad omnem pectoris frigiditatemGa naar voetnoot6). et maxime ad catarrum et ad cerebri frigiditatem. sanat capitis vertigines et oculorum caliginemGa naar voetnoot7): et palatum et arteriasGa naar voetnoot8) et ad omnem speciem catarriGa naar voetnoot9): que fit ex frigiditate mire prodest.Ga naar voetnoot24) dentium dolorem mitigat. octava decima pars confecta est .iiii.Ga naar voetnoot10). Recipe prassii .viridis .ʒ.v. et .Ѕ.Ga naar voetnoot11) dragaganti pinearumGa naar voetnoot12) mundatarumGa naar voetnoot12). amigdolarumGa naar voetnoot12) pistacearumGa naar voetnoot12) carnium dactilorum ficuumGa naar voetnoot26) pinguiumGa naar voetnoot26) passularumGa naar voetnoot12) enucleatarumGa naar voetnoot12) ān̄ .ʒ.iii.Ga naar voetnoot13) et .Ѕ. cinamomi gariofilorum nucis muscate macisGa naar voetnoot12) ligni (fol. 8. v.) aloes galange Ga naar margenoot+zinziberis zedoarie spice liquiricie reupontici anacardi storacisGa naar voetnoot12) calamiteGa naar voetnoot12) masticis mirre galbani terbentine yreos aristologie rotunde radicum caparis gentiane melanopiperis anisi feniculiGa naar voetnoot12) aneti seminis apii macedoniciGa naar voetnoot14) saxifragie ān̄ .ʒ.ii. ermodactilorumGa naar voetnoot15) origani paucedaniGa naar voetnoot16) squinantiGa naar voetnoot12) cardamomi leucopiperis carvi levistici vincetoxiciGa naar voetnoot12) ān̄ .ʒ.i.Ѕ. et grana .ii.Ѕ.Ga naar voetnoot17) balsamiGa naar voetnoot18) pulegii diptamiGa naar voetnoot19) costi piretri satiregieGa naar voetnoot27) basiliconis pionie macropiperisGa naar voetnoot20) amomi sinoniGa naar voetnoot12)Ga naar voetnoot21) orobiGa naar voetnoot20) ān̄ .ʒ.i.Ga naar voetnoot22) grana .ii. et terciam partem alteriusGa naar voetnoot25) xilobalsamiGa naar voetnoot12) casiefistuleGa naar voetnoot23) coralli | |
[pagina 44]
| |
Ga naar margenoot+31. DyaolibanumDyaolibanum dat stremmet tranen van ogen. ende Ga naar margenoot+sacht oude hooftswere. ende geneest apostemen in die kele genut met tyseinen. Dat .6. ste deel es .1. ℔. ¶ Nemt bevercul. opii. cassia lignee. beilde. elx .3.ʒ. mirre onder .Ѕ.ʒ. soffraen. folie. werpont. elx .2.ʒ. amoniiGa naar voetnoot1). renponticiGa naar voetnoot2). elx .2.ʒ. pionie. storacis. macropiperis elx .2.ʒ. spijc. euforbii. lencopiperisGa naar voetnoot3) elx .1.ʒ. ende .1.Ѕ.℈. zeem dats gnouch si. Men saelt geven met wermen wine daerin gesoden es wierooc ende savie. | |
[pagina 45]
| |
rasureGa naar voetnoot1) eborisGa naar voetnoot1) carpobalsamiGa naar voetnoot2) dauci cretici ān̄ .ʒ.Ѕ. musci ambre Ga naar margenoot+ossis de corde cervi ān̄. grana .xiiii. mellis despumati quod sufficit.Ga naar voetnoot3) Conficitur sic in libras .iiii. mellis despumati pone prassium supra dictum aliquantulum contusum .ʒ.vi. et quartam partemGa naar voetnoot1)Ga naar voetnoot4) pinee recentis cum resinaGa naar voetnoot1) suaGa naar voetnoot1) et de vino vetustissimo optimo .℥.iii. et bulliat insimul lento igne ad vini consumptionem vel donec pinea aperiatur: et carice bene purgate intus et extra et dactili eodem modo purgati et passe sine granulis suis: pinee et amigdole et pistacee: omnia ista bene mundata pistenturGa naar voetnoot5): tamen unumquodque per se pistetur etGa naar voetnoot6) postea insimul misceantur in mortario et addatur ibi terbentina: et insimul pistentur et cum predicta melle calido in eodem mortario paulatim posito distemperentur. et post addatur pulvis supradictarum specierum et diu conficiantur. storax vero cum modico melle liquefacta confectioni supermisce sine intermissione. ad ultimum balsamum ambram et muscum supermitte. et iterum bene commisce et usui reserva. datur (fol. 9 r.) in sero cum vino calido in quo coctus Ga naar margenoot+sit ysopus et dragantum. | |
21.DIalibanumGa naar voetnoot7) dicitur ab olibano quia olibanum ibi in Ga naar margenoot+tratGa naar voetnoot8). valet ad omnes capitis passionesGa naar voetnoot9) lachrymas potenter stringit. dolorem emigraneum et superciliorum sanat. et squinantiam curat datum cum decocsione tipsaneGa naar voetnoot10) .vi. pars confecta est libra .i.Ga naar voetnoot11). Recipe castorei opii iusquiami ān̄ .ʒ.iiii.Ga naar voetnoot19) casie lignee .ʒ.ii.℈.ii.Ga naar voetnoot12) folii croci turis masculi ān̄ .ʒ.ii. reupontici amomi ān̄ .ʒ.i.℈.ii.Ga naar voetnoot13) mirre .ʒ.1.Ѕ. spiceGa naar voetnoot14) piretriGa naar voetnoot14) enforbii leucopiperis ān̄ .℈.iii.Ѕ.Ga naar voetnoot15) pionie storacis macropiperis ān̄ .Ʒ.i.Ga naar voetnoot16) melGa naar voetnoot17) quod sufficit datur sero Ga naar voetnoot18)Ga naar voetnoot14) cum vino calido in quo coctum sit olibanum et salviaGa naar voetnoot18). | |
[pagina 46]
| |
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+32. DyaredonabbatisDyaredonabbatis es goet iegen pine vander leveren.Ga naar margenoot+ende iegen geelsucht. entie tysike sijn ende droge. ende iegen hertevel dat van hitten comt. ende die cranc sijn van langer ziecheit. alse van bernende cortse van hitten comende ¶ Nemt sandali wit ende root. elx .2.ʒ. ende .Ѕ. gomme van arabien. spodii. elx .1.ʒ. asari mastic. cardamomi. spijc. soffraen. sillo. cassieGa naar voetnoot1). aloes. nagle. galigaenGa naar voetnoot2). notemuscatenGa naar voetnoot2) venkelsaet. canele. tsop van ricolissien. rebarbe. tsaet van serpentinen. biberisGa naar voetnoot3). scariole. porceleine. citrulli. melonis. cucumeris. cucurbite. elx .1.℈. perlen. dbeen vander herten vanden hert elcs .Ѕ.ʒ. suker rosaetGa naar voetnoot4) .1.℥. ende .3,ʒ. canfer .7. granen. musci .3. granen ende .1.Ѕ. cyroop van rosen. rosewater dats gnouch si. Men saelt geven nuchtens. ende savonts ende te middage. | |
33. DyapenidionDyapenidion heet men na peniden omdat siere ingaen Ga naar margenoot+meer dan andre medicinen. Si es goet iegen alle ziecheit vander longenen. ende iegen hoeste ende heesce stemme entie droge. ende die tysike sijn. dat. .8. ste deel es .1. ℔. ¶ Nemt peniden .16.ʒ ende .Ѕ. pinearum. amandlen wel gesuvert. wit olysaet .4.ʒ. canele. nagle. gingebere. tsop van ricolissien. dragant. gommi arabici. senie. citrulli. cucurbite. cucumers. melonis. elx. onder .Ѕ.ʒ. canfer .7. granen. met cyrope van violetteu dats gnouch si. ¶ Dus suldijt vergadren. Nemt water .1. ℔: violerGa naar voetnoot5) .3.℥. ende siedet tegadere tote dat .1. deel dicke wert. dan doeter in peniden. senie. amandelen. citrulli. melonis. cucumeris. cucurbite elc seldi stoten bi hen. ende ziedent met watere ende altoes suldijt roeren. dan doeter toe peniden wel gepulvert. tgroene datter boven Ga naar margenoot+vliet (fol. 12 r.b.) suldi zien dore .1. dorgaetten lepel. dan doet in .1. mortier. ende canfer wel gepulvert ende minget daermet. ende | |
[pagina 47]
| |
22.DIarodon abbatisGa naar voetnoot1) a rosis dicitur que ibi intrant plusGa naar margenoot+quam de aliis speciebusGa naar voetnoot2). nomen accepit abbatis ab abbate de curia compositumGa naar voetnoot3). datur proprie ictericis epaticis ptisicis ethicis et cardiacis qui patiuntur ex calore de acutis.Ga naar voetnoot4) et ad calefactio nem stomaci pulmonis et totius corporis: et convalescentibus ex longis et acutis egritudinibus mirabiliter auxiliatur et pars .vi. confecta est librae .ii..Recipe sandalorum alb. et rubr. ān̄ .ʒ.ii.Ѕ. draganti gummi arabici spodii ān̄ .℈.ii.Ga naar voetnoot5) asari spice masticis cardamomi croci xiloaloes gariofilorum gallie muscateGa naar voetnoot6) anisi maratri cinamoni succi liquiricie reubarbari seminis basiliconis berberis scarioleGa naar voetnoot8) portulace papaveris albiGa naar voetnoot18) citroli melonis cucumerisGa naar voetnoot8) et cucurbite ān̄ .℈.i.Ga naar voetnoot9) ossis de corde cervi margaritarum ān̄ .℈.Ѕ.Ga naar voetnoot10) zuchari candi rosarum ān̄ .℥.i.ʒ.iiiGa naar voetnoot11) camphore terciam partem unius .℈. etGa naar voetnoot12) grana .vii. musci. grana .iii.Ѕ. syrupi facti de aqua rosarum quod sufficit datur maneGa naar voetnoot13)Ga naar voetnoot17) et (fol. 9 v.) meridie cum rodostomateGa naar margenoot+vel cum farinaGa naar voetnoot14) si opus fuerit. | |
23.DIapenidion dicitur a penidiis qui ibi intrant plus quam Ga naar margenoot+de aliis speciebusGa naar voetnoot15). valet ad omne vitium pulmonis et tussis: et raucedinem vocis factam ex siccitateGa naar voetnoot16). ptisicisGa naar voetnoot17) subvenitGa naar voetnoot19) .vi. pars confecta est libra .i..Recipe penidiorum .ʒ.xvi.Ѕ.Ga naar voetnoot20) pinearum et amigdolarum mundatarum seminis papaveris albi ān̄ .ʒ.iii. et .℈.i.Ga naar voetnoot21) cinamomi gariofili, zinziberis succi liquiricie dragaganti gummi arabici amidiGa naar voetnoot22) seminis citroli melonis cucumeris cucurbitarum purgatarum ān̄ .ʒ.1.Ѕ.Ga naar voetnoot22) camphore tertiam partem syrupiGa naar voetnoot23) violarum quod suf-Ga naar voetnoot7). | |
[pagina 48]
| |
Ga naar margenoot+dandere specien wel geminct oec daertoe van ierst wel gepulvert. Dit suldi geven nuchtens ende savonts met tyseinen die warm si. | |
34. DyadragantumDyadragantum heeft sinen name na dragant. het es Ga naar margenoot+goet iegen alle pine van der longenen die van hitten comt. ende meest in tysiken ende ethyken. ende iegen apostemen in die longene. Ende iegenGa naar margenoot+grote hoeste. die van hitten comt ende van droocheiden vander tongen ende van der stortten. Alse ment nemt so sal ment houden .1. ure in den mont tote dat het begint te smeltene. ende dan salment inwert laten gaen " Nemt wit dragant .2.℥. ende .2.ʒ. amidi. dat sijn amandelen so wer ment vint .1.℥. ricolissien .2.ʒ. peniden......Ga naar voetnoot1) ende .2.℥. saet van citrulli. melonis elcs .3.ʒ. canfer .Ѕ.℈. Men saelt geven met lauwen borne. dat gesoden si op gersten. | |
[pagina 49]
| |
ficit. Conficitur sic. in una libra aque bulliant .℥.iii Ga naar voetnoot1) violarum Ga naar margenoot+donec aliquantulum conficianturGa naar voetnoot2). postea coletur et colature addatur libram .1. zuchari: et bulliat donec incipiat inspissari. tunc addantur pinee et amigdole. et semina melonis citroli cucurbite et cucurmiaGa naar voetnoot3) queque perse bene contusa cum spatula semper movendoGa naar voetnoot4). deinde addantur penidieGa naar voetnoot5) subtiliter pulverisate. et cum liquefacte fuerint: illud grossumGa naar voetnoot6) quod supernatat cum cacia colando in mortario bene iterum teratur et commisceatur bene agitandoGa naar voetnoot7). deinde camphora admisceaturGa naar voetnoot8) et ad ultimum pulvis predictarum specierum cum predicto syrupoGa naar voetnoot9) agitando in mortario moveatur donec incorporetur. detur mane et sero cum ptissana calida: non habentibus calorem cum vino calido. | |
27.DIadragantumGa naar voetnoot10) a draganto nomen accepitGa naar voetnoot11). sanatGa naar margenoot+omne vitium pectoris et pulmonis quod fit ex caloreGa naar voetnoot12) maxime ptisicis ethicis pleureticis peripleumonicisGa naar voetnoot13) et ad omnem tussim que fit ex caliditate vel siccitate et ad omnem lingue et gutturis asperitatemGa naar voetnoot14). cum vero sumitur tam diu in ore teneatur donec ibi dissolvatur. medietas est librae .ii.Ga naar voetnoot15). Recipe dragaganti albi .ʒ.ii.Ga naar voetnoot16 gummi arabici albiGa naar voetnoot17) .℥.1.ʒ.ii.Ga naar voetnoot18) amili .ʒ.Ѕ.Ga naar voetnoot19) liquiricie .ʒ.ii. seminis (fol. 11 r.) Ga naar margenoot+melonis citroli cucurbiteGa naar voetnoot20) ān̄ .ʒ.ii.Ga naar voetnoot21) penidiarum .℥.iii.Ga naar voetnoot22) camphore .℈.Ѕ.Ga naar voetnoot23) syrupi gileniGa naar voetnoot24) quod sufficitGa naar voetnoot25). Conficitur sic semina cum aqua ponantur super zucharum tantum tamen de aqua quod | |
[pagina 50]
| |
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+35. DyacastoreumDyacastoreum es sine name omdat castoreum in de confexie gaet. hets goet iegen swerheit van den Ga naar margenoot+hoefde. Ende iegen tgroet evel. ende jegen swindelinge. ende iegen gedeilde hooftswere. ende jegen scoten die int hoeft scieten. ende jegen sweren. Ga naar margenoot+ende iegen juchtecheit. Ende conforteert alle die lede. Ende meest ten hoefde. Hets goet iegen verstoptheit vander melten. ende vander nieren. ende wederstaet die ziecheit die van couden comt Dat .15. ste deel es .2. ℔ . ¶ Nemt bevercul. mirabolanum. elcs .1.ʒ. granen onder .Ѕ.ʒ. aloes onder. .Ѕ.ʒ. assa fetida. mirre. euforbii. elcs. .1.ʒ. ende .18. granen. folie. atherioniiGa naar voetnoot1). pertrec. ricolissie. dragant. calami aromatici. dats ene maniere van riete. nitri. galbani. spice. squinanti. oppopanac. soffraen. cassie lignee. wit peper. carpobalsami. coloquintide. serapini. renponticiGa naar voetnoot2). storax. canele. calamiteGa naar voetnoot3). gingebere. elx .1.ʒ. ende .2. granen. stafisagria. dauci. maratri. persijn. silleris. bacce lauri. coste. drakenbloet. agaricus. cardamomi. wierooc. mastic.: salis. armoniac. zedeware. elcs .1.℈. ende .8. granen. ysope. penlogiiGa naar voetnoot4). origani. balsamite. oximiGa naar voetnoot5). brancce urcine. wortel van diptamnis. rutesaet. aristologia longa. ende rotunda. asari. baccari. salvia. rosen. bedelli. elcs .7. granen: epithiniGa naar voetnoot6). polipodii. oppobalsami elxGa naar margenoot+(fol. 12 v.a.) .18. granen. alipiados. semen lauriole. radicis. capparis. elcs .2. granen. anacardi. samieGa naar voetnoot7). gentiane. corticis mandragore. elx .2. granen. alsene. pencedaniGa naar voetnoot8). elx .8. granen. yrosGa naar voetnoot9) .3. granen. ende terdendeel wijn. ende zeem dats genouch si. Men saelt geven in die groete van .1. haselnot. ¶ Men saelt geven iegen die pine van den hoefde met dranke daerin gesoden es lilifage. Ende iegen die levere met dranke vander alsenen. of | |
[pagina 51]
| |
possit zuccharum coopereri: et bulliant usque ad dissolutionem Ga naar margenoot+zuchari. postea colentur per pannum rarissimum et colatumGa naar voetnoot1) ad decoctionem syrupi coquatur. postea tundatur in mortario bene miscendo pulverem specierum. | |
25.DIacastoreum a castoreo dicitur quod ibi recipiturGa naar voetnoot2). Ga naar margenoot+valet contra gravissimam cephalicamGa naar voetnoot3) epilenticisGa naar voetnoot4) vertiginosisGa naar voetnoot6). auxiliatur emigranicis et monopagicis. prodest doloribus. paralisimGa naar voetnoot5) omnium membrorum emendat et maxime capitis. enfraxim splenis et epatis et renumGa naar voetnoot7) solvit: et omnibus egritudinibus secundum frigidum nocentibus obstatGa naar voetnoot8) .xvi. pars librae .ii.Ga naar voetnoot9) Recipe castorei mirabolanorum ān̄ .ʒ.iii. minus gr. .1.Ѕ.Ga naar voetnoot10) aseGa naar voetnoot11) mirre euforbii ān̄ .ʒ.1. et grana .xvii.Ga naar voetnoot12) aloes .ʒ.1.Ѕ. minus grana .1.Ga naar voetnoot13) foliiGa naar voetnoot7) antimonii piretri liquiricieGa naar voetnoot3) draganti calami aromatici nitriGa naar voetnoot7) galbaniGa naar voetnoot7)Ga naar voetnoot14) squinantiGa naar voetnoot7) opopanacis spiceGa naar voetnoot15) serapiniGa naar voetnoot16) nucis muscate casiefistule piperis longi albi et nigri xilobalsami carpobalsami coloquintide reuponticiGa naar voetnoot17) storacis calamiteGa naar voetnoot7) zinziberis cinamomi ān̄ .ʒ.i. et grana .ii.Ga naar voetnoot18) staxifragieGa naar voetnoot19)Ga naar voetnoot7) dauciGa naar voetnoot7) maratri petroselini apiiGa naar voetnoot3) seminis silerisGa naar voetnoot20) dampnococtiGa naar voetnoot21) sinoni petrolei storacis rubeeGa naar voetnoot22) sanguinis draconis cardamomiGa naar voetnoot3)Ga naar voetnoot7) turis maioris et minorisGa naar voetnoot23) agariciGa naar voetnoot3) masticisGa naar voetnoot3) salis armoniaci zedoarie anisi ān̄ .℈.i. grana .viiii.Ga naar voetnoot24) saturegie ysopi camedreos pulegii origani balsamiteGa naar voetnoot25) ocimiGa naar voetnoot7) brance ursine diptami rute seminisGa naar voetnoot26) aristologie | |
[pagina 52]
| |
Ga naar margenoot+van wilder saelgien. Ende iegen die melte gevet met dranke daerin gesoden es gremil. of saet van alexandrien. Dit neme nuchteren. daer na vaste .6. wilen: | |
36. DyacostumDyacostum heet na .1. cruut dat costum heet omdat Ga naar margenoot+ment derinne doet. Hets goet iegen de melte. ende iegen water dat van fleumen comt. ende van melancolyen. dat .12. ste deel es .1. ℔. ¶ Nemt asari. anijs. apie. elcs .3.ʒ. squinanti. melanopiperis. mirre. elx .2.ʒ. ende .1.Ѕ. rebarbe. soffraen. aristologia. elcs .2.ʒ. coste. onder .Ѕ.ʒ. canele. cassia lignee. elx onder .Ѕ.℥. zeem dats gnouch si. ¶ Men saelt geven met dranke daerin gesoden es capparis. of scolopendrie nuchtens ende savonts. | |
37. DyayrisDyayris heeft sinen name na wortelen. die blade sijn gedaen alse lisch ende draget witte bloemen. men heetet yreos. Hets goet dengenen die men quaikeGa naar margenoot+verstaen mach wat is seggen van heescheiden. jegen die hoeste die van couden comt. Dat .12. ste deel es .3. ℔. ¶ Nemt. yris .1.℥. coelne. ysope. recolissie. elcs .7. granen of .7.ʒ. dragant. amidi. pinee. canele. gingebere. peper elx .3.ʒ. carnis dactilis. asarumGa naar voetnoot1). enuclearumGa naar voetnoot1). elcs .3.ʒ ende .Ѕ. storacis rubei. elx .2.ʒ. ende .Ѕ. zeem dats gnouch si. Men saelt geven savonts met warmen wine. | |
[pagina 53]
| |
longeGa naar voetnoot1) et rotunde aaronGa naar voetnoot2) mabathematiconGa naar voetnoot2) asariGa naar voetnoot3) salvie roseGa naar margenoot+bedelliiGa naar voetnoot9) ān̄. gr. .xvii.Ga naar voetnoot4) epithimi polipodii opobalsamiGa naar voetnoot9) (fol. 10 v.)Ga naar margenoot+ān̄ grana .xiii.Ga naar voetnoot9) elimpiadosGa naar voetnoot5)Ga naar voetnoot9) caparisGa naar voetnoot2) ān̄ grana .xi.Ga naar voetnoot6) paucedaniGa naar voetnoot7) absinthii ān̄ grana .vii.Ga naar voetnoot8) anacardi savineGa naar voetnoot9) gentiane corticisGa naar voetnoot10) mandragore ān̄ grana .xi.Ga naar voetnoot11)Ga naar voetnoot13) yreos grana .iii. et tertiam partem uniusGa naar voetnoot12). mel quod sufficit.Ga naar voetnoot14). datur in modum avellane capitalibus passionibus cum apozimate lilifagi epaticis cum decoctioneGa naar voetnoot15) absinthii vel eupatorii. spleneticis cum aqua caparis vel calamenti. nefreticisGa naar voetnoot16) granorum solis vel macedonici. accipiatur summo mane et ieiunet usque ad horam nonamGa naar voetnoot17) patiens. | |
26.DIacostumGa naar voetnoot28) dicitur a costo: quod ibi intratGa naar voetnoot18). valet proprie Ga naar margenoot+spleneticis et ydropicis et leucoflegmaticis et yposarce que fit sine calore suntGa naar voetnoot19). proprie valet spleneticis nefreticis et stranguiriosis optimum est .xii. pars. libra .i.Ga naar voetnoot20) Recipe anisi apii asari ān̄ .ʒ.ii. et .℈.ii.Ga naar voetnoot21) squinanti melanopiperis mirre ān̄ .ʒ.ii.Ѕ. reubarbari croci aristologie rotunde et longeGa naar voetnoot22) ān̄ .ʒ.ii. et .℈.ii.Ga naar voetnoot23) costi .ʒ.i.Ѕ. cinamomi casie ligneeGa naar voetnoot24) ān̄ .ʒ.i. et .℈.i.Ga naar voetnoot25) mel quod sufficit. datur cum decoctione caparis vel scolopendrieGa naar voetnoot9) sero et mane.Ga naar voetnoot26) dosis est .ʒ.ii. cum vino calido. | |
28.DIairisGa naar voetnoot30) dicitur ab yreos. prodest disnoicisGa naar voetnoot27)Ga naar voetnoot2) arteriacisGa naar voetnoot2) Ga naar margenoot+tussientibusGa naar voetnoot2). vocem perditam restaurat si fuerit ex frigiditateGa naar voetnoot29) .xii. pars est librae .iii. Recipe yris .℥.i. pulegii ysopi liquiricie ān̄ .ʒ.vi. | |
[pagina 54]
| |
Ga naar margenoot+38. DyacalamentumDyacalamentum heeft sinen name na calament. Hets Ga naar margenoot+goet jegen alle deren vander borst dat van couden comt. Ende jegen die quarteineGa naar voetnoot1) meest in ouden lieden. Hets goet jegen hoeste die van couden comt ende jegen die quarteineGa naar voetnoot2) genut na etene met wine dat .15. ste deel es .2. ℔. ¶ Nemt calamentum. coelne. melanopiperis. sceliGa naar voetnoot3). persijn. elcs .4.ʒ. apiesaet .1.℈. ameos. thuri. dille, canele. gingebere. elcs .2.ʒ. zeem dats gnouch si. Men saelt geven alsoet vorseit es. | |
Ga naar margenoot+39. DyacodionDyacodion es goet jegen alle coude lichamen enti Ga naar margenoot+moru sijn. ende stremmet met regenwateren gesoden of met spodium of met rosewatere. of gesoden met wine eist goet iegen die bloetsucht. ende iegen alle menisoene. ¶ Nemt van olycrude .13. hoefde net te groene no te droge. ende rosen .3.ʒ. ende .Ѕ. acacia. soffraen. ricolissie. elx .1.℥. boli .1.Ѕ.℥. canele. symphiti. ypoquistidos balaustie. elcs .1.ʒ. mirtillorum .1.℥. corael. wit ende root. sumac. drakenbloet. laccc. roris. siriciGa naar voetnoot4): elx .1.ʒ. semen portulace .Ѕ.ʒ. ¶ Dus salment vergadren. legt die hoefde van den olycrude in watere dat si bedect sijn. ende hullet wel den pot boven. ende latet also staen .3. dagen. Ende derna seldijt zieden tote dat terdendeel versoden si. ende dan coleret. Ende in die colature doet zeem onder .Ѕ. ℔. ende mirtilli. ende doeter in die | |
[pagina 55]
| |
dragagantiGa naar voetnoot1) amigdalarum pinearum cinnamomi zinziberis piperisGa naar margenoot+ān̄ .ʒ.iii. caricarum carnium dactilorum passarum emundatarumGa naar voetnoot2) ān̄ .ʒ.iiii.Ѕ.Ga naar voetnoot3) storacis rubee .ʒ.ii. et ℈.i. melGa naar voetnoot4) quod sufficit. sumatur sero cum vino calidoGa naar voetnoot5). | |
29.DIacalamentum a calamento dictum estGa naar voetnoot6). valet precipueGa naar margenoot+ ad omne vitium pectorisGa naar voetnoot7) ex frigiditate:Ga naar voetnoot10) maxime hiisGa naar voetnoot8) qui in senili sunt etate. valet etiam tussientibus ex frigida causa et quartanariis: si ex eo utuntur post prandium: et post cenam in sero cum vinoGa naar voetnoot11) cum duobus .℈. dyagridii et euforbii .vi. in modum nucis ante duas horas accessionis cum apozimate pigani vel roris marini quod prestat quotidianariis .xv. pars est librae .ii. Recipe calamenti pulegii ysopiGa naar voetnoot12) melanopiperis siseleiGa naar voetnoot9) petroselini ān̄ .ʒ.iiii.Ga naar voetnoot13) et .℈.ii.Ga naar voetnoot14) levistici .ʒ.i.Ga naar voetnoot15) et .℈.i.Ga naar voetnoot16) apii semini .℈.i.Ga naar voetnoot16) ameos thimi anetiGa naar voetnoot17) cinamomi zinziberis ān̄ .℈.ii.Ga naar voetnoot16) melGa naar voetnoot18) quod sufficit. datur post prandium in cenaGa naar voetnoot19): Hoc nimium confert ad ventris solutionemGa naar voetnoot20). | |
31.DIacodion dicitur a codio: papaver nigrum interpretaturGa naar margenoot+ quod ibi intratGa naar voetnoot21). proprie datur omni solutioni ventris maxime discintericisGa naar voetnoot22) cum decoctione aque pluvialis in qua sit spodium coctumGa naar voetnoot23) vel cum aqua rosarum et lientericis cum careno .xii. pars librae .ii.Ga naar voetnoot24)Ga naar voetnoot25) Recipe capita papaverum non minis viridium nec nimis siccorumGa naar voetnoot26) | |
[pagina 56]
| |
Ga naar margenoot+ Ga naar margenoot+specien wel gepulvert alsoet vorseit es. Ende alse dat zeem gesoden es salmen dat mirtilli zieden in watere. ende van dien watere seldi .1. ℔. zieden metten zeeme al tote dwater al versoden si. daerna seldi versieden die vorseide colature metten zeeme. Ende alse dat zeem dicke gnouch es. so doeter in die vorseide poedere. ende doet af ende minget wel. | |
40. DyacitonitenDyacitoniten doet wel verteeren ende wederstaat walgen. Ga naar margenoot+ende verduwet wint. ende verwarmt die mage. ende es goet iegen menisoen daer die spise al onverteert dore gaet. ende het maect goede roke. ¶ Nemt citoniorum .1. luttel gespoelt in watere ende gesuvert van den scorssen ende van den noten. ende dan gestampt. Ende dan nemt zeem .ʒ. ℔. wel gescuumt. nochtan ware beter. suker genomen .4.ʒ. ende .Ѕ. ende doet te viere. entie sitonien al te gadere gestampt ende latet zieden dat dicke gnouch si. Ende daerna coleret dore enen dorgaetten lepel eist limech ende tay. so eist genouch: Dan doeter in dese specien ¶ Nemt canele. onder .Ѕ.℥. peper .Ѕ.℥. ricolissie. galigaen .Ѕ.℥. naglen. noten muscaten. elx .3.ʒ. ligni aloes. macis. cardamomum. elx .2.ʒ. zedeware .1.ʒ. ¶ Men sal .1. marbersteen besmeeren met rosewatere. ende sprayen derop muskeliaet. ende gieten derop dat vorseide zeem ende suker. ende latet breiden opten steen. Ende alst cout es sal ment sniden lancs ende dweers gelijc atermente. ¶ Ende Ga naar margenoot+wilmen. (fol. 13 r.a.) dese confexie maken met te purgierne humoren. so salmer in mingen scamoneie also menech .℥. alser menig .℔. es van den andren swaer. Ende simpel sonder scamoneye salment geven nuchtens ende navonts met wine. | |
[pagina 57]
| |
numero .xiiGa naar voetnoot1). rosarum .ʒ.iiii.Ѕ.Ga naar voetnoot2) croci acacie liquiricie ān̄ .ʒ.i.Ga naar margenoot+ boli .℥.Ѕ. cinnamomi simphitiGa naar voetnoot3) ypoquistidos balaustie ān̄ .ʒ.i. myrtillorum .℥.i.Ga naar voetnoot4) coralli rubei et albi sumac sanguinis draconis lacceGa naar voetnoot5) roris syriaci ān̄ .℈.ii.Ѕ.Ga naar voetnoot6) seminis portulace .ʒ.Ѕ.Ga naar voetnoot7) Conficitur sic: capita papaverum ponantur in tantundem aque pluvialis quod bene coperiantur et per tres dies ibi dimittanturGa naar voetnoot8) et in ipsa aqua usque ad tertiam partem bulliantur: et postea colenturGa naar voetnoot9) et in colatura ponatur libram .i.Ѕ.Ga naar voetnoot10) mellis myrtini.Ga naar voetnoot11)Ga naar margenoot+ et in tali melle supradicta admisceantur. Confectio mellis myrtini talis est: in duabus libras mellis dispumati ponatur una libra succi myrtilorum et coquatur ad succi consumptionem: et postea coletur. dosis eius .ʒ.iiii. vel. vi.Ga naar voetnoot12). | |
34.DiacitonitenGa naar voetnoot13). DIacitonitenGa naar voetnoot14) dicitur a citoniis unde fit. valet ad debilitatemGa naar margenoot+ stomaci si fuerit ex frigiditate. appetitum confortat si non deficit ex abundantia humorum. vomitum abstinet. ventositatem precordiorum emendat. et bonum colorem facit: et debilitatem stomaci reparat. lientericis prodest. valet etiam his qui nimiam solutionem habent. facit maxime delicatis hominibus et nobilibus. yliosis confert. bonum odorem et colorem prestat. nota quod si stomacus laborat ex debilitate virtutis digestive debet dari post cibum. si vero ex debilitate retentive ante cibum. Recipe citoniorum in aqua elixatorum a cortice exteriori et (fol. 12 v.) a nucleis interioribusGa naar margenoot+ mundatorum libras .iii. mellis dispumati libras .iiii.Ѕ. supra dicta citonia bene ut diximus mundata et fortiter trita in mortario in caldario cum predicto melle super ignem ponantur: et cum spatula semper agirando bulliant donec inspissari incipiant. Si vis scire quando coctum fuerit: ponatur aliquantulum super marmor infusum aqua rosarum: si non inviscatur ut colligere valeas coctum | |
[pagina 58]
| |
Ga naar margenoot+41. DyapapaverDyapapaver es ene latuarie iegen die swere in die Ga naar margenoot+borst. ¶ Nemt sop van ricolissien. dragant. gomme van arabie elcs .10.ʒ. wit olisaet. peniden elx .20.ʒ. soete amandelen .10.ʒ. semen sitonii. saet van porceleinen. elx .15.ʒ. semen cucumeris. melonis. citrulli. cucurbite. latuwe. maluwe. elx .8.ʒ. Ende pulvertse ende tempertse met cyrope vyolaet. | |
42. Dyadragantum calidum.Dyadragantum calidum. dese latuarie heet na dragant. Ga naar margenoot+Si es goet in couder ziecheit. ende jegen die hoeste die van couden comt. ende die node uitwerpen. ende pantysen entie etter spuwen. entie qualec mogen haren adem verhalen. Ende jegen swerheit an die longene ende an die levere. ende conforteert die mage ende doet wel verteren. ¶ Nemt canele. dragant. elx .1.℥. venigriec .1.℥. amandelen. pinee. lijnsaet elx. onder .Ѕ.℥. gingebere. ricolissie. ende tsop van ricollissien. elcs .1.℥. | |
[pagina 59]
| |
est: et tunc ab igne deponatur. et pulvis harum specierum cumGa naar margenoot+ spatula semper agitando superspargatur. Recipe cinamomi .℥.Ѕ. zinziberis .℥.i. galange piperis ān̄ .℥.3.Ga naar voetnoot1) gariofilorum nucis muscate ān̄ .ʒ.iii. spice ligni aloes macis cardamomi liquiritie ān̄ .ʒ.ii. zedoarie ān̄ .ʒ.i. deinde super marmor infusum aqua rosarum cum aliquantulo musci distemperatum super marmor spargatur: et cum infrigidatum fuerit cum cultello frustatim incidatur: et si laxativum facere volueris in unaquaque libra apponatur .℥.Ѕ. scamonee trite. tamen cum fuerit calidum antequam supra marmor ponatur scamonea bene comisceatur. laxativum detur cum vino calido in sero. simplex autem detur mane post prandium et post cenam. | |
30.DIapapaverGa naar voetnoot11) quod mirabiliter prodest ethicis thisicisGa naar margenoot+nimium vigilantibusGa naar voetnoot2). confecta est librae .iiii.Ga naar voetnoot3) Recipe succi liquiricie dragaganti gummi arabici ān̄ .ʒ.x.Ga naar voetnoot4) amigdolarum dulcium mundatarum .ʒ.x.Ga naar voetnoot5) amidiGa naar voetnoot6) seminis citoniorum portulace ān̄ .ʒ.v.Ga naar voetnoot7) seminis melonis et cucurbite et cucumerisGa naar voetnoot8) lactuce malve ān̄ .ʒ.viii.Ga naar voetnoot9) fac pulverem. confice cum succoGa naar voetnoot10) violarum vel sapa. |
|