Tijgervel
Ik zeg dat er van mijn leven niets valt te maken, werkelijk niets. Toen ik je riep, Branshana, verstond je me niet en kwam je niet. Overigens klaag ik al jaren over de hemel en ik klaag over de zee. Uiteindelijk heb ik maar een tijgervel gekocht, glanzend mooi om dagelijks uren naar te kijken en ik heb mijn wanden tussen allerlei bloemen versierd met messen en dolken.
Ik heb ze versierd en wacht maar, Branshana, ik heb de tijd.