79 Wie was die ghene die die looverkens brac
AL CLXVIII
Lit.: Van de Graft, p. 174; FvD II, p. 1583; Koepp, p. 172; He, p. 115 (tekst), p. 206 (aant.).
Historielied. In dit lied doet een lantsknecht het relaas van een bloedige bestorming (storm) van de stad Munster, waarbij hij tegenwoordig is geweest. In 1533 hadden de Wederdopers de macht in Munster overgenomen; zij stichtten er een heilstaat waar onder meer gemeenschap van goederen in praktijk werd gebracht, maar die al gauw ontaardde in een schrikbewind. In maart 1534 trachtte de bisschop van Munster door een belegering zijn stad te heroveren. Na een vijfdaags bombardement besloot hij op 25 mei eindelijk tot een bestorming. Gelderse huurtroepen, naar verluidt dronken, gingen voorbarig tot de aanval over en werden teruggeslagen. Door hun wanordelijke terugtocht brachten zij de troepen die wèl op het bevel hadden gewacht, in verwarring, waardoor de bestorming mislukte.