73 Tyrannich werc, vol archs gedronghen
AL CLIII
Lit.: FvD I, p. 400.
Liefdesklacht. De in de steek gelaten minnaar kan zijn verdriet niet dragen, hij smeekt de dood hem uit zijn lijden te verlossen.
1:1 Tyrannich werc: ‘(een) tiranniek karwei’ (is het liefhebben); vol archs gedronghen: ‘boordevol ellende’. - 1:2 ‘ik twijfel er niet aan: (er bestaat) geen erger kwaad’. - 1:3 was van: ‘behoorde tot’; Venus' discipels jonghen: ‘Venus' volgelingen’, ‘de dienaars van de liefde’. - 1:4 al desperaet: ‘volstrekt wanhopig’. - 1:6 hoet gaet: ‘hoe het (nu met mij) zal gaan’. - 1:7 boelken: ‘geliefde’; noot: ‘verdriet’. - 1:8 ter werelt: ‘in deze wereld’ (‘er bestaat nu geen trouw meer’). |
2:1 druck: ‘(liefdes) verdriet’; ontbinden: ‘meedelen’, ‘uiteenzetten’. - 2:2 ‘hoewel de vermelding ervan, het spreken erover, mij pijn doet’. - 2:3 troost: ‘leniging van liefdessmart’; aen u ghevinden: ‘bij u vinden’. - 2:4 ‘(die troost) elders te zoeken, dat zou mij onmogelijk zijn’. - 2:7 Si: nl. de spere (de liefde heeft zijn hart verwond); doorvloghen: ‘doorboord’. - 2:8 so wil ict gedoogen: ‘wil (zal) ik het verduren’. |
3:1 fel: ‘wreed’. - 3:2 jonc: ‘verliefd’; deert: ‘pijn doet’. - 3:3 bedrijft haar spel: ‘plezier maakt’, ‘de liefde bedrijft’. - 3:4 die: ‘(zij) die’. - 3:5 mijnder herten: ‘voor mijn hart’. - 3:6 ic bens onweert: ‘ik ben het niet waard (dat zij mij liefheeft)’. - 3:7 die alderliefste moet wesen schu (druk schou): ‘mij verre moet houden van mijn geliefde’. - 3:8 des: ‘daarom’. |
4:1 was: ‘werd’. - 4:2 Ter droever tijt: ‘op een treurig ogenblik’; ic die werelt aensach: ‘aanschouwde ik het levenslicht’. - 4:3 derven: ‘missen’, ‘verstoken blijven van’. - 4:4 een swaer gelach: ‘een hard gelag’, ‘een bittere teleurstelling’. - 4:5 o wy, o wach: uitroep van afschuw en smart. - 4:6 bedrijven geclach: ‘weeklagen’. - 4:7 haelt mi uuten verdwijne: ‘verlos mij uit mijn lijden’ (‘uit mijn verkwijning’). |
5:2 doet u gevoech: ‘doet wat ge maar wilt’, of ‘plezier maakt’. - 5:3 doch: ‘toch’; wil: ‘moge’. - 5:4 Hebbe ic also vele: ‘als ik zoveel verkrijg’ (dat mijn geliefde mij tenminste zoveel aandacht schenkt). - 5:5-8 Raadgeving aan andere minnaars, een traditioneel motief in een liefdesklacht. - 5:5 die: ‘wie’; dat pack van minnen: ‘de last der liefde’. - 5:8 ‘ik raad u tot uw bestwil: is het met u nog niet zo ver, zorg dan dat ge niet in die situatie komt’. |