56 Mijn sinnekens zijn mi doortoghen
AL CXIV
Lit.: FvD I, p. 569.
Liefdesklacht. Gewond door de liefde hoopt de minnaar van zijn geliefde het medecijn te ontvangen dat zijn liefdesverdriet kan genezen. - De verzen 5-9 hebben in alle strofen dezelfde rijmklanken.
1:1 sinnekens: ‘zinnen’; doortoghen: ‘doortrokken’, ‘beïnvloed’. - 1:3 dooghen: ‘lijden’. - 1:8 laten: ‘verlaten’, ‘opgeven’. Het is een traditioneel motief in de lyriek dat vrienden en verwanten zich van de minnaar afkeren: zij zijn tegen de liefdesverhouding. |
2:1-2 De betekenis van deze verzen is ons niet duidelijk. Volgens Mnl. W. 7, 774 (sub 3) kan scriven ‘beschouwen als’ betekenen; men zou dus kunnen interpreteren: ‘als de liefste moge ik (u) wel beschouwen door uw schone vrouwelijke gestalte’. Een andere mogelijkheid zou zijn, Die liefste in 2:1 tussen aanhalingstekens te plaatsen: ‘“de liefste”, mag ik wel schrijven...’. - 2:3 wijven: ‘vrouwen’. - 2:4 ‘is zij de allerliefste’. - 2:5 ‘naar haar gaat mijn liefde uit’. - 2:6 rust: ‘is... gevestigd’; moet: ‘gemoed’. - 2:8 ‘haar liefde toedragen’ en ‘(de last van) haar liefde dragen’. |
3:1 Twijfel: nl. aan haar gezindheid jegens hem; nopen: ‘kwellingen’. - 3:2 is mi bi: ‘zijn voortdurend bij mij’, ‘zijn mijn deel’. - 3:4 dies: ‘daarom’. - 3:5 na haer jaghen: ‘verlangen naar haar’. - 3:6 dick: ‘dikwijls’. - 3:8 druc: ‘liefdesverdriet’. |
4:1 strael: ‘pijl’. - 4:4 derven: ‘missen’, ‘ontberen’; mont: Eén kus van de geliefde kon de liefdesziekte genezen. - 4:6 van: ‘door’. |
5:1 ‘verrukkelijke prinses’ (aansluiting bij de poëtische traditie van de prince-strofe). - 5:2 medecijn: De geliefde kan de liefdesziekte van de minnaar genezen door hem troost te bieden. - 5:3 amoreuse: ‘minnaressen’, ‘beminnelijke vrouwen’. - 5:5 legghen... laghen: ‘trachten... in een hinderlaag te lokken’; niders: ‘jaloerse kwaadsprekers’ (zie hiervóór, Dl. II, p. XVIII). - 5:6 behoet: ‘bescherming’, ‘genegenheid’. - 5:8 verjaghen: ‘afwijzen’. |