54 Ic heb om vrouwen wille
AL CII
Lit.: FvD I, p. 337.
Dagelied. Eén nacht kan de minnaar blijven, dan moet hij weer verder. Zal zij van hem blijven houden? Zij brengen de nacht samen door. Veel te vroeg naar zijn zin geeft de wachter het sein tot vertrek. - Dit lied is gebrekkig vertaald of bewerkt naar het Duits (een redactie is te vinden in het Ambraser Liederbuch van 1582, nr. CLXXXIIII (p. 237)). De Duitse tekst wijkt vooral in het begin (de minnaar veinst een ander lief te hebben) sterk af. FvD heeft het Mnl. lied aan de hand van de Duitse versie gerestaureerd (herdicht); wij hebben er de voorkeur aan gegeven de AL-tekst te handhaven en te trachten ons voor te stellen hoe 16e-eeuwers deze verstaan kunnen hebben.
1:1-9 De minnaar spreekt tot zijn geliefde. Hij heeft een lange reis gemaakt en hij zal weldra weer moeten vertrekken. Maar eerst wil hij weten welke
|