50 Ic hadde een gestadich minneken
AL XCVIII
Lit.: Kalff, p. 317, p. 331; FvD I, p. 426.
Liefdesklacht. De minnaar voelt zich bedrogen: op vrouwen valt geen staat te maken. Hij acht zich tekortgedaan door Venus die hij zo trouw gediend heeft. Alleen een gunstbewijs van zijn geliefde kan hem van de dood redden.
1:1 een gestadich minneken: ‘een trouwe geliefde’. - 1:2 die daer leeft: ‘leeft er’. - 1:3 (te verbinden met hadde in 1:1): ‘(ik had) in mijn hart uitverkoren’, ‘(ik had) mijn zinnen gezet op’. - 1:4 rouwe: ‘liefdesverdriet’. - 1:5 begheeft: ‘verlaat’, ‘laat... in de steek’. - 1:7 Wantrouwe van: ‘wantrouw’, ‘koester argwaan jegens’; wijven: ‘vrouwen’. |
2:1-4 Bruine ogen behoorden tot het middeleeuwse schoonheidsideaal. Een vriendelijke blik van de geliefde kan de melancholie van de minnaar verdrijven. - 2:4 druck: ‘verdriet’; lijden int gewicht: ‘zware smart’ (?). - 2:5-6 Bedoeld is: ‘al sinds heel lang wordt er gedicht en geschreven over trouweloze vrouwen’. - 2:8 licht (druk lichte): ‘onbetrouwbaar’. |
3:1 weerde: ‘edel’. - 3:2 Peyst... om: ‘denk... aan’. - 3:3 ‘doe onbekommerd alles wat je maar wilt’. - 3:4 ‘zonder somber gepieker’. fantasie is een van de symptomen van melancholie, de ziekte waaraan de minnaar bij afwezigheid van zijn geliefde ten prooi valt. - 3:6 Weder ic... oft: ‘of ik nu... of’. - 3:8 ‘ook al heb je geen aandacht voor mij, versmaad je me’. |
4:3-4 Ook dit is een symptoom van melancholie: de lijder had geen eetlust, en als hij toch iets tot zich nam, voedde of verkwikte hem dit niet. ghevoeden kan hier worden vertaald met ‘voeding ontvangen’. - 4:5 Waarschijnlijk is dit een toespeling op de hoofse gedragsregel dat een minnaar nooit de naam van zijn geliefde mocht verklappen aan derden. ‘ik weet wel hoe zij heet (maar ik kan haar naam niet onthullen)’. - 4:6 bevanghen: ‘in haar macht gebracht’. - 4:7 staet: ‘gaat... uit’. |
5:1-8 De aanroeping van Venus is een traditioneel onderdeel van een liefdesklacht. - 5:2 u dienaers loon: De minnaar ziet zichzelf als een dienaar van Venus. - 5:3 Int eynde: ‘tenslotte’. van u trouwe: In ruil voor zijn dienstbaarheid is Venus de minnaar trouw (‘nakoming van haar verplichtingen’) verschuldigd. Of moet u trouwe als ‘mijn trouw jegens u’ worden opgevat? - 5:4 Wij begrijpen dit vers als volgt: ‘dan is het begin (van de verbintenis die ik met u was aangegaan) mooi, (maar het eind ervan allerminst)’. - 5:5 Dies: ‘daarom’; duysentich doon: ‘duizend doden’ (van angst). - 5:8 ‘onder het uitspansel’. |
6:1 mach: ‘moet’. - 6:2 is mijn advijs: ‘is mijn raad, mijn wens’. - 6:4 Als: ‘zoals’; Salomon die wijs: De wijze Salomon liet zich tot afgoderij verleiden door vreemde vrouwen (zie 1 Koningen 11). - 6:5 De betekenis van dit vers is niet duidelijk. Het meest bevredigt de opvatting ‘het gevolg, de volgelingen van Paris’. In de visie van de middeleeuwse historici was de Trojaanse oorlog veroorzaakt doordat Paris en zijn gevolg op Cyprus de Griekse koningin Helena en haar reisgezelschap hadden overvallen en naar Troje ontvoerd. Paris was tot deze daad gekomen doordat de aanblik van Helena hem in vuur en vlam had gezet. - 6:6 Ook Absalom gold in
|