36 Hier zijn drie lichte geladen
AL LXXVI
Lit.: Kalff, p. 305, p. 345; FvD I, p. 360.
Meilied. Drie vrolijke zangers, leden van de Ieperse rederijkerskamer De Korenbloem, brengen de meiboom de stad binnen. Zij vertellen hoe zij in het bos, waar zij de boom kapten, aan hun liefjes hebben gedacht. Konden zij die liefjes maar overhalen om met hen mee te gaan, naar buiten! Maar eerst zal er in de stad om de meiboom worden gedanst. - Dit meilied moet blijkens de verbluffend knappe rijmtechniek het werk zijn van een begaafd dichter, vermoedelijk de ‘factor’ van De Korenbloem.
1:1 drie lichte geladen: Hier wordt gespeeld met drie betekenissen: (a) ‘drie, die een lichte last dragen’ (nl. de meiboom), (b) ‘drie vrolijke jongens’ (lichtgeladen betekent ook ‘lichtzinnig’, ‘frivool’), en (c) ‘drie leden van de Lichtgelaen’ (een bijnaam van de Ieperse rederijkerskamer De Korenbloem; cf. de aant. bij 6:5). - 1:2 den mey: De drie vrolijke zangers hebben naar oud gebruik een meiboom uit het bos gehaald, die zij nu als een symbolische liefdesverklaring voor hun geliefden bestemmen. Straks zal deze boom, geplant op het stadsplein, het middelpunt vormen van de meidans. - 1:4 ‘aanvaardt onze intocht in dank’. - 1:6 des meys engien: ‘het kunstwerk van de mei’. Men kan hierbij denken aan de bloeiende boom die door de meimaand is ‘gemaakt’, of aan de kunstige versiering waarmee de meiboom werd opgetuigd. - 1:7 lustelijck gehouwen: ‘vrolijk
|