19 Een oude man sprack een meysken an
AL XXXVII
Lit.: Kalff, p. 447; FvD II, p. 948; He, p. 33 (tekst), p. 192 (aant.).
Samenspraak ‘int sot’. Een oude man tracht een jong meisje voor zich te winnen. Met veel hoofse strijkages verklaart hij haar zijn liefde. Zij wijst hem af (en neemt daarbij geen blad voor de mond).
1:2 beteren mijn verdriet: ‘mijn liefdesverdriet genezen’. - 1:4 ‘in jouw bier heb ik geen trek’. Namen van dranken fungeren vaak als metafoor van erotische attenties; cf. 2:6. - 1:5 vliet: ‘weggaat’. - 1:6 ‘al wat ge doet is vergeefse moeite’. - 1:7 boelken: ‘vrijer’, ‘geliefde’. |
2:1-2 De oude man doet een aanzoek. - 2:1 mi... paren: ‘een paar vormen’, ‘trouwen’ (het woord is in het Mnl. nog zeer zeldzaam; dit kan erop wijzen dat de grijsaard zich zeer vormelijk uitdrukt). - 2:2 Waert u beliefte: ‘ware dit uw verlangen’ (ook dit klinkt gechargeerd-deftig). - 2:3-7 Zij wijst hem af. - 2:3 Spreect: ‘spreek... aan’, ook ‘maak een afspraak met’, quene: ‘wijf’. - 2:4 verrompelt: ‘gerimpeld’. - 2:5 profijt: ‘voordeel’ (in de zin van sexueel plezier). - 2:6 verschaelden wijn: ‘wijn die geur en kracht heeft verloren’ (zinspeling op zijn sexuele vermogens). |
3:1-2 De oude bedient zich opnieuw van fraaie hoofse formules. - 3:1 Waerde: ‘edele’; juecht: ‘jonge vrouw’. - 3:2 hanget al aen dy: ‘zijn geheel van jou afhankelijk’. - 3:3-7 Zij antwoordt even onverbloemd
|