8 Dat ick om een schoon beelde soet
AL XVIII
Lit.: Kalff, p. 316; FvD I, p. 410.
Liefdesklacht. De minnaar is in melancholie vervallen doordat de nijders een verwijdering tussen hem en zijn geliefde teweeg hebben gebracht. Er is een ander aan wie zij de voorkeur geeft.
1:1 een schoon beelde: ‘een schone vrouwengestalte’. De minnaar draagt het beeld van zijn geliefde in zijn hart. - 1:2 dus: ‘zo’; vertrueren: ‘mij in droefheid bevinden’. - 1:4 mijns levens dueren: ‘voor de duur van mijn leven’, ‘zolang ik leef’. - 1:5 door nijders cueren: ‘door toedoen van de nijders (jaloerse kwaadsprekers)’. Let op de kunstige binnenrijmen in het vijfde vers van elke strofe. is: te verbinden met Dat in 1:1, ‘dat ik..., is mij overkomen’. Men zou kunnen denken aan een emendatie in ist: ‘dat ik..., dat is mij overkomen’. - 1:6 Voor een cleyn vruecht: ‘in ruil voor een kleine, korte periode van liefdesgeluk’; deze woorden moeten bij het zingen in elke strofe worden herhaald. |
2:1 aenschijn claer: ‘stralend gelaat’; confoort: ‘troost’, ‘verlichting’, ‘genezing’ (van liefdesverdriet). - 2:2 figure: ‘gestalte’. - 2:3 ‘er is een ander die veel meer gewaardeerd wordt’ (dan ik). - 2:4 buyten der dueren: ‘buiten de deur’. - 2:5 gheeft mi cuere: ‘zij geeft mij de keus’ (te verbinden met het refreinvers). Ook andere interpretaties zijn mogelijk: ‘zij schenkt mij genezing’ (als zij mij ziet, d.w.z.: als zij haar blik op mij laat rusten), en ‘zij schenkt mij (slechts) aandacht als zij mij ziet’ (uit het oog, uit het hart). |
3:1-6 De aanroeping van Venus, die het verloop van een liefdesverhouding bepaalt, is een traditioneel element in een liefdesklacht. - 3:2 derven: ‘missen’. - 3:5 dat: kan op dezelfde wijze als dat in 3:2 worden verbonden met claghe ick in 3:1; druck kan dan het best worden vertaald met ‘smart’. Wij geven er de voorkeur aan 3:5 als een zelfstandige zin op te vatten; druck is dan te interpreteren als ‘angst’: ‘sla toch acht op mijn angst dat ik moet sterven’. |
4:1-3 Ook de raadgeving aan lotgenoten is traditioneel. - 4:1 amoreus: ‘verliefde’, ‘minnaar’. - 4:2 vergramme: ‘moet irriteren’. - 4:3 coragieus (druk coragius): de betekenisnuance is hier wellicht ‘trots’, ‘lichtgeraakt’. - 4:4-6 De minnaar richt zich tot zijn geliefde. - 4:4
|