Antwerps liedboek(2001)–Anoniem Antwerps liedboek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 210 Een nyeu liedeken. 1 BOurgoensche herten wilt v verblijden | En scaffet eenen huebschen moet. Elck help den keyser vromelijc strijen. Met alle zijn edelen goet. Want hi is comen na dat gentse pleyn En voort al na Antwerpen certeyn. Comt hi die borgers vercloecken. Borgoense herten in allen hoecken 2 Hy heeft voor landerci gheleghen Met menighen vromen man. Al en heeft hijt doen niet gecreghen. Daer en leit nv niet veel an. Landurcy sal noch tzijnen besten zijn. Elck borgoensman op dit termijn. Wilt vrolijck iubeleren Met onsen keyser wilt triumpheren 3 Die fransoysen hebben daer gelaten. Bussen poeyer ende clooten goet. Landerci hebben si verlaten. Met alle dat franse bloet. Die fransoysen zijn comen al met gewelt. Den keyser heeft hem in een slachoorden gestelt. En heeft die fransoysen verdreuen. Vele hebbender gelaten haer leuen 4 Die fransen meynde int gemeyne. Dat onsen edelen keyser was doot [Folio 121v] [fol. 121v] die trock fransoysen groot en cleyne. Wordent geware verstaget den cloot. Want hise beschiet met puluer en bly. Den fransman moest wijken verstaget wel mi. Met alle zijn ondersaten. Torcken en fransoysen most hi daer laten 5 Den dolfijn heeft daer gelaten. Siluer en daer toe roode gout. Merten van rossum quam te baten. Den edelen keyser seer stout Den graue van bueren stout edel en coen. Die hielp daer menigen fransen man ontdoen Menigen turck van onwerden. Te voet ende ooc te perden 6 Die fransoysen hadden haer vermeten In alle so corten stont. Qualijck hebben si haer gequeten. Si liepen van daer goet ront Daerden fransen coninc af heeft bescheit Hi heeft ons gedaen so menich leyt. Al met die valsche turcken. Wi en achten zijn pochen noch snorcken 7 Den coninc had hem vermeten Met alle zijnen staet. Hi meynde ons hebben verbeten. Maer hi is comen te laet. | Dies hi keeren moet binnen cort termijn En eeren onsen keyser fijn. Also daer is beschreuen. Door godlijcke propheten verheuen 8 Loef god al van hier bouen Gheeft hem prijs eer en daer toe danc. Laet ons den keyser louen Al nae der propheten sanck Die gescreuen hebben ouer menighen tijt. Dat onsen keyser sonder verwijt Soude triumpheren ouer zijn vyanden Turcken franchoysen brengen ter schanden. Vorige Volgende