Antwerps liedboek(2001)–Anoniem Antwerps liedboek– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 194 Een nyeu liedeken. 1 HEt was te nacht also soeten nacht Dat alle die vogelen son*ghen Te fieren nachtegale hief op een liet en sanck Met zijnder wilder tonghen 2 Dat verhoorden twee gesellekens fijn Twee geselleken van auontueren Si namen mi minen fiere maghedom Ick en mochter niet om trueren 3 Si namen dat ic veel lieuer hadde Een vingerlinc root van gouwe Maer bringhen zij mi dat wederomme thuys En het sal hen noch berouwen 4 Het sat een schipperken al op zijn scip Hi hoorde dat vrouken seer clagen Gebreect v bier broot ofte wijn Dat sal ick v doen halen 5 Mi en gebreect bier broot of wijn [Folio 111r] [fol. 111r] Noch geenderhande | dinghen Ick draech een kint so cleyne kint Ick en can die vader niet vinden 6 Draechdi een kint so cleyne kint Condt ghi die vader niet vinden So doet dat kindeken alle zijn gerief Die vader sal v beminnen en van uwen cleyne kinde. 7 Nv wil ic gaen trecken dat groene wout in Die fiere nachtegael vraghen Maer of si alle gesceyden moeten zijn En dat eens twee liefkens waren 8 Wy waren ghescheiden mijn soete lief ende ick Het is haer nae so wel berouwen Wy souden also saen vergadert zijn En woude si my zijn getrouwe 9 Goet en getrouwe sal ic v zijn Een fiere gelaet sal ick v schencken Wanneer ic ligghe inden arm van dijn Op een ander sal ick dencken 10 Nv radick elcke ionghe maecht Dat zij haer eerken bat besluyten Wanneer dat willeken is gedaen | En dan is die vrientschap wte Vorige Volgende