Amsterdams minne-beekje. Deel 1
(1637)–Anoniem Amsterdams minne-beekje– AuteursrechtvrijStemme: Schoonste Nymphjen van het wout.
ACh wat lieffelijck geklanck
Neemt zijn ganck
Herwaerts heen door dese boomen,
't Schijnt mijn Cloris selver is,
'k Hou voor wis
Dat hy hier voorby sal komen.
2 Sien ick Cloris ginder niet
achter 't riet,
Onder t schaduw vande Linde?
k Wil vrymoedigh tot hem treen,
Einder heen
Waer sal ick u Cloris vinden?
3 Sacht daer hoor ic weer geluyt
Van zijn Fluyt,
En zijn soet en lieflijck spelen
Cloris komt en doet u wil,
Swijght maer stil,
'k Wil my willigh laten stelen.
4 Maer hy liep al even ras
Op dit pas
Gingh zijn Cudde voor hem dryven,
Cloris riep ick, ach' waer heen
Dus getreen?
Wilt hier by u Philes blyven.
D. H. Ick leef op hoop. |
|