Amsterdamsche Vreughde-stroom (Eerste deel)(1655)–Anoniem Amsterdamsche Vreughde-Stroom, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 143] [p. 143] Kusje. KUs Roosemontje, en koel Door snobbelend ghewoel, Mijn grilligh inghewandt, dat door de dagheraet, Van uwe lichte lichte in lichte koole staet; En stiert mijn sinnen (an Gelockt door ’t zijp’lend’ Man, Dat uyt u lipjes druypt) naar uw; wiens Oogenstrael, Mijn herte wekt, en treckt, gelijk de Zeylsteen ’t Stael, Vry dan mijn brandend’ Hert, Tot slinckingh van mijn smert, (Van d’oever van de Dood) op d’Oever van uw’ Mont, Op dat uw’ mondt genees’, ’t geen uw’ gesichte wondt. Vorige Volgende